Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1361
Vragen van het lid Vragen van lid Langkamp (SP) aan de minister voor Jeugd
en Gezin over het toezicht van de Inspectie Jeugdzorg op Nederlandse
jeugdzorgprojecten in het buitenland. (Ingezonden 18 december
2009)
1
Wat is uw mening over het bericht dat de Inspectie Jeugdzorg niet bevoegd
is om toezicht te houden op Nederlandse jeugdzorgprojecten in het buitenland
en op particuliere instellingen?1en2
2
Is het waar dat de Inspectie Jeugdzorg niet bevoegd is om toezicht te
houden op Nederlandse jeugdzorgprojecten in het buitenland zoals het Frankrijkproject
van de Hoenderloogroep? Zo ja, wat gaat u hier tegen doen?
3
Bent u bereid ervoor te zorgen dat de Inspectie ook toezicht kan houden
op particuliere jeugdzorg instellingen? Zo nee, waarom niet?
4
Hoe kunt u de veiligheid, kwaliteit en het welzijn waarborgen van de jongeren
die in het buitenland zitten in een Nederlands jeugdzorgproject?
5
In welke reguliere en niet-reguliere Nederlandse jeugdzorgprojecten in
het buitenland is de Inspectie niet bevoegd om deze te inspecteren?
6
Wat gaat u doen om het toezicht en controle op deze Nederlandse jeugdzorgprojecten
in het buitenland te waarborgen?
7
Hoe gaat u ervoor zorgen dat jongeren in een Nederlands jeugdzorgproject
die in het buitenland verblijven, ook toegang hebben tot een vertrouwenspersoon?
8
Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze groep jongeren ook gebruik kan maken
van hun klachtrecht?
Antwoord
Antwoord van minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) (ontvangen 26 januari 2010)
1, 2, 3 en 4
De provincies zijn verantwoordelijk voor de inkoop van zorg, ongeacht
of deze in Nederland dan wel in het buitenland wordt geboden. Dit betekent
dat de provincies zich ervan moeten vergewissen dat de zorg van goede kwaliteit
is, in een veilige omgeving wordt geboden en ook in andere opzichten voldoet
aan de relevante wet- en regelgeving. In Nederland houdt de Inspectie jeugdzorg
hierop toezicht. Omdat de Inspectie jeugdzorg geen bevoegdheden heeft in het
buitenland, is toezicht ter plaatse door deze inspectie niet mogelijk.
Voor wat betreft particuliere instellingen geldt dat zij geen zorgaanbieder
zijn in de zin van de Wet op de jeugdzorg, aangezien zij geen structurele
subsidierelatie onderhouden met een provincie. De Inspectie heeft geen volledige
bevoegdheden om bij dit soort particuliere instellingen toezicht te houden.
In mijn antwoord op de vragen van het kamerlid Dibi (ingezonden 18 december
2009) zal ik nader ingaan op zorg die geboden wordt door particuliere instellingen
in Nederland.
Ik ben voornemens om met het IPO en de Inspectie jeugdzorg afspraken te
maken over de inzet van buitenlandse inspecties voor het uitoefenen van toezicht
ter plaatse. De zorgaanbieder die een jeugdige met een jeugdzorgindicatie
in het buitenland plaatst, wordt – zo is mijn inzet – verplicht
aan de Inspectie jeugdzorg door te geven welke organisatie in dat land toezicht
houdt op de kwaliteit van de geleverde zorg. Het is mijn voornemen het aantal
landen voor buitenlands zorgaanbod – zo is mijn inzet – te beperken
tot de landen van de Europese Economische Ruimte (EER). De Wet op de jeugdzorg
bepaalt dat provinciaal gefinancierde zorgaanbieders niet uit andere landen
dan die deel uitmaken van de EER kunnen komen (artikel 18, lid 1 Wjz). Ik
wil deze lijn doortrekken voor buitenlands zorgaanbod. Indien er zorgen zijn
over de kwaliteit en/of de veiligheid van de jeugdige in het buitenland, dan
kan de Nederlandse inspectie contact opnemen met de buitenlandse collega-inspectie.
Op deze manier is het toezicht op Nederlandse jeugdigen in het buitenland
gewaarborgd.
5
De Nederlandse Inspectie jeugdzorg is niet bevoegd om reguliere dan wel
niet-reguliere Nederlandse jeugdzorgprojecten in het buitenland ter plaatse
te inspecteren.
6
Zie mijn antwoord op de vragen 1, 2, 3 en 4.
7 en 8
De jeugdzorgprojecten in het buitenland worden georganiseerd door Nederlandse
zorgaanbieders. Net zoals de Wet op de jeugdzorg geldt voor provinciaal gefinancierde
zorgaanbieders in Nederland, geldt deze ook voor jeugdzorgprojecten in het
buitenland. Dit betekent dat het gebruik van een vertrouwenspersoon en het
klachtrecht, zoals vastgelegd in de Wet op de jeugdzorg, ook van toepassing
zijn voor jongeren die zich in het buitenland bevinden. In de afspraken die
ik met IPO en Inspectie jeugdzorg zal maken over het toezicht op buitenlands
zorgaanbod zal dit gewaarborgd worden.
XNoot
1 Mail van een bezorgde ouder aan de SP Tweede Kamerfractie d.d. 18
november 2009, onderhands aan bewindspersoon verstrekt.
XNoot
2 de Volkskrant, 17 december 2009: «Kinderen toch nog in private
opvang».