Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1645

Vragen van het lid Vragen van de lid Tony van Dijck (PVV) aan de minister van Financiën over salarisverhoging bij ABN Amro. (Ingezonden 29 januari 2010)

1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat er eerder sprake is geweest van een salarisverhoging bij ABN Amro dan van een verlaging?1

2

Is het waar dat de vaste beloningen zijn verhoogd (soms verdubbeld) en beter zijn dan het marktgemiddelde? Zo nee, bent u bereidt dit te onderbouwen met jaaropgaven van bestuurders?

3

Kunt u aangeven of het bonusplafond van 60% ook geldt voor handelaren? Zo nee, waarom niet?

4

Deelt u de mening dat de belastingbetaler een miljardenoffer heeft gebracht om de banken te redden en dat daarom van het personeel en bestuur ook een offer mag worden verwacht?

5

Gat u ervoor zorgen dat bonussen worden verbannen en dat de Balkenendenorm geldt voor die financiële instellingen die met belastinggeld overeind worden gehouden? Zo nee, waarom niet?

6

Deelt u de mening dat Fortis/ABN Amro gelijk behandeld zou moeten worden als elke andere staatsdeelneming, waarbij de salarissen aan de top niet harder stijgen dan die van het overige personeel? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Tang (PvdA), ingezonden 29 januari 2010 (vraagnummer 2010Z1812).

Antwoord

Antwoord van minister Bos (Financiën) (ontvangen 17 februari 2010)

1

Ja.

2

Zoals ik in mijn brief van 19 januari jl. reeds uiteen heb gezet, is het beloningsbeleid voor de nieuwe bestuurders van de gecombineerde bank fors lager dan het beloningsbeleid dat gold voor de bestuurders van het oude ABN Amro (namelijk tot 65% lager) en bevindt het nieuwe beloningsbeleid zich onder de mediaan van vergelijkbare ondernemingen. Dit laatste toont aan dat de totale beloning voor de bestuurders gematigder is dan het voor de nieuwe bank relevante marktgemiddelde. Voorts zijn ook de nieuwe vaste salarissen lager dan de vaste salarissen van de oude ABN Amro-bestuurders. Het jaarverslag van ABN Amro over 2008 noemt de vaste jaarsalarissen voor de toen zittende bestuurders (683.000 euro) en in het jaarverslag over 2009 zullen de nieuwe vaste jaarsalarissen (600.000 euro) te vinden zijn. Er hoeft dus geen enkele onduidelijkheid te zijn over de vraag of de vaste salarissen voor de bestuurders hoger of lager zijn dan voorheen: die zijn echt lager.

Ook mevrouw Van der Meer Mohr, die in het bewuste bericht wordt opgevoerd, heeft niet willen zeggen dat de (vaste) beloningen voor de bestuurders met het nieuwe beloningsbeleid hoger zijn dan onder het oude beloningsbeleid, zo heeft zij mij bevestigd.1 Zij is juist van mening dat de beloningen van de bestuurders van de nieuwe bank überhaupt niet moeten worden vergeleken met de beloningen van de bestuurders van de oude bank, gezien het verschil in omvang. Dat ben ik met haar eens. Het oude beloningsbeleid is dan ook niet de toetssteen geweest voor het nieuwe beleid; er is gekeken naar de zwaarte en verantwoordelijkheden van de nieuwe bestuursfuncties. Voorts heeft zij mij gemeld dat zij zelf zou hebben gekozen voor een andere referentiegroep dan de twee referentiegroepen op basis waarvan het nieuwe beleid is vastgesteld. Ik ben echter van mening dat de gekozen referentiegroepen een goede toetssteen vormen voor het nieuwe beloningsbeleid van de gecombineerde bank. Conform de Code Banken is de mediaan bepaald van zowel een referentiegroep van Nederlandse en Europese financiële instellingen als van een referentiegroep die voornamelijk bestaat uit niet-financiële instellingen (de AEX). In de vergelijkingsgroep met financiële instellingen zijn, naast vergelijkbare buitenlandse financiële ondernemingen, instellingen als ING Nederland en Rabobank Nederland opgenomen. De AEX-referentiegroep bestaat uit evenveel ondernemingen die kleiner zijn dan de nieuwe bank als ondernemingen die groter zijn. De referentiegroepen zijn mijns inziens dus methodologisch correct samengesteld. Het nieuwe beloningsbeleid bevindt zich 25% onder de mediaan van de niet-financiële referentiegroep en 11% onder de mediaan van de financiële referentiegroep.

