Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken over het op het matje roepen van diplomaten na overtredingen (ingezonden 11 februari 2010).

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 23 maart 2010).

Vraag 1 en 2

Kent u het bericht «Diplomaten op het matje bij ministerie»?1 Sinds wanneer bestaat dit speciale diplomatenloket, waar overtredingen van diplomaten kunnen worden gemeld?

Hoe functioneert het diplomatenloket tot nu toe? Kunt u er voor zorgen dat iedere overtreding van een diplomaat wordt gemeld bij het loket, zodat er in ieder geval een goed beeld komt te bestaan van overtredingen van diplomaten, juist vanwege de (on)mogelijkheden wat dwangmiddelen en verhaal van boetes betreft?

Antwoord 1 en 2

Het diplomatiek loket is een initiatief van de politie Haaglanden en is begin 2009 geopend. Het is gericht op het bevorderen van de veiligheid van en het verlenen van service aan diplomatieke instellingen. Daartoe onderhoudt het loket contacten met diplomatieke instellingen en geeft het onder meer adviezen over veiligheid. Deze afdeling fungeert niet als meldpunt voor overtredingen van diplomaten. Bekeuringen voor diplomaten worden door de politie op dezelfde wijze administratief verwerkt als overige bekeuringen.

Vraag 3

Hoe vaak komt het voor dat een diplomaat weigert aan een blaasproef of bloedtest mee te werken? Worden dergelijke weigeringen ook geregistreerd?

Antwoord 3

Diplomaten die bij een alcoholcontrole weigeren de blaastest af te leggen worden daarvoor bekeurd. Deze bekeuringen worden op naam van de automobilist geregistreerd. Hierbij kan een speciale aantekening worden gemaakt wanneer een automobilist zich ter rechtvaardiging van zijn weigering beroept op zijn diplomatieke status, maar het is administratief zeer bewerkelijk om dit te aggregeren tot jaarlijkse totalen.

Vraag 4

Wat gebeurt er precies met deze meldingen bij het diplomatenloket? Wat voor «actie kan worden ondernomen richting het ministerie van Buitenlandse Zaken»?1

Antwoord 4

Als diplomaten het slachtoffer worden van misdrijven of van het plegen daarvan worden verdacht, dient dit aan de korpschef te worden gemeld. De korpschef stelt het ministerie van Buitenlandse Zaken daarvan op de hoogte.

Vraag 5

Welke mogelijkheden heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken precies? Welk effect hebben de acties vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken tot dusver gehad?

Antwoord 5

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft ten behoeve van de ambassades en internationale organisaties protocolgidsen uitgegeven waarin uitdrukkelijk de verplichting voor geprivilegieerden wordt vermeld om de Nederlandse verkeersregels in acht te nemen en eventueel opgelopen verkeersboetes te voldoen. Het Ministerie heeft in 2009 alle buitenlandse vertegenwoordigingen en internationale organisaties aangeschreven om hen nogmaals aan deze verplichting te herinneren. Uit de reacties bleek dat de ambassades en internationale organisaties over het algemeen de noodzaak onderkennen van tijdige betaling van verkeersboetes. Het is te betreuren dat een aantal geprivilegieerden niettemin zijn verplichtingen niet nakomt. Ingevolge het Verdrag van Wenen kunnen echter geen wettelijke dwangmiddelen worden toegepast. Wel heeft het Ministerie de afgelopen jaren gebruik gemaakt van diplomatieke drukmiddelen als er sprake was van overtredingen door geprivilegieerden.

Vraag 6

Bent u bekend met de eerdere Kamervragen over dit onderwerp?2 Zijn er recentere cijfers dan het eerdere bericht dat driekwart van de verkeersboetes die in 2008 aan diplomaten zijn opgelegd niet is betaald?

Antwoord 6

Ja. Het CJIB heeft becijferd dat in de eerste helft van het afgelopen jaar 4008 verkeersovertredingen van zogenaamde geprivilegieerden zijn geconstateerd die hebben geleid tot het opleggen van een boete. Hiermee is een totaalbedrag gemoeid van € 270 254. Van deze zaken zijn er inmiddels 1931 betaald (dat is 48%). Dit is dus een verbetering ten opzicht van de cijfers over 2008. Deze cijfers kunnen nog oplopen doordat een aantal zaken zich nog in het inningstraject bevindt. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijft onverkort aandringen dat boetes worden betaald door deze groep.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat opgelegde boetes onbetaald blijven omdat ook diplomaten zich aan de wet moeten houden? Hoe rechtvaardigt u deze klassenjustitie? Welke oplossingen heeft u tot dusver bedacht om hier wat aan te doen?

Antwoord 7

Diplomaten dienen zich inderdaad te houden aan de wetten en regels van de ontvangende staat (artikel 41 lid 1 van het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer). Dit Verdrag stelt echter ook beperkingen aan de afdwingbaarheid van de betaling van opgelegde boetes: er kunnen geen dwangmiddelen tegen de diplomaten worden toegepast. Deze beperkingen zijn te rechtvaardigen omdat hierdoor diplomaten (waaronder Nederlandse diplomaten) die in een ander land werken niet door het gastland via de strafwet onder druk gezet kunnen worden. Zie overigens het antwoord op vraag 5.

Vraag 8

Bent u nog steeds van mening dat er voldoende mogelijkheden zijn om diplomaten die de wet overtreden aan te pakken en dat het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer, waarin het immuniteitsbeginsel is vastgelegd, niet hoeft te worden aangepast? Kunt u op zijn minst in overleg treden met andere landen om de uitleg van de regels in dit Verdrag zo uit te leggen dat boetes nooit onbetaald zullen blijven?

Antwoord 8

Het Verdrag van Wenen dient een belangrijk doel en functioneert over het algemeen naar behoren. Er zijn dan ook tot op heden geen serieuze voorstellen gedaan om het verdrag te amenderen. Nederland zal hiertoe ook geen initatieven ontplooien. Verder verwijs ik naar de activiteiten uit het antwoord op vraag 5 die ertoe dienen de betalingsdiscipline voor diplomaten te verbeteren.

Vraag 9

Bent u bereid openbaar te maken hoeveel boetes die zijn opgelegd aan diplomaten over de afgelopen vijf jaar onbetaald zijn gebleven, uitgesplitst naar uitzendend land? Bent u eveneens bereid jaarlijks een dergelijk overzicht openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Nee. Een dergelijke openbaarmaking behoort niet tot de diplomatieke drukmiddelen als bedoeld in het antwoord op vraag 5.

Vraag 10

Wat kost het ingerichte diplomatenloket? Bent u van plan deze kosten naar rato te verhalen op de landen waarvan de diplomaten in gebreke blijven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

Gezien de doelstellingen van het diplomatiek loket, zoals uiteen gezet in het antwoord op vragen 1 en 2, is het niet opportuun om de kosten daarvan te verhalen op diplomatieke instellingen.


XNoot
1

De Telegraaf, 10 februari 2010 http://www.telegraaf.nl/binnenland/5999391/__Diplomaten_op_het_matje__.html

XNoot
1

De Telegraaf, 10 februari 2010 http://www.telegraaf.nl/binnenland/5999391/__Diplomaten_op_het_matje__.html

XNoot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nrs. 3312, 3306 en 2123.

Naar boven