Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1305

Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse zaken over het uitblijven van ondertekening van het Verdrag inzake toegang tot officiële documenten. (Ingezonden 10 december 2009)

1

Is het waar dat Nederland als voorzitter van de voorbereidende commissie een van de initiatiefnemers was voor de totstandkoming van het Verdrag inzake toegang tot officiële documenten van de Raad van Europa, dat op 27 november 2008 is aangenomen?

2

Waarom zijn ruim een jaar na dato de gevolgen van implementatie van het Verdrag in Nederland nog niet in kaart gebracht1, terwijl twaalf landen al wel in staat waren om op 18 juni 2009, toen het Verdrag werd opengesteld voor ondertekening, meteen te tekenen?2

3

Op welke onderdelen wijkt het Verdrag af van de WOB-wetgeving en -praktijk?3

4

Op welke termijn verwacht u het onderzoek naar de gevolgen van implementatie voor Nederland af te ronden en een beslissing over ondertekening te nemen?

5

Deelt u de mening dat het Verdrag slechts minimumstandaarden bevat, die volgens de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en verschillende mensenrechtenorganisaties nog lang niet ver genoeg gaan4, en dat Nederland op zijn minst aan deze minimumstandaarden moet kunnen voldoen?

Antwoord

Antwoord van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 20 januari 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1065

1

Nederland hecht aan een actieve bijdrage aan de onderhandelingen over – onder meer – verdragen die opgesteld worden binnen de Raad van Europa, zeker daar waar het zo’n fundamenteel beginsel als de openbaarheid van bestuur betreft. Omdat het hier gaat om een verdrag met mogelijke gevolgen voor het nationaal recht, is Nederland van meet af vertegenwoordigd geweest in de expertgroep die de tekst heeft voorbereid en die door de Zweedse expert werd voorgezeten. Die expertgroep ressorteerde onder, en bracht geregeld verslag uit aan het Stuurcomité Mensenrechten van de Raad van Europa, dat in 2006 en 2007 onder Nederlands voorzitterschap stond.

Dat Nederland actief meedenkt en onderhandelt over een verdrag wil nog niet zeggen dat een verdrag direct na de totstandkoming voor het Koninkrijk ondertekend hoeft te worden. Elk verdrag vergt een eigen inhoudelijke afweging, waarbij gekeken wordt naar de gevolgen voor de Nederlandse praktijk.

2

Een overzicht van de consequenties van implementatie van het Verdrag voor de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is in voorbereiding. Er is samenhang met andere ontwikkelingen, die ook gevolgen zullen hebben voor de Wob. Zo heb ik tijdens het Kamerdebat over de invoering van de Wet dwangsom toegezegd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om misbruik van de Wob tegen te gaan. Op dit moment wordt daarvoor een onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Utrecht, waarin onder andere wordt onderzocht hoe aangesloten kan worden bij bepalingen in het Verdrag. De resultaten van dit onderzoek zullen van invloed zijn op een definitief oordeel over de wenselijkheid het Verdrag te ondertekenen.

3

Het antwoord op deze vraag wordt gevormd door het in het antwoord op vraag 2 bedoelde overzicht. U ontvangt dat overzicht van de verschillen tussen het Verdrag en de Wob-wetgeving en -praktijk wanneer de regering een standpunt over de ondertekening heeft ingenomen.

4

Zoals bij 2 vermeld is het onderzoek gaande. Op basis daarvan wordt gesproken met alle partijen voor wie ondertekening consequenties zullen hebben. Zo zal het Verdrag niet alleen wijziging van de Wob tot gevolg hebben, maar heeft het ook consequenties voor alle bijzondere wetten met eigen, van de Wob afwijkende regels over openbaarheid. Deze moeten getoetst worden aan het Verdrag, voordat besloten kan worden over ondertekening van het Verdrag. Het kabinet streeft er naar dit jaar die beslissing te nemen.

5

In een inhoudelijk oordeel over het Verdrag wordt voorzien op het moment dat de regering een standpunt zal innemen over de ondertekening van het Verdrag.


XNoot
1

 Kamerstuk 32 123 V, nr. 18

XNoot
2

 Council of Europe, «Council of Europe Convention on Access to Official Documents» http://conventions.coe.int/Treaty/Commun/ChercheSig.asp?NT=205&CM=8&DF=08/12/2009&CL=ENG

XNoot
3

 WOB: Wet openbaarheid van bestuur

XNoot
4

 Parliamentary Assembly, «Opinion 270 (2008)» http://assembly.coe.int/Documents/AdoptedText/ta08/EOPI270.htm

Parliamentary Assembly, 12 september 2009: «Draft Council of Europe Convention on Access tot Official Documents» (Document 11698), geschreven door de Nederlandse rapporteur Klaas de Vries en de verwijzingen daarin http://assembly.coe.int/Main.asp?link=/ Documents/WorkingDocs/Doc08/ EDOC11698.htm

Naar boven