Voorts heeft mevrouw Van der Meer Mohr willen wijzen op drie individuele gevallen, die als gevolg van een promotie tot bestuurder een hogere vaste beloning krijgen dan in de functie die zij een aantal jaren geleden bij de oude bank bekleedden. Zoals hierboven reeds uiteen gezet is het beloningsbeleid niet afgestemd op wat individuele beoogde bestuurders in een vorige functie met andere (minder) verantwoordelijkheden verdienden, maar zijn de beloningen – conform de Code Banken – vastgesteld onder de mediaan van functies die qua zwaarte en verantwoordelijkheden vergelijkbaar zijn met de bestuursfuncties bij de nieuwe bank. In die benadering zijn de beloningen die de huidige bestuurders in hun vorige functies verdienden (en dus ook hun jaaropgaven) niet relevant bij de beoordeling van het nieuwe beloningsbeleid.

Ten slotte waarschuwde mevrouw Van der Meer Mohr voor een opdrijvende werking op de totale loonkosten van de bank, als gevolg van de vermeende hogere vaste salarissen van de bestuurders. Aanvullend aan hetgeen ik hierboven betoogde (de vaste salarissen van de bestuurders zijn niet verhoogd), wil ik benadrukken dat ook het beloningsbeleid voor de medewerkers in de eerste lagen onder de raad van bestuur is vastgesteld op basis van een referentiegroep van met de nieuwe bank vergelijkbare ondernemingen. Ook het beloningsbeleid voor deze medewerkers is gematigder dan voorheen en – belangrijker – bevindt zich onder de mediaan van de referentiegroep.

3

In mijn eerdergenoemde brief heb ik uiteen gezet dat in het nieuwe beloningsbeleid voor de bestuurders is vastgelegd dat hun variabele beloning maximaal 60% van het vaste jaarsalaris kan bedragen. De variabele beloning voor de managementgroep (de managers in de eerste lagen onder de raad van bestuur) is, zoals ook in de brief genoemd, gemaximeerd op 100% van het vaste jaarsalaris. In beginsel geldt dit maximum ook voor de handelaren die werkzaam zijn binnen de managementgroep, hoewel in het beloningsbeleid ruimte is om op het totaal van 100 senior managers aan een zéér beperkt aantal medewerkers een hogere variabele beloning dan 100% van het vaste salaris toe te kennen. Het moet daarbij gaan om specialistische medewerkers, met voor de nieuwe bank cruciale, strategische kennis. De raad van commissarissen stelt overigens, conform de Code Banken, ook voor deze medewerkers een passend maximum vast. Bovendien moeten ook hun individuele (variabele) beloningen door de raad van commissarissen worden goedgekeurd. De toezichthouder toetst of de variabele beloningen wel of niet verantwoord zijn in het licht van de vraag of zij wel of niet aanzetten tot onverantwoorde beslissingen.

4

Ik vind dat álle financiële instellingen een duurzaam, beheerst en gematigd beloningsbeleid moeten hebben (of spoedig krijgen), dat onder meer rekening houdt met het maatschappelijk draagvlak. De door de staat gesteunde instellingen hebben een nog grotere verantwoordelijkheid dan andere om ervoor te zorgen dat hun beloningsbeleid voldoet aan nationale en internationale standaarden op dit gebied.

5

Niet elke vorm van variabele beloning in de financiële sector leidt automatisch tot een perverse prikkel. Van belang is wel dat de risico’s worden beheerst en de gekozen doelstellingen breed zijn samengeteld, gericht zijn op de lange termijn, de belangen van alle stakeholders dienen en niet aanzetten tot pervers risicovol gedrag met een eenzijdige kortetermijnoriëntatie.

Hoewel zij een nieuw, duurzaam en nadrukkelijk ook gematigder beloningsbeleid moeten opstellen, zullen de beloningen bij de door de staat gesteunde banken een relatie moeten houden met de voor deze instellingen relevante arbeidsmarkt. Om die reden zijn de normen die zijn ontworpen voor de publieke en semipublieke sector niet toepasbaar op ondernemingen die louter in een competitieve omgeving opereren.

6

Zeker. Om die reden is in het beloningsbeleid voor het nieuwe bestuur van de gecombineerde bank vastgelegd, zoals reeds in mijn brief van 19 januari jl. genoemd, dat de vaste beloningen van de bestuurders worden geïndexeerd op basis van de Algemene Bank-CAO.


XNoot
1

 NRC, 26 januari 2010.

XNoot
1

 Onderstaande tekst is met mevrouw Van der Meer Mohr afgestemd.

Naar boven