Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1803

Vragen van het lid Leijten (SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het wederom voorstellen van gedwongen verhuizingen bij Sherpa. (Ingezonden 28 januari 2010)

1

Wat is uw reactie op het bericht dat er wederom plannen zijn bij gehandicapteninstelling Sherpa om het instellingsterrein te open voor particuliere bebouwing, waardoor er 175 gehandicapten – al dan niet gedwongen – moeten verhuizen?1

2

Hoe oordeelt u over de zorgen dat belangen die gediend worden met het beschikbaar maken van instellingsterreinen voor woningbouw, met name luxe villa’s, de zorgbelangen zullen verdringen?

3

Kunt u eens aangeven hoe de verkiezing van de medezeggenschapsraad van ouders bij Sherpa plaatsvindt? Wat is uw oordeel hierover?

4

Bent u van mening dat hier eerst een fatsoenlijk woonwensenonderzoek moet worden gedaan onder de bewoners van Sherpa? Zo nee, waarom niet?

5

Wat is uw reactie op de stelling van de Nationale Ombudsman dat het vaststellen van de woonwens niet kan lopen via het zorgplan (POP)?2

6

Bent u bereid om het wetenschappelijk onderzoek naar integratie van verstandelijk gehandicapten naar «gewone» woonwijken serieus te nemen?3

7

Waar is het woonwensenonderzoek van Sherpa uit 1998 nu echt gebleven? Wilt u ook ingaan op de opmerkingen van de Ombudsman over de beantwoording van de Kamervragen over Sherpa?4

Antwoord

Antwoord van minister Klink (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 8 maart 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1571

1, 2

Zoals de voormalige staatssecretaris u in antwoord op uw eerdere kamervragen gemeld heeft, ben ook ik van mening dat keuzevrijheid en diversiteit in wonen essentieel zijn voor een goede zorg aan kwetsbare mensen (TK 2007–2008, 30597, nr. 15). Leidend daarbij is dat de cliënt moet kunnen kiezen hoe en waar zij die zorg van de instelling kan ontvangen.

Eerder is op uw vragen bericht (Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2009–2010 nr. 141) dat Sherpa in deze casus voldoende instrumenten inzet die waarborgen dat wat de cliënt wil in beeld komt. Hier hoort ook het advies van de cliëntenraad bij.

In reactie op een brief van het Landelijk Netwerk Kritische Ouders (LNKO), waarnaar u verwijst, geven de bestuurders van de zorgorganisaties Amerpoort en Sherpa aan dat ook na invulling van de plannen van omgekeerde integratie er nog voldoende plaatsen op de huidige locatie overblijven om alle cliënten die dat willen op de huidige locatie te herhuisvesten. In deze plannen is rekening gehouden met de wens van beschermd tot meer of minder geïntegreerd wonen.

Naar mijn idee kan er in dit geval niet sprake zijn van gedwongen verhuizing.

3

Ik verwijs u hiervoor naar bijgesloten Regeling medezeggenschap cliënten Sherpa.1 Op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen houdt de IGZ toezicht of de medezeggenschap procedureel goed is geregeld. De IGZ heeft geen aanleiding om van oordeel te zijn dat dit bij Sherpa niet goed geregeld is. Ik sluit mij bij deze conclusie aan.

4

Bij de beantwoording van uw eerdere kamervragen 3 en 4 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1518) en de vragen 5 en 6 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 141) is de voormalige staatssecretaris op deze aangelegenheid ingegaan. Ik verwijs u dan ook naar de eerder hierover gegeven antwoorden.

5

Ik zal in een afzonderlijke brief aan uw Kamer reageren op de opmerkingen van de Nationale Ombudsman. Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar deze brief.

6

Ik neem elk onderzoek naar de gevolgen van de integratie van mensen met een verstandelijke beperking serieus. De voormalige staatssecretaris heeft u eerder geantwoord (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 14) dat zij blij was dat de instelling zelf het initiatief heeft genomen om zijn genomen huisvestingsbesluiten te toetsen op kwaliteit door een onafhankelijk deskundige. Het beeld dat uit dat onderzoek naar voren komt is dat de cliënt en zijn verwant in het algemeen zeer tevreden zijn over de nieuwe woonsituatie. Ik heb daar dan ook geen andere conclusie aan toe te voegen.

7

U heeft deze vraag al eerder gesteld. Ik verwijs u naar het antwoord hierop (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 14 vraag 1).


XNoot
1

 EénVandaag, 26 januari 2010 http://www.eenvandaag.nl/binnenland/35545/gehandicapten_dreigen_rust_te_verliezen_

XNoot
2

 Rapport «De IGZ. Een papieren Tijger», van de Nationale Ombudsman, 3 december 2009.

XNoot
3

 Malsch en Schuerman, 2009.

XNoot
4

 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 141.

XNoot
1

 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven