Vraag 2 en 3
Hoe denkt u over de suggestie om, door een koppeling te leggen tussen de betaling van omzetbelasting en de aftrek ervan, te
voorkomen dat carrouselfraude met miljarden aan belastinggeld nog mogelijk is? Is dit technisch haalbaar?
Bent u bereid een reactie op het proefschrift van de heer Wolf aan de Kamer te doen toekomen?
Antwoord 2 en 3
Inleiding
Hierbij maak ik graag gebruik van de gelegenheid om in te gaan op het proefschrift van de heer Wolf met betrekking tot het
voorstel om een koppeling te leggen tussen betaling en aftrek. Deze gedachte om een koppeling te leggen tussen de betaling
van omzetbelasting en de aftrek ervan is op zichzelf niet nieuw en zou de carrouselfraude inderdaad kunnen voorkomen. In die
zin is dit een aantrekkelijk alternatief in de strijd tegen de fraude, waarover in Europees verband overigens al met enige
regelmaat is gesproken naast andere niet-conventionele maatregelen als algehele verlegging van BTW en heffing van BTW over
de grenzen heen. Maar net als aan andere oplossingen zitten haken en ogen aan een dergelijke maatregel. Dit hangt samen met
aspecten van administratieve, technische, financiële en wetstechnische aard die nog een oplossing behoeven. Deze haken en
ogen zal ik hierna toelichten.
Koppeling aftrekrecht BTW aan betaling BTW
Uitgangspunt voor Nederland bij de bestrijding van de carrouselfraude is dat we gerichte maatregelen nemen die niet meer administratieve
lasten oproepen bij ondernemers dan nodig is voor een effectieve fraudebestrijding. De generieke koppeling van het verlenen
van aftrek aan de betaling van de BTW ter zake van die levering is geen gerichte anti-fraude maatregel. Alle ondernemers die
BTW in rekening gebracht krijgen zullen hiermee te maken krijgen, terwijl de fraude zich tot bepaalde (rechts)personen beperkt.
Voor de betrokken ondernemers zal de voorgestelde koppelingsmaatregel waarschijnlijk tot een forse stijging van de administratieve
lasten leiden. De voorgestelde koppelingsmaatregel kan Nederland overigens ook niet zelfstandig doorvoeren, omdat hiervoor
een wijziging van de BTW-richtlijn nodig is. Deze koppeling wijzigt immers het recht op aftrek bij de afnemer op een zeer
ingrijpende, fundamentele wijze. Waar nu recht op aftrek bestaat bij ontvangst van de factuur, zal dat verschuiven naar het
(in voorkomende gevallen) latere moment van betaling. Deze wijziging heeft uiteraard financiële gevolgen.
Als dit aftrekrecht wordt gekoppeld aan de betaling van de BTW door de leverancier dan zal een bewijs van die betaling moeten
worden gewaarborgd. Zonder een goede technische ondersteuning ligt de bewijslast dan bij de afnemer of is deze afhankelijk
van het echte betaalmoment van de leverancier aan de Belastingdienst.
Technische uitvoeringsaspecten
Ook voor wat betreft de technische uitvoeringsaspecten bestaat op voorhand twijfel dat een dergelijke koppeling voor de volledige
groep van ondernemingen goed uitvoerbaar zal zijn. Voor een adequate toetsing op het aftrekrecht zal immers een relatie worden
gelegd tussen informatie over de betaling van de verschuldigde btw door leverancier of dienstverlener en informatie over de
onderliggende transactie bij de afnemer van het goed of de dienst. Dit betekent feitelijk dat op factuurniveau informatie
beschikbaar moet komen en in benaderbare en bruikbare databases moet worden opgeslagen. Binnen een dergelijk koppelingssysteem
zullen bedrijven op factuurbasis informatie moeten gaan uitwisselen, hetgeen een toename van de administratieve lasten met
zich zal meebrengen. Op jaarbasis gaat het dan snel om meer dan een half miljard «Business-to-Business» transacties. Hiervoor
moet een ondersteunend systeem worden gebouwd met bijbehorende voorzieningen die zien op de juistheid van de informatie. Daarnaast
zal er periodiek een matching moeten plaatsvinden tussen betalen en aftrek.
Op het niveau van de Europese Unie is inmiddels door de Europese Commissie actie ondernomen om door middel van een tender
meer zicht te krijgen op de systeemtechnische aspecten van een koppeling.2 Wij wachten de bevindingen van de Commissie met belangstelling af en zullen voorstellen op dit gebied beoordelen tegen het
algemene uitgangspunt dat Nederland hanteert bij de beoordeling van mogelijke maatregelen voor het bestrijden van BTW-fraude.
Nederlandse initiatief
Om iets dichter bij huis te blijven. De Belastingsdienst heeft naar aanleiding van signalen uit de praktijk een laagdrempelige
manier van informatieverstrekking over carrouselfraude ontwikkeld. Sinds 27 april jl. is op de site van de belastingdienst
uitgebreide informatie te vinden voor ondernemers over carrouselfraude. Ingeval zij nadere informatie willen of zelfs fraude
willen melden kan dat bij het op de site vermelde telefoonnummer: 0800-0543. Daar dient men te kiezen voor «spreken met een
medewerker». De speciaal opgeleide Belastingdienstmedewerkers kunnen alle fraudegerelateerde vragen beantwoorden en de ondernemer
adviseren.