Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

141

Vragen van het lid Leijten (SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het woonwensenonderzoek en het gedwongen verhuizen van een bewoner bij Sherpa. (Ingezonden 3 september 2009)

1

Bent u ervan op de hoogte dat in 1998 een Woonwensenonderzoek is gehouden door Sherpa?1 Bent u van mening dat het zeer ongeloofwaardig is dat het rapport met de uitkomsten van dit onderzoek is «kwijtgeraakt» zoals de bestuurder van Sherpa beweert?

2

Kunt u verklaren waarom u op eerdere Kamervragen antwoordt dat aan het WOB-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) om het rapport van dit woonwensenonderzoek te ontvangen is voldaan, en vervolgens een rapport meestuurt dat niet het Woonwensenonderzoek 1998 van Sherpa is? Kunt u uw antwoord toelichten?2

3

Bent u ervan op de hoogte dat medewerkers van u erkenden in de richting van journalisten van Netwerk dat u de uitkomsten van de woonwensenonderzoek Sherpa 1998 niet heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?

4

Wat is uw oordeel over het feit dat u geen degelijk geobjectiveerd onderzoek heeft dat volgens de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) vereist is voor het verlenen van vergunningen en toelatingen voor bouw en braak? Bent u er bekend mee dat dit er moet zijn als er toestemming wordt gegeven grootschalige wijziging van het woonterrein?

5

Bent u van mening dat het Structuurplan Eemeroord 1998–2004, waarin slechts een paar cijfers worden genoemd zonder bronvermelding en dat daardoor volstrekt oncontroleerbaar is, niet als «geobjectiveerd woonwensenonderzoek» kan worden beschouwd, zoals de WTZi vereist?

6

Bent u ervan op de hoogte dat de Amerpoort, de instelling aan de overkant van Sherpa, in 1992 een Woonwensenonderzoek heeft gehouden dat niet is kwijtgeraakt, en dat daaruit kwam dat verreweg het grootste deel van de bewoners op het beschermd instellingsterrein wil blijven wonen?3 Bent u van mening dat het onwaarschijnlijk is dat het Woonwensenonderzoek van Sherpa 1998 een andere uitkomst heeft gehad?

7

Bent u ervan op de hoogte dat Sherpa de wens van bewoners om op het beschermd instellingsterrein te blijven wonen niet wenst op te nemen in hun zorgplan (Persoonlijk Ondersteuningsplan, POP), zoals door een curator is gemeld aan de Inspectie, en waarover een klacht ligt bij de Nationale Ombudsman?

8

Kent u het onderzoek Verhuizen doe je niet zomaar (mei 2009), waaruit blijkt dat tweederde van de verwanten van Sherpa vindt dat ze niet heeft kunnen kiezen over de verhuizing van hun familielid die woont bij Sherpa en dat driekwart aangeeft dat er niet gekozen kan worden waarheen wordt verhuisd?1 Kunt u een reactie geven op het rapport?

9

Erkent u dat er, gezien meegestuurd onderzoek en het feit dat het vereiste woonwensenonderzoek ontbreekt, alsmede de klacht dat de woonwens voor wonen op het beschermd instellingsterrein niet opgenomen wordt in het POP, er wél sprake is van gedwongen verhuizingen bij Sherpa? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 september 2009)

1

Ja, ik ben op de hoogte dat de instelling in 1998 een woonwensenonderzoek heeft gehouden. Over uw vervolgopmerking heb ik geen mening omdat ik daar geen partij in ben.

2

Bij de beantwoording van uw eerdere kamervraag (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3390) heb ik aangegeven dat zowel het woonwensenonderzoek uit 1998 als het rapport «Verhuizen doe je niet zomaar» als bijlage worden toegevoegd. Nu is mij gebleken dat door een communicatiefout dit rapport niet was bijgevoegd. Daarvoor bied ik u mijn excuses aan. Hierbij treft u alsnog een afschrift van het u eerder toegezegde rapport aan1.

