Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1764

Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de staatssecretaris van Justitie over de uitvoering van Penitentiaire Programma’s. (Ingezonden 21 januari 2010)

1

Hoeveel mensen zitten jaarlijks in een Penitentiair Programma als laatste onderdeel van hun detentie, zodat zij overdag een programma volgen buiten de gevangenis en de resterende tijd thuis zijn? Hoeveel daarvan worden uitgevoerd door de Penitentiaire Trainings Centra (PTC’s)?

2

Is het waar dat het Penitentiair Programma een bijzonder succesvol programma is? Zo ja, is er onderzoek verricht naar de recidivecijfers van deelnemers aan Penitentiaire Programma’s? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat het nuttig is hier inzicht in te verkrijgen? Zo ja, bent u bereid hier onderzoek naar te doen en daarbij te kijken of er onderscheid te maken valt tussen reguliere gedetineerden (die niet deelnemen aan een penitentiair programma), de deelnemers die wel en de deelnemers die niet door de PTC’s zijn begeleid?

3

Waarom komen er niet veel meer gedetineerden in aanmerking voor het Penitentiar Programma? Wat gebeurt er met gedetineerden die niet in aanmerking komen voor een Penitentiar Programma? Kan deze groep in aanmerking komen voor een Basis Penitentiair Programma? Vindt u het wenselijk dit uit te breiden?

4

Waarin onderscheidt zich de doelgroep van de PTC’s van de mensen die een Penitentiair Programma doorlopen zonder betrokkenheid van een PTC?

5

Wat kost een plaats in een PTC per persoon per dag?

6

Bent u tevreden over de wijze waarop de PTC’s in Nederland hun taak op dit moment vervullen? Slagen de PTC’s naar uw mening momenteel goed in hun taak om gedetineerde deelnemers, in de laatste fase van hun detentie, te begeleiden met de terugkeer in de maatschappij? Zo nee, waarom niet?

7

Welke rol zullen de PTC’s gaan spelen in het programma Modernisering Gevangeniswezen?

8

Bent u er van op de hoogte dat veel deelnemers aan Penitentiaire Programma’s niet goed zijn voorbereid op wat zij kunnen verwachten in de PTC’s? Is het u bekend dat er deelnemers zijn die met bagage en slaapzak aankomen in de verwachting dat zij gehuisvest zullen worden op het PTC? Bent u bereid te bezien of de voorbereiding op en de voorlichting en informatie over deze programma’s vanuit de penitentiaire inrichtingen kan verbeteren?

9

Wanneer is besloten dat de Penitentiaire Programma’s, die nu nog door Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) worden uitgevoerd binnen de PTC’s, moeten worden overgedragen aan de reclassering? Welke redenen waren hiervoor destijds? Gelden deze redenen nog steeds? Welke problemen die er nu zijn zouden worden opgelost met een eventuele overdracht? Kunt u het evaluatierapport over de pilots op dit gebied betrekken in uw antwoord?

10

Is het uw verwachting dat de reclassering dit werk beter zou doen dan hoe de DJI het zelf al doet? Zo nee, waarom zou dit programma dan afgestoten moeten worden? Zo ja, op welke onderdelen denkt u dat de reclassering dit werk beter zou doen?

11

Is het uw verwachting dat de reclassering dit werk goedkoper zou doen dan hoe de DJI het zelf al doet? Zo nee, waarom zou dit programma dan afgestoten moeten worden? Zo ja, welke dagprijs zou de reclassering krijgen?

12

Kunt u toelichten welke stappen er al ondernomen zijn om de PTC’s over te dragen aan de reclassering? Is het waar dat dit proces al jaren vrijwel stil ligt? Is nog steeds uw verwachting dat de overdracht van de Penitentiaire Programma’s aan de reclassering in 2010 kan plaatsvinden?1

13

Heeft u bij het nemen van het besluit de PTC’s af te stoten overleg gehad met het personeel en de medezeggenschapsorganen? Hoe is dit precies gelopen?

