Vragen van de leden Smits en Langkamp (beiden SP) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Jeugd en Gezin over het bericht dat de Raad van Europa aangeeft dat de mosquito in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-Kinderrechtenverdrag (ingezonden 15 maart 2010).

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister voor Jeugd en Gezin (ontvangen 22 april 2010).

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op het bericht dat de Raad van Europa aangeeft dat de mosquito in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-Kinderrechtenverdrag?1

Bent u bereid het oordeel van de Raad van Europa over te nemen en het plaatsen van mosquito's de verbieden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1 en 2

Ik stel voorop dat het oordeel van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa waarnaar het mediabericht verwijst, nog niet definitief is. Er is een rapport aangenomen, maar de ontwerpaanbeveling die daarop is gebaseerd, zal in mei of juni a.s. worden besproken in de Parlementaire Vergadering alwaar die dan zal worden aangenomen of verworpen. Dit noopt tot terughoudendheid in de beoordeling ervan. Daarnaast zal de aanbeveling, indien deze door genoemde Vergadering wordt aangenomen, voor een reactie worden gezonden aan het Comité van Ministers van de Raad van Europa, in welk kader de regering met haar oordeel zal (moeten) komen.

De vraag of de inzet van het instrument strijdig is met enig grondrecht uit de Grondwet, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en/of het VN-Kinderrechtenverdrag is niet eenduidig te beantwoorden, en zal in een voorkomend geval door de rechter moeten worden beantwoord. Dit neemt niet weg dat het kabinet de zorg van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa omtrent het effect van de Mosquito erkent, een zorg die ook eerder is geuit door de Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa. Het kabinet vindt daarom, zoals het ook heeft aangegeven in reactie op het rapport van de Mensenrechtencommissaris, dat het gebruik van de Mosquito in Nederland ongewenst is (Kamerstukken II 2008/09, 31 700 V, nr. 95). Het kabinet is dan ook niet voornemens om het gebruik ervan te faciliteren of te reglementeren. Wel is het kabinet in reactie op een motie van de leden Smits/Kuiken met de VNG in gesprek over een concept model-APV-bepaling en een concepthandreiking voor gemeenten. Het uiteindelijke resultaat daarvan zal, zoals eerder aangekondigd, worden aangeboden aan de Tweede Kamer.

Vraag 3

Welke consequenties heeft het advies van de Raad van Europa voor gemeenten die een mosquito in hun gemeente hebben opgehangen?

Antwoord 3

Het advies van de Raad van Europa als zodanig heeft geen (juridisch bindende) consequenties voor gemeenten. Wel kunnen zij acht slaan op het advies in de oordeelvorming omtrent het al dan niet plaatsen van de Mosquito. Het uiteindelijke oordeel over de toelaatbaarheid daarvan is aan de rechter.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het gebruik van mosquito's inhumaan is en hangjongeren degradeert tot de status van «ongewenste vogels en ziektes»? Zo ja, welke alternatieven gaat u gemeenten bieden om overlast van hangjongeren tegen te gaan?

Antwoord 4

Nee. Dit neemt niet weg dat het kabinet de inzet van de Mosquito nodig noch wenselijk vindt. Daarbij is onder andere relevant dat gemeenten reeds beschikken over diverse instrumenten voor de aanpak van overlast door (hang)jongeren, zoals verbodsbepalingen in APV’s over samenscholing, hinderlijk gedrag op de openbare weg, hinderlijk drankgebruik e.d., gebiedsverboden op grond van de APV of artikel 172, van de Gemeentewet, de noodbevoegdheden ingevolge de artikelen 175 en 176, van de Gemeentewet en de bestuurlijke ophouding op grond van artikel 154a of 176a, van de Gemeentewet. Daarnaast biedt het wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast verschillende instrumenten. De burgemeester kan in geval van groepsgewijze overlast ter handhaving van de openbare orde een gebiedsverbod (eventueel gekoppeld aan een meldingsplicht) of een groepsverbod (om ongewenste groepsvorming tegen te gaan) opleggen. De Officier van Justitie staan in geval van verdenking van een strafbaar feit en vervolging eveneens instrumenten ter beschikking (gebiedsverbod, contactverbod, meldingsplicht of begeleidingsverplichting). Het wetsvoorstel ligt ter behandeling in de Eerste Kamer.

Vraag 5

Lopen gemeenten die nu een mosquito hebben hangen het risico om voor de rechter gedaagd te worden omdat de mosquito in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-Kinderrechtenverdrag? Zo ja, hoe gaat u gemeenten hierover informeren?

Antwoord 5

Er staat een civielrechtelijke rechtsgang open tegen een beslissing tot het ophangen van een Mosquito of tegen het feitelijk gebruik ervan (zie bijlage bij Kamerstukken II 2008/09, 28684, nr. 188). Daarbij kan de mogelijke strijdigheid van de inzet van de Mosquito met genoemde verdragen inzet zijn van het rechtsgeding. Hoewel de internationale discussie over de inzet van de Mosquito nog niet is afgerond, hebben wij haar nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de VNG ten behoeve van haar hiervoor genoemde concept model-APV-bepaling en concepthandreiking voor gemeenten.

Vraag 6

Is er in de nieuwe richtlijn voor het plaatsen van de mosquito door gemeenten rekening gehouden met de uitspraak van de Raad van Europa? Zo nee, hoe gaat u de richtlijn hierop aanpassen?

Antwoord 6

Zie hiervoor het tweede deel van het antwoord op vraag 5.


XNoot
1

Spits, 11 maart 2010: «Europa: Mosquito onmenselijk»

http://www.spitsnieuws.nl/archives/tech/2010/03/europa_mosquito_onmenselijk.html

Naar boven