3

Een dergelijk antwoord is niet gegeven. Gelet op het tijdstip van de rapportage (januari 1998) is de vraag door Netwerk gesteld of er geen recenter rapport voorhanden is. In antwoord daarop is aangegeven dat dit niet bekend was.

4

Bij de beantwoording van uw eerdere Kamervragen 3 en 4 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1518) ben ik al op deze aangelegenheid ingegaan. Ik verwijs u dan ook naar mij eerder hierover gegeven antwoorden.

5

Ik deel uw mening niet.

Sherpa heeft in 1998, voor de invoering van het verplichte (2006) woonwensenonderzoek bij nieuw(ver)bouw, via het structuurplan Eemeroord onderzoek gedaan naar de woonwensen van zijn cliënten. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vertaald naar het Lange termijn huisvestingsplan (LTHP) van de instelling. De instelling objectiveert zijn LTHP voortdurend door cliënten in staat te stellen via de op te stellen Persoonlijke Ondersteuningsplannen (POP) en het «Loket Woonwensenonderzoek» de (veranderende) woonwens inzichtelijk te maken. Sherpa faciliteert de cliënt daarbij door professionele ondersteuning hierbij te verlenen. Door deze werkwijze is de instelling in staat tot een geobjectiveerde woonwens van zijn cliënten te komen.

6

Ik beperk mij tot de concrete feiten. Zoals ik op uw eerdere vragen heb geantwoord (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3390) is het voor mij belangrijk dat het leidend moet zijn dat de cliënt moet kunnen kiezen hoe en waar zij de zorg van de instelling ontvangt. In dat kader heb ik toen ook aangegeven dat naast het woonwensenonderzoek in de POP/Zorgplan van de cliënt afspraken kunnen worden gemaakt over de manier van wonen van de cliënt (wooncarrière) nu en in de toekomst. Ook heb ik aangegeven dat wanneer de wens van de cliënt onvoldoende wordt gehonoreerd deze, op grond van de Wet Klachtenrecht Cliënten zorgsector, hiertegen bezwaar kan aantekenen. Ik ben nog steeds van mening dat met deze instrumenten, samen met het advies vanuit de cliëntenraad over de huisvesting voldoende waarborgen aanwezig zijn om een juist beeld te krijgen van wat de cliënt feitelijk wil. Ik heb tot nu geen aanwijzingen dat Sherpa deze woonwens bij de nieuwe huisvesting onvoldoende opvolgt.

7

Voor de beantwoording van uw vraag verwijs ik u naar mijn antwoord van 4 augustus 2009 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3390).

8

Ik heb u dat rapport toegezonden (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3390).

Ik ben blij dat de instelling zelf het initiatief heeft genomen om zijn genomen «huisvestingsbesluiten» te laten toetsen op kwaliteit door een onafhankelijk deskundige. Het beeld dat uit deze rapportage naar voren komt is dat de cliënt en zijn verwant in het algemeen zeer tevreden zijn over de nieuwe (huisvesting)situatie. Met betrekking tot uw opmerking over keuzevrijheid is het belangrijk op te merken dat de bouwplannen die de instelling op mijn aanwijzing moest invullen voor een belangrijk deel voortvloeien uit de noodzaak de huisvesting snel op orde te brengen; het ging hier om zo genoemde «rood/oranje» scorende plaatsen, plaatsen die qua kwaliteit van de huisvesting (ruim) onvoldoende waren. Goed verklaarbaar is dat de Sherpa in zo’n situatie, rekening houdend met de algemene woonwens van de te verhuizen cliënten, nadrukkelijker heeft ingezet op snelheid.

9

Ik deel uw mening niet. Ik verwijs u naar mijn hiervoor gegeven antwoorden.


XNoot
1

 Bijlage onderhands aan bewindspersoon verstrekt.

XNoot
2

 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3390.

XNoot
3

 Bijlage onderhands aan bewindspersoon verstrekt.

XNoot
1

 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven