Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 1641 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 1641 |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1641
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over terugbetaling van btw. (Ingezonden 25 januari 2010)
1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Bedrijven wachten op teruggave btw door IT-probleem fiscus»?1
2
Hoe beoordeelt u de situatie dat ondernemers al ruim twee weken geen btw meer kunnen terugvorderen uit het buitenland? Kunt u aangeven om hoeveel ondernemers het gaat? Welke bedragen hebben deze ondernemers gemiddeld tegoed? Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat ondernemers toch hun btw kunnen terugvorderen?
3
Vanaf/sinds wanneer kunnen ondernemers een aanvraag voor btw teruggaaf indienen via het Nederlandse portal?
4
Welke van de 27 landen nemen op dit moment aanvragen, die ontvangen worden, in behandeling en gaan over tot terugbetaling? Hoe gaat u de landen aanspreken die de BTW niet terugbetalen?
5
Acht u het acceptabel dat het elektronische kanaal, waarmee grotere bedrijven en intermediairs bulkaanvragen kunnen doen «in het gunstigste geval» begin maart in werking treedt? Wat is de uiterste datum dat dit kanaal in werking treedt?
6
Herinnert u zich dat u in uw brief d.d. 12 januari 2010 (Kamerstuk 31 907, nr. 15) aangeeft dat de problemen mede een EU-oorzaak hebben? Hoe verhoudt dit zich tot de stelling verder in voornoemde brief dat tien lidstaten hebben aangegeven in januari in ieder geval verzoeken om btw-teruggaaf te kunnen ontvangen? Hebben deze landen geen problemen met VAT Refund Core Asset (VRCA)? Waarom Nederland wel?
7
Waarom zijn de problemen pas in december aan het licht gekomen, terwijl u in uw brief d.d. 16 november 2009 (Kamerstuk 31 907, nr. 10) aangeeft dat conform de planning in de tweede helft van oktober 2009 het testtraject voor VRCA is ingezet? Is de verbinding met het Europese netwerk wel tijdig getest en waarom zijn de problemen daarbij niet aan het licht gekomen?
8
Bent u van mening dat de Europese Commissie voldoende toezicht op de lidstaten gehouden heeft, gezien het feit dat u in uw brief d.d. 16 november 2009 aangaf van de Commissie positieve geluiden te hebben gehoord maar deze achteraf kennelijk te positief waren?2
9
Hoe ziet de fall back procedure in de EU-lidstaten eruit en is zij in werking getreden in de landen die hun ICT-systemen niet op orde hebben? Zo nee, waarom niet?
11
Kent u het artikel «VAT refund changes hold up Europe businesses»?3 Hoe beoordeelt u de daarin door een woordvoerder van de International VAT Association geponeerde stelling dat EU-lidstaten in hebben gefaald in het «end-to-end» testen van de IT systemen? En hoe beoordeelt u de stelling dat EU-lidstaten hebben verzuimd om samen te werken zodat er compatibele portals ontstonden? Is een en ander inderdaad het geval en wat heeft u gedaan om dit te voorkomen?
12
Welke actie onderneemt u samen met de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat binnen korte termijn Nederlandse ondernemers, die btw in het buitenland hebben afgedragen, die btw tijdig en zonder rompslomp terugkrijgen? Welke datum is de uiterste datum dat dit hele proces vlekkeloos dient te verlopen in alle 27 EU-landen?
13
Kunt u deze vragen binnen 2 weken beantwoorden in verband met het grote belang van de Nederlandse economie?
Antwoord
Antwoord van staatssecretaris De Jager (Financiën) (ontvangen 17 februari 2010)
2 en 3
In mijn brief van 12 januari jl. ben ik ingegaan op de status van de Nederlandse portaalsite en effecten voor ondernemers van fasering. De groep ondernemers en intermediairs bestaat uit ongeveer 2000 partijen, die vanaf 1 januari een verzoek hadden kunnen indienen. Deze portaalsite voor verzoeken van Nederlandse ondernemers is sinds 18 januari jl. daadwerkelijk opengesteld. Inmiddels zijn ook verzoeken van ondernemers en intermediairs ontvangen en doorgestuurd naar de lidstaten van teruggaaf. Daarnaast is er een groep van bijna 400 ondernemers en intermediairs die in de tweede helft van januari een autorisatie heeft ontvangen, maar vanwege de fasering in februari kan inloggen. Zij zijn per email hiervan op de hoogte gesteld. Omdat er sprake is van een nieuw proces, is er uiteraard geen informatie beschikbaar over eerdere verzoeken van deze ondernemers. Een schatting van het gemiddelde bedrag van de teruggaaf kan dan ook niet worden gegeven.
