Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1392

Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gameverslaving. (Ingezonden 9 december 2009)

1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Pas op zijn gemak na 50 doden; Twintigduizend jongeren zijn verslaafd aan computergames»?1

2

Bent u geschrokken van de voorlopige uitkomsten van het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, waar in het artikel naar verwezen wordt, waaruit blijkt dat twintigduizend jongeren in Nederland verslaafd zijn aan games en honderdduizend jongeren tekenen van verslaving vertonen? Denkt u dat deze aantallen ook reden zijn om actiever in te zetten op preventie en behandeling?

3

Vindt u dat de uitkomst van het onderzoek reden is om op structurele wijze bij te houden hoeveel jongeren verslaafd zijn, om daar vervolgens beleid op te kunnen ontwikkelen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

4

Is voldoende behandelaanbod beschikbaar, daar uit het artikel blijkt dat Novadic-Kentron momenteel als enige instelling een behandeling aanbiedt, gezien de twintigduizend verslaafde jongeren waar het artikel naar verwijst?

5

Bent u het met de stelling uit het artikel eens dat langdurig overmatig gamen wel degelijk een verslaving is, hoewel er geen sprake is van inname van een middel? Zo ja, welke actie onderneemt u? Zo nee, waarom niet?

6

Kunt u, als de meting naar de effectiviteit van de officiële behandelmethode van Novadic-Kendric gedaan is, en de resultaten van het onderzoek van de Universiteit van Nijmegen bekend zijn, uw reactie hierop aan de Kamer toezenden?

7

Kunt u uw visie op het weerbaar maken van kinderen tegen de verleiding van overmatige genotsmiddelen en gamen uiteenzetten? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

8

Bent u inmiddels begonnen met het meten van de prevalentie van andere zogenoemde «nieuwe» verslavingen zoals bijvoorbeeld shopverslaving, seksverslaving en eetverslaving? Zo ja, wanneer krijgt de Kamer de resultaten? Zo nee, waarom meet u dit niet?

9

Is gameverslaving momenteel opgenomen in het preventieprogramma en het instructieprogramma voor de hulpverlening zoals het nu al het geval is voor bijvoorbeeld alcohol-, drugs-, en tabaksverslaving? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van minister Klink (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de minister voor Jeugd en Gezin (ontvangen 28 januari 2010)

1

Ja, dit artikel is mij bekend.

2

Uit enkele onderzoeken is gebleken dat een deel van alle Nederlandse jongeren (circa 1 tot 2%) problemen ondervindt met het spelen van (online) games. Daarbij moet aangetekend worden dat door diverse wetenschappelijke instituten nog onderzoek wordt gedaan naar de precieze aard en ernst van deze problemen.

Gameverslaving is een serieus probleem. Echter, slechts een kleine groep jongeren doet een beroep op de verslavingszorg. Uit een recente inventarisatie bij de meeste instellingen blijkt dat het om circa 150-200 behandelden gaat. Dit zijn niet alleen jongeren, ook bij volwassenen komt dit probleem voor.

Jongeren die zich met een hulpvraag melden bij een instelling kunnen goed behandeld worden binnen het reguliere aanbod van de verslavingszorg. Er is hierbij geen sprake van een tekort aan behandelcapaciteit. Gelet hierop zie ik vooralsnog geen reden om extra maatregelen te treffen op het gebied van behandeling. Voor wat betreft de preventie wordt verwezen naar de antwoorden op vraag 7 en 9.

3

In het onderzoek «Nieuwe verslavingen in zicht» is de aard en omvang van gameverslaving onderzocht. De resultaten van dit onderzoek heb ik u op 31 maart 2009 gezonden (24 077, nr. 230). Daarnaast wordt middels de Monitor Internet & Jongeren van het IVO sinds 2006 jaarlijks onderzocht bij hoeveel jongeren sprake is van «compulsief internetgebruik», waaronder gameverslaving. Ook in 2010 zal deze meting herhaald worden, daarna zal bezien worden of een vervolgmeting gewenst is. Genoemde onderzoeken geven mij een afdoende beeld om hoeveel jongeren het gaat.

4

Uit een recente inventarisatie bij de reguliere instellingen blijkt dat er geen knelpunt is in de behandelcapaciteit voor gameverslaving. De meeste instellingen kiezen ervoor de jongeren te behandelen vanuit het reguliere aanbod van de verslavingszorg, omdat in de praktijk blijkt dat jongeren vanuit algemene expertise goed geholpen kunnen worden. Enkele instellingen, zoals Novadic-Kentron, hebben een behandelprotocol ontwikkeld dat toegespitst is op deze doelgroep.

5

Ook verslavingen waarbij geen sprake is van inname van een middel, zoals gok- en seksverslaving, kunnen behandeld worden binnen de verslavingszorg. Vooralsnog wordt in wetenschappelijke kring echter de discussie gevoerd of het langdurig en overmatig gamen een verslaving is, of dat er bijvoorbeeld sprake is van een leefstijlprobleem. Desalniettemin is het belangrijk dat jongeren die overmatig en langdurig gamen worden geholpen. Die hulp is in voldoende mate aanwezig (zie antwoorden op vraag 2 en 4).

6

Als er voldoende betrouwbare resultaten beschikbaar komen over de effectiviteit van deze behandelmethode zal ik u hierover informeren. Uit navraag bij Novadic-Kentron is gebleken dat dit pas over enkele jaren het geval zal zijn.

7

Voorlichting aan jongeren is in de eerste plaats gericht op verantwoord omgaan met genotmiddelen, nieuwe media en het spelen van games. Ouders zijn hierbij verantwoordelijk voor het stellen van grenzen en goed voorbeeldgedrag.

De overheid heeft hierbij een faciliterende rol, zo kunnen ouders als zij opvoedvragen hebben terecht bij Centra voor Jeugd en Gezin en kunnen ouders tijdens de door ons georganiseerde opvoeddebatten met andere ouders in gesprek gaan. Ook verstrekt het expertisecentrum mediawijsheid onder meer via de website www.mediawijzer.net veel informatie aan zowel ouders als jongeren.

Tot slot is er tevens een voorlichtingsprogramma rond middelengebruik in ontwikkeling met de weerbaarheid van jongeren als uitgangspunt. De rol van groepsdruk en nieuwe media zal hierbij worden betrokken.

8

In het bij vraag drie genoemde onderzoek (Nieuwe Verslavingen in Zicht) zijn GHB en internetverslaving (inc. gameverslaving) geïdentificeerd als belangrijkste nieuwe verslavingen. De prevalentie van andere nieuwe verslavingen als koop- als seksverslaving bleek erg laag (minder dan 0,2% van de totale bevolking). Ik zie daarom voorlopig geen reden hier meer onderzoek naar te verrichten.

In de bevolkingssurvey van het CBS zal aandacht besteed worden aan GHB. De prevalentie van internetverslaving wordt gemeten middels de bij vraag drie genoemde Monitor Internet & Jongeren. Via het NIVEL en internationaal onderzoek wordt inzicht verkregen in het voorkomen van eetstoornissen.

9

Gameverslaving is momenteel geen onderdeel van landelijke voorlichtingsprogramma’s als de «Gezonde School en Genotmiddelen», zoals alcohol en drugs dat wel zijn. Veel instellingen voor verslavingszorg besteden in het preventie aanbod wel aandacht aan het onderwerp gameverslaving of nieuwe verslavingen in het algemeen omdat hier vanuit scholen en ouders vraag naar is.


XNoot
1

 NRC.Next, 1 december 2009.

Naar boven