Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Buitenlandse Zaken over de jaarlijkse slachting van dolfijnen op de Faröer Eilanden (ingezonden 30 maart 2010).

Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 23 april 2010).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de jaarlijkse rituele jacht op en slachting van dolfijnen die op dit moment plaatsvindt op de Faröer Eilanden?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u dit ritueel, overwegende dat honderden dieren de baai worden binnengelokt en levend worden opengesneden, om langzaam dood te bloeden? Welke conclusies verbindt u hieraan?

Antwoord 2

Ik wijs dit ritueel af. Ik deel uw zorg over dierenleed bij de vangst van grienden op de Faröer Eilanden. Onnodig lijden van dieren moet altijd voorkomen worden. De Nederlandse regering heeft niettemin slechts beperkte mogelijkheden om in deze kwestie een rol te spelen. Grienden vallen als dolfijnen niet onder de bevoegdheid van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC). Denemarken is wel aangesloten bij de internationale overeenkomst «on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic and North Seas» (ASCOBANS) die ook betrekking heeft op dolfijnen. De Faröer Eilanden zijn echter Deense overzeese gebiedsdelen met een eigen beleid op dit gebied, en maken geen deel uitmaken van ASCOBANS. Zij kunnen in dat kader dan ook moeilijk worden aangesproken.

Vraag 3 en 4

Bent u bereid deze rituele dolfijnenslachting bij de Deense minister van Voedsel, Landbouw en Visserij ter discussie te stellen? Zo ja, wanneer, en bent u bereid de Kamer over de uitkomsten te informeren? Zo nee, welke andere mogelijkheden ziet u om een einde te maken aan dit bloedige ritueel?

Bent u bereid om in internationaal verband in te zetten op het verbieden van de jacht op kleine walvisachtigen, waaronder dolfijnen? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Ik zet mij daar steeds voor in, in de daarvoor beschikbare internationale fora, waaronder Ascobans. Tijdens de komende Landbouwraad zal ik wederom mijn Deense collega op dit punt aanspreken.

Naar boven