Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1537

Vragen van het lid Jansen (SP) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over Woonbron en de ss Rotterdam. (Ingezonden 5 januari 2010)

1

Heeft de nieuwe raad van commissarissen van Woonbron de evaluatie van het functioneren van de raad van bestuur rond de aankoop en herontwikkeling van de ss Rotterdam al geëvalueerd? Zo ja, wat zijn de conclusies van deze evaluatie? Zo nee, op welke termijn zal de evaluatie worden afgerond? Acht u dit tempo in lijn met de ambitie die u heeft uitgesproken bij de vervanging van de raad van commissarissen van Woonbron?1

2

Wat is de verklaring van Woonbron voor de verdere verschuiving van de openingsdatum, waarvan u tijdens het algemeen overleg d.d. 3 november 2009 verwachtte/hoopte dat deze nog in 2009 zou plaatsvinden?2

3

Is het waar dat de geplande openingsdatum nu 15 februari 2010 is?

4

Zullen per deze datum alle geplande kostendragers uit de business case operationeel zijn en de beoogde leerwerkplekken volledig ingevuld? Zo nee, welke kostendragers zullen per deze datum wel/niet operationeel zijn en hoeveel leerwerkplekken wel/niet ingevuld?

5

Kunt u de Kamer – zo nodig vertrouwelijk – informeren over de begrote omzet en het jaarresultaat over 2010 voor de ss Rotterdam en over de voortgang bij het aantrekken van nieuwe aandeelhouders in Rederij de Rotterdam BV, waardoor het aandeel van Woonbron teruggebracht kan worden tot de beoogde 20%?

6

Vindt u het wenselijk of zelfs maar acceptabel dat de externe toezichthouder zijn opdracht per 1 januari 2010 afrondt, nu de ss Rotterdam per deze datum nog steeds niet is opgeleverd en het mandaat van de toezichthouder werd verlengd3 na een vorig uitstel van de oplevering? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid het mandaat van de huidige toezichthouder te verlengen dan wel een andere toezichthouder aan te stellen tot de ss Rotterdam volledig, dat wil zeggen voor alle geplande activiteiten uit de business case, is opgeleverd?

Antwoord

Antwoord van minister Van der Laan (Wonen, Wijken en Integratie) (ontvangen 9 februari 2010)

1

De nieuwe Raad van Commissarissen heeft ondermeer in de vergadering van december 2009 aandacht besteed aan het dossier en de al eerder vastgestelde evaluatie. Daarin is geconcludeerd tot verscherping van risico-management en compliance en het expliciteren van deze verantwoordelijkheden binnen de Raad van Bestuur. Er is geen aanleiding gezien tot arbeidsrechtelijke maatregelen naar leden van de Raad van Bestuur.

2

Feitelijk is de in gebruik name van de ss Rotterdam daadwerkelijk in 2009 gestart, zij het dat deze gefaseerd plaatsvindt. Omdat laatste werkzaamheden, de verdere inrichting en training van personeel nog doorlopen wordt is de algehele openstelling voor het publiek voorzien medio februari 2010. Sinds eind december 2009 is er een toenemend gebruik, gestart met de bezichtiging door de «buren», de bewoners van Katendrecht en inmiddels toenemend gebruik door besloten gezelschappen.

3

Ja.

4

Vanaf medio februari 2010 zal de business case in hoge mate operationeel zijn. Daarbij valt aan te tekenen dat de business case nog ruimte benoemt die nog nader ontwikkeld wordt. Vooralsnog wordt de prioriteit gegeven aan het optimaal laten verlopen van de reeds ingevulde deelexploitaties: horeca, hotel, vergader-, congres en feestaccommodaties, tours, boardrooms, sponsoring en parkeren. De daarin voorziene leerwerkplekken zullen in de loop van het jaar conform het concept worden ingevuld – voor een belangrijk deel direct bij volledige openstelling, overigens groeiend naarmate de exploitatie z’n aanloopfase voorbij raakt. Tegelijk wordt overigens ook gewerkt aan het creëren van extra werkgelegenheid op Katendrecht en bij toeleveranciers, als spin off van de ss Rotterdam.

5

Mijn inzicht in de begrote omzet en het jaarresultaat over 2010 voor de ss Rotterdam is beperkt. De externe toezichthouder heeft mij in zijn eindrapportage bericht dat op basis van de huidige inzichten de verwachting is dat reeds in 2010 de cash-flow van de exploitatiemaatschappij voldoende zal zijn om de rentelasten van Woonbron te voldoen. Een beter inzicht hierin zal ontstaan bij de werkelijke exploitatie gedurende het jaar.

Over het aantrekken van nieuwe aandeelhouders voor tenminste 80% van het eigendom heeft de externe toezichthouder in zijn eindrapportage opgemerkt dat het pas zin heeft om hier aktief de markt mee op te gaan als het schip enige maanden in exploitatie is.

6

De opdracht aan de externe toezichthouder in zijn actieve rol had in het bijzonder betrekking op het voorzien in een financieringsplan voor Woonbron en het op bestuurlijke afstand van Woonbron plaatsen van de Rederij (met daarin de ss Rotterdam). Beide plannen heeft hij afgerond. In zijn passieve rol hield hij toezicht op de afbouw en openstelling van de ss Rotterdam en het inzetten van het proces tot overdracht van (tenminste 80% van) het eigendom aan derden.

Uit het eindverslag van de externe toezichthouder blijkt dat met de uitvoering van beide plannen een start is gemaakt. De externe toezichthouder meent zelf met vertrouwen zijn taak als extern toezichthouder te kunnen neerleggen, omdat een stevig kader is neergelegd.

Gezien ook de organisatorische veranderingen rond de ss Rotterdam (een nieuwe Raad van Commissarissen bij Woonbron en een nieuwe directeur voor de Rederij) en de fase van de afbouw van het schip zie ik geen reden om de aanstelling van een toezichthouder te continueren.

Wel zal ik, op basis van maandelijke rapportages die ik van Woonbron heb gevraagd, uitdrukkelijk de voortgang van het terugbrengen van het aandeel van Woonbron in het project naar 20% en de ontwikkeling van de financiële positie monitoren.


XNoot
1

 Kamerstuk 29 453, nr. 128, blz.10/11.

XNoot
2

 Kamerstuk 29 453, nr. 140, blz. 36: «Op mijn papier is de opening verschoven van 21 december naar eind december. Het is in beweging en naar verwachting. De minister geeft geen garanties. Het zou zo fantastisch zijn als de opening voor het kerstreces plaatsvindt.».

XNoot
3

 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 339, antwoord op vraag 5.

Naar boven