Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister van Financiën over de nieuwe rol van drogisterijketen Kruidvat als kredietverstrekker (ingezonden 23 februari 2010).

Antwoord van minister De Jager (Financiën), mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken (ontvangen 16 maart 2010).

Vraag 1 en 2

Vindt u het wenselijk dat drogisterijketen Kruidvat leningen wil gaan verstrekken tussen de 2 500 en 50 000 euro, terwijl 1,8 miljoen huishoudens kampen met betalingsachterstanden en honderdduizenden Nederlanders zware financiële problemen hebben? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe gaat u voorkomen dat Kruidvat kredieten gaat verkopen als ware het shampoo?1en2

Bent u van mening dat het aanvragen van consumptief krediet via drogisterijketen Kruidvat een veilige en betaalbare vorm van lenen is voor de consument? Zo ja, waarop baseert u dat? Zo nee, bent u bereid deze vorm van kredietverstrekking te verbieden?

Antwoord 1 en 2

Zie de beantwoording van vraag 4 van de vragen van Spekman en Vos. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2020, nr. 1927)

Vraag 3

Investeert Kruidvat door middel van opleiding in haar medewerkers, zodat zij bij de verstrekking van consumptief krediet een goed financieel advies vooraf aan de consument kunnen verstrekken en niet slechts een folder met daarin informatie uitdelen? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 3

Zoals reeds eerder aangegeven, kan een krediet niet in de winkel worden afgesloten. Medewerkers van het Kruidvat zullen dan ook geen advies verstrekken. De persoonlijke leningen en doorlopende kredieten kunnen uitsluitend telefonisch en online worden afgesloten. De consument kan op de betreffende internetsite alle informatie terugvinden, inclusief de diverse kredietprospectussen en algemene voorwaarden.

Vraag 4

Voldoet Kruidvat aan alle vereisten waaraan een financiële dienstverlener moet voldoen op basis van de Nederlandse wetgeving, bijvoorbeeld de vereisten ten aanzien van deskundigheid, betrouwbaarheid en integere bedrijfsvoering, maar ook ten aanzien van de zorgplicht? Zo ja, waar blijkt dit uit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Zie de beantwoording van vraag 6 t/m 9 van de vragen van Spekman en Vos. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2020, nr. 1927)

Vraag 5 en 6

Bent u het met uw voorganger, de heer Zalm, eens dat de «consument juist kan profiteren van het vergroten van de concurrentie»? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?3

Vindt u het in zijn algemeenheid wenselijk dat organisaties buiten de financiële sector zich op de markt voor consumptief krediet begeven? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 5 en 6

Ik vind het niet onwenselijk dat organisaties buiten de financiële sector zich op de markt voor consumptief krediet begeven, omdat bedrijven die financiële dienstverlening willen aanbieden aan strenge regels gebonden zijn. Ook vanuit mededingingsrechtelijk oogpunt bezien vind ik het niet onwenselijk dat leningen via meerdere vergunninghoudende kredietaanbieders en via verschillende distributiekanalen worden aangeboden. Concurrentie tussen kredietaanbieders heeft een gunstig effect op de prijs. De rente die de consument moet betalen voor een lening kan hierdoor lager uitpakken.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Spekman en Vos (beiden PvdA), ingezonden 19 februari 2010 (vraagnummer 2010Z03508)


XNoot
1

http://www.beursduivel.be/nieuws/81540/naar_kruidvat_voor_een_lening

XNoot
2

Monitor Betalingsachterstanden 2009 (29 november 2009).

XNoot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2004–2005, nr. 2100.

Naar boven