14

Vindt u het acceptabel dat het personeel van de PTC’s al jaren in onzekerheid zit over de toekomst van hun werk? Deelt u de mening dat het wenselijk is dat deze mensen die dit belangrijke werk doen eindelijk duidelijkheid hierover krijgen? Is het u bekend dat er onder het personeel geen begrip en dus geen draagvlak is voor de overdracht van de PTC’s? Bent u bereid om met het personeel en de medezeggenschapsorganen overleg te voeren over nut en noodzaak van de overdracht van dit werk aan de reclassering?

Antwoord

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) (ontvangen 3 maart 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1121

1

In 2009 hebben 1.555 personen deelgenomen aan een Penitentiair Programma (PP). Daarvan werd ongeveer 44% uitgevoerd door de Penitentiaire Trainings Centra (PTC’s).

2

PP is een succesvol programma. Ik vind het van belang dat er inzicht is in de recidivecijfers van deelnemers aan een PP. Het WODC brengt dit in kaart in de Recidivemonitor. Het algemene recidivepercentage van deelnemers van een PP ligt significant lager dan het recidivepercentage van personen die vanuit een gesloten penitentiaire inrichting uitstromen. Zie onderstaande gegevens:

– Van de personen die in 2004 deelnamen aan een PP, recidiveert 51% binnen 5 jaar ten opzichte van 73% recidive van personen die vanuit een gesloten inrichting uitstromen.

– Van de personen die in 2005 deelnamen aan PP, recidiveert 47% in vier jaar ten opzichte van 74% recidive van personen die vanuit een gesloten inrichting uitstromen.

– Van de personen die in 2006 deelnamen aan ED, recidiveert 40% in drie jaar ten opzichte van 63% recidive van personen die vanuit een gesloten inrichting uitstromen.

3

Op grond van artikel 4 Penitentiaire Beginselenwet kunnen gedetineerden in aanmerking komen voor een PP. Aan een PP kan worden deelgenomen gedurende ten hoogste een zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf direct voor de datum van invrijheidsstelling, mits:

a) de gedetineerde is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten minste zes maanden;

b) het strafrestant bij aanvang van de deelname aan het penitentiaire programma ten minste vier weken en ten hoogste een jaar bedraagt;

c) er geen andere omstandigheden zijn die zich tegen zijn deelname verzetten.

Indien een gedetineerde aan bovenstaande criteria voldoet kan hij in aanmerking komen voor een PP. Dit wordt door middel van een selectieproces en de daarbij behorende criteria en uitsluitingsgronden bepaald. Daarnaast is het beleid dat een PP moet passen binnen de kaders van het programma Terugdringen Recidive (TR).

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een basis penitentiair programma (BPP) en lange penitentiaire programma’s (PP). Het BPP is een kortdurend programma van gemiddeld 40 dagen. Bij het BPP wordt geen gebruik gemaakt van reclasseringstoezicht in tegenstelling tot de lange PP’s waar dat wel het geval is. Een PP duurt gemiddeld 125 dagen. Een gedetineerde kan in aanmerking komen voor een BPP of een PP. Gedetineerden die hiervoor niet in aanmerking komen stromen uit detentie zonder PP. Voor deze gedetineerden worden inspanningen verricht in het kader van het programma Sluitende Aanpak Nazorg. Op dit moment zie ik geen aanleiding de criteria voor deelname aan een BPP aan te passen.

4

In het evaluatierapport pilots overdracht PP’s van het gevangeniswezen en de reclassering wordt geconcludeerd dat qua problematiek meer complexe gedetineerden een traject volgen in een Penitentiair Trajecten Centrum (PTC). Het betreft gedetineerden die nog trainingen dienen te volgen en niet over een arbeidsplaats beschikken. De reclassering begeleidt over het algemeen gedetineerden die al een arbeidsplaats hebben of die scholing volgen.