4
In hoeverre lidstaten verzoeken om teruggaaf daadwerkelijk meteen in behandeling nemen en overgaan tot betaling, is thans niet na te gaan. Daarbij is tevens van belang dat in de toepasselijke bepalingen van de EU-richtlijn is aangegeven dat lidstaten van teruggaaf een maximale periode van vier maanden na de ontvangstbevestiging hebben om het verzoek te beoordelen en af te handelen. Ik wijs er daarnaast op dat met de aanpassingen in de Europese regelgeving de directe financiële relatie tussen ondernemers en de lidstaat van teruggaaf op zichzelf niet veranderd is. De lidstaat van vestiging vervult in die relatie een intermediaire administratieve rol bij de aanvraag en is in beginsel niet betrokken bij de behandeling en uitbetaling. Een uitzondering hierop is het verzoek van een lidstaat van teruggaaf aan de lidstaat van vestiging om namens de eerstgenoemde lidstaat berichten aan de ondernemer te zenden. Overigens zijn met de aanpassingen betere waarborgen geschapen voor tijdige uitbetaling door de lidstaten van teruggaaf en aanspreekbaarheid op niet-tijdige betaling in de vorm van verschuldigde rente. Indien echter blijkt dat een bepaalde lidstaat echt structureel zijn verplichtingen weigert na te komen, zal Nederland dat zowel bij de Commissie als in de Ecofin aan de orde stellen.
5
Reeds in mijn brief van 22 september 2009 heb ik aangegeven dat dit kanaal niet per 1 januari 2010 gereed zou zijn. In mijn brief van 12 januari heb ik ook aangegeven dat dit kanaal niet per se noodzakelijk is. Ondernemers die dat willen, kunnen nu reeds via de portaalsite verzoeken indienen. Het behoort echter naar mijn mening bij de uitgangspunten voor het elektronische verkeer tussen de Belastingdienst en ondernemers dat er ook een kanaal openstaat voor meer massale verzoeken die vanuit de software bij de ondernemer of de intermediair worden gegenereerd, ook al wordt dat door de richtlijn als zodanig niet voorgeschreven. Maar het betreft hierbij dus geen verplichting voor Nederland, wij hebben dit als een extra service voorzien. Meerdere landen zullen naar verwachting deze service in het geheel niet bieden. Als gevolg van de fasering van het openstellen van de portaalsite naar 18 januari jl. is de verwachte oplevering verschoven naar begin maart 2010.
6 en 7
Voor elk van de lidstaten geldt dat zij hun eigen afweging maken hoe zij de portaalsite inrichten en openstellen, mits de berichtenuitwisseling volgens de Europese afspraken plaatsvindt. Het feit dat het technische protocol voor gegevensuitwisseling op het EU-netwerk in afwijking van de eerder besproken en op EU-niveau geaccordeerde specificaties tijdens voortgezette testen meer restricties bleek te bevatten, heeft voor lidstaten, afhankelijk van de technische specificaties van portaalsite, verschillende gevolgen gehad. Mede in samenhang met de nog als onvoldoende beoordeelde performance is eind december 2009 de afweging gemaakt de portaalsite in Nederland nog niet open te zetten.
8
Voor zover ik dat vanuit de positie van Nederland kan overzien, is door de Europese lidstaten en de Europese Commissie genoegzaam overleg gevoerd en zijn door hen de activiteiten ondernomen die binnen hun verantwoordelijkheden liggen.
9
Zoals hiervoor is aangegeven, geldt voor elk van de lidstaten dat zij elk hun eigen afweging maken hoe zij de portaalsite inrichten en openstellen; dat geldt ook voor de vraag of en zo ja, hoe zij van een «fall back» voorziening gebruik maken. Er is thans geen informatie beschikbaar in welke mate dat het geval is.
10
De EU-richtlijn is op dit punt sinds de wijziging niet aangepast, zodat de oude procedure niet van toepassing is. Dit is derhalve niet toegestaan.
11
Het artikel is mij bekend. De hierin geponeerde stelling onderschrijf ik niet. Zoals hiervoor is gezegd, voor zover ik dat kan overzien is door de Europese lidstaten en de Europese Commissie genoegzaam overleg gevoerd en hebben zij, inclusief Nederland, de activiteiten ondernomen die binnen hun verantwoordelijkheden liggen.
12
Binnen het nieuwe stelsel voor teruggaafverzoeken is de eerste stap dat de lidstaat van vestiging een portaalsite openstelt om teruggaafverzoeken van ondernemers in behandeling te nemen en vervolgens door te sturen naar de lidstaten van teruggaaf. Dat is in Nederland sinds 18 januari jl. het geval.
13
Gelet op de veelheid van onderwerpen in de vragen heb ik de normale periode van drie weken aangehouden.
In uw brief d.d. 16 november 2009 stelt u namelijk: «Van de diensten van de Commissie is vernomen dat zij geen indicatie hebben dat de implementatie van de wetgeving in nationale wetgeving niet tijdig klaar zou zijn. Wat specifiek de richtlijn voor teruggaaf betreft, verwacht de Commissie, op basis van de informatie die zij tijdens overleggen in o.a. het Steering Committee on IT (SCIT) van 24 september 2009 over deze materie van de lidstaten heeft verkregen, dat zowel de wetgeving als de benodigde IT systemen per 1 januari 2010 gerealiseerd zullen zijn. Ook heeft de Commissie aangegeven dat zij voor de teruggaaf van in een andere lidstaat betaalde BTW een «fall back» procedure ontwikkelt om de situatie soepel te laten verlopen in een lidstaat die onverhoopt toch iets te laat is. Daarbij benadrukt de Commissie dat een falen van één lidstaat geen enkele gevolg mag hebben voor de lidstaten die wel op tijd zijn.»
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-1641.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.