Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1203

Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Defensie over burgerslachtoffers in Uruzgan. (Ingezonden 24 december 2009)

1

Hebt u kennisgenomen van het tv-journaal1 waarin verslag wordt gedaan van het aantal burgerdoden dat door Nederlands militair optreden in Afghanistan is gevallen?

2

Zijn de cijfers zoals door RTL in het journaal en op de website van RTL weergegeven juist en door u verstrekt na een Wet openbaarheid van bestuur (Wob)-verzoek?

3

Waarom heeft u de Kamer, ook na herhaaldelijk aandringen, niet op dezelfde wijze geïnformeerd over het aantal burgerslachtoffers dat door Nederlands militair optreden in Afghanistan is gevallen?

4

Bent u bereid in toekomstige gevallen van door Nederlandse militairen gemaakte burgerslachtoffers de Kamer direct in te lichten? Indien nee, waarom niet?

5

Hoe verhoudt de schadevergoeding die Nederland betaalt aan nabestaanden van door Nederlandse militairen gemaakte burgerslachtoffers zich tot schadevergoeding die door andere landen wordt uitgekeerd?

Antwoord

Antwoord van minister Van Middelkoop (Defensie) (ontvangen 12 januari 2010)

1

Ja.

2 t/m 5

Naar aanleiding van het WOB-verzoek van RTL Nieuws is een lijst van incidentmeldingen met mogelijke slachtoffers verstrekt, voor zover deze kon worden vrijgegeven. De lijst is gebaseerd op de meldingen die dagelijks over de afgelopen 24 uur worden opgemaakt en onderdeel uitmaken van het reguliere proces van informatievoorziening binnen het ministerie. Het betreft een weergave van gebeurtenissen op basis van op dat moment beschikbare informatie. Er ligt geen grondig feitelijk onderzoek aan ten grondslag. Indien daar aanleiding voor is, bijvoorbeeld op basis van een dergelijke incidentmelding, wordt nader onderzoek ingesteld. Zodra vast komt te staan of waarschijnlijk wordt geacht dat door Nederlands handelen burgerslachtoffers in Afghanistan zijn gemaakt, dan wordt de Kamer daar over geïnformeerd.

Het is, zoals eerder met de Kamer gedeeld, niet mogelijk een volledig en betrouwbaar overzicht op te stellen van het aantal burgerslachtoffers dat in Uruzgan is gevallen door handelingen van de Taliban, Afghaanse veiligheidsorganisaties of de internationale troepenmacht. De reden hiervoor is dat het moeilijk of soms zelfs onmogelijk is een battle damage assessment uit te voeren. De veiligheidssituatie laat dat niet altijd meteen toe, doden worden in de moslimgemeenschap binnen 24 uur begraven en de bevolkingsregistratie laat te wensen over. Daarnaast hebben de Verenigde Naties verklaard dat een aanzienlijk aantal van de slachtoffers waarschijnlijk aan één van beide zijden betrokken was bij de gevechten. Bovendien is veelal niet met zekerheid vast te stellen of burgerslachtoffers of nevenschade door het optreden van ISAF zijn veroorzaakt. De commandant van ISAF, generaal McChrystal, heeft het voorkómen van burgerslachtoffers tot één van zijn hoogste prioriteiten bestempeld en de relevante richtlijnen aangescherpt.

Daarnaast is een lijst verstrekt met bedragen die zijn uitgekeerd als ex gratia-betaling. Een dergelijke betaling kan worden uitgekeerd indien een troepenleverend land zich geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk voelt voor ontstane materiële schade of voor (burger)slachtoffers. Een dergelijke betaling is een compensatie of tegemoetkoming zonder dat daartoe een juridische noodzaak bestaat. Ook Nederland ziet vanwege de bestendige praktijk, de sociale omstandigheden in Afghanistan, alsmede vanwege gevoelens van mededogen en coulance aanleiding ex gratia-betalingen te verrichten. Het kan ook voorkomen dat een Afghaan schade heeft geleden of dat er (burger)slachtoffers zijn gevallen zonder dat duidelijk is of dat te wijten is aan het handelen van Nederlandse militairen, ISAF of de Taliban, of dat er een andere oorzaak aan ten grondslag ligt. De beweegreden om in een dergelijke situatie soms compensatie of een tegemoetkoming te verlenen is dan vooral gelegen in het onderhouden en versterken van de relatie met de bevolking. Gezien de moeilijke omstandigheden in Afghanistan is het mogelijk dat militairen aan de administratie van dergelijke betalingen niet de aandacht schenken die in andere omstandigheden wordt verwacht. Om vast te stellen hoe veel burgerslachtoffers er door Nederlands militair optreden zijn gevallen, zijn de lijsten om bovengenoemde redenen minder geschikt.

Of een ex gratia-betaling aan de orde is en de hoogte van het bedrag, zijn nationale aangelegenheden. Ex gratia-betalingen kunnen bovendien afhankelijk zijn van onder meer de geleden schade, de omstandigheden waaronder de schade is geleden en de situatie ter plaatse. Een vergelijking met andere landen heeft daarom geen meerwaarde.


XNoot
1

 RTL Nieuws, 23 december 2009: «110 burgerdoden door missie Uruzgan».

Naar boven