5

Een plaats in een PTC kost gemiddeld € 54 per persoon per dag.

6

Ja. De PTC’s slagen er in om gedetineerden goed te begeleiden bij hun terugkeer in de samenleving. Dit blijkt ook uit de positieve waardering die de Inspectie voor de Sanctietoepassing heeft geuit over het werk van de PTC’s in het (vervolg) thema-onderzoek naar de uitvoering van Penitentiaire Programma’s1.

7

De activiteiten en taakopvatting binnen de PTC’s zijn in lijn met de uitgangspunten van het programma Modernisering Gevangeniswezen.

8

Volgens de mij verstrekte inlichtingen zijn dergelijke voorvallen inderdaad enkele keren voorgekomen. De oorzaak hiervan blijkt bij deze incidenten erin gelegen te zijn dat de penitentiaire inrichting niet altijd (tijdig) de zaken goed op orde heeft voordat een gedetineerde een PP gaat volgen bij een PTC. Dit behoort niet voor te komen als de gemaakte afspraken en procedures worden gevolgd. Bij een plaatsing in een PP dient er altijd vooraf een goedgekeurd verblijfadres te zijn. Ik zal er voor zorgen dat de penitentiaire inrichtingen hier aandacht voor hebben.

9 t/ 12

Een aantal jaar geleden is besloten de PP’s, die door de DJI worden uitgevoerd door de PTC’s, over te dragen aan de reclasseringsorganisaties.

Er is toen besloten om de huidige dubbelstructuur te doorbreken door middel van een transparanter model voor de samenwerking tussen het gevangeniswezen en de reclasseringsorganisaties.

Dit model is gebaseerd op een trajectbenadering ten aanzien van de resocialisatie van gedetineerden en gaat uit van een eenduidige toedeling van taken en verantwoordelijkheden. Het gevangeniswezen is primair verantwoordelijk voor reïntegratie-inspanningen tijdens de intramurale detentiefase en de reclassering is dat voor de extramurale fase.

Bij de overdracht van PP’s aan de reclasseringsorganisaties spelen geen financiële overwegingen. De verwachting is dan ook niet de overheveling van PP’s leidt tot een kostenbesparing.

Met het oog op de uitvoering van dit besluit hebben de DJI en de reclasseringsorganisaties eind 2005 en begin 2006 twee pilots gestart waarin ervaring werd opgedaan met de overdracht van PP’s van het gevangeniswezen naar de reclasseringsorganisaties. Uit dit onderzoek zijn randvoorwaarden voor de overdracht voortgekomen. De overdracht heeft vertraging opgelopen. Mijn verwachting is dat de overdracht dit jaar kan plaatsvinden.

13

Ja, DJI heeft dit besproken met de groepsondernemingsraad Gevangeniswezen.

De overdracht van de PP’s naar de reclasseringsorganisaties is een politieke afweging geweest met beperkingen voor de medezeggenschapsrechten.

De groepsondernemingsraad Gevangeniswezen heeft hiertegen geen rechtsmiddel aangewend.

14

Ik ben mij ervan bewust dat de overdracht van PP’s consequenties heeft voor het personeel van de PTC’s. De DJI en de reclasseringsorganisaties zullen stappen in het proces van overdracht tijdig bekend maken. Het belang van behoorlijke personeelszorg vergt dat het desbetreffende personeel van de gevangenis in de gelegenheid wordt gesteld zich voor te bereiden op eventuele consequenties voor de eigen functie en werkplek. Voor hen geldt bovendien dat zij met de status van herplaatsingskandidaat aanspraak kunnen maken op het sociaal flankerend beleid.


XNoot
1

 Kamerstuk 32 123 VI, nr. 13, blz. 48.

XNoot
1

 Kamerstukken II vergaderjaar 2006–2007, 24 587, nr. 198.

Naar boven