Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1089
Vragen van de leden Azough en Van Gent (beiden
GroenLinks) aan de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het rapport van het College
Bescherming Persoonsgegevens over het heimelijk filmen van uitkeringsgerechtigden
door gemeentelijke sociale diensten. (Ingezonden 27 november
2009)
1
Kent u het rapport van het College Bescherming Persoonsgegevens1, waarin geconcludeerd wordt dat 17 gemeenten de wettelijke regels
over de informatieplicht niet naleven, waardoor mensen heimelijk zijn gevolgd
en gefilmd zonder dat ze daar na afloop over zijn geïnformeerd of dat
er onder omstandigheden vooraf niet om toestemming van het Openbaar Ministerie
is gevraagd?
2
Deelt u de analyse van het College Bescherming Persoonsgegevens dat hiermee
strafbare feiten zijn gepleegd?
3
Waarom wordt de wettelijke verplichting om betrokkenen in dit soort onderzoeken
te notificeren niet nageleefd?
4
Hoe leven sociale diensten elders in Nederland de privacyregels ten aanzien
van heimelijke controles na?
5
Welke maatregelen gaat u nemen om heimelijke controles door sociale diensten
te laten voldoen aan de gestelde regels?
Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), mede
namens de minister en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen
23 december 2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010,
nr. 1034
1
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft onderzoek verricht
bij twintig gemeenten naar de naleving van de wettelijke regels omtrent de
informatieplicht. Voor elke onderzochte gemeente heeft het CBP een rapport
van bevindingen opgesteld. Ik heb kennisgenomen van deze rapporten. De door
het CBP in een aantal dossiers geconstateerde overtreding bestaat eruit dat
zich in deze dossiers geen schriftelijke vastlegging bevindt van de mededeling
aan personen die in het kader van een fraudeonderzoek heimelijk zijn gevolgd,
dat zij zijn geïnformeerd over het feit dat heimelijke waarneming had
plaatsgevonden. Slechts in één dossier heeft het CBP aanwijzingen
over observatie door middel van het heimelijk filmen van de betrokkene aangetroffen.
2
Het CBP verbindt het oordeel dat er mogelijk sprake is van strafbare feiten
enkel aan het geval waarin heimelijk is gefilmd (gemeente Enschede). Voor
strafbaarheid is op grond van de artikelen 139f en 441b van het Wetboek van
Strafrecht wederrechtelijkheid vereist. Uit de jurisprudentie van de Centrale
Raad van Beroep blijkt dat in gevallen waarin het niet gaat om strafrechtelijke
vervolging maar om de vaststelling van het recht op bijstand, de gemeente
niet gehouden is dezelfde strafrechtelijke waarborgen te bieden als ware de
onderzochte persoon verdachte in strafrechtelijke zin (bijvoorbeeld CRvB 28
oktober 2008, LNJ: BG3682). Het CBP heeft in zijn rapport over het betreffende
dossier gewezen op een brief van de Minister van Justitie aan de Kamer van
18 november 1998 (TK 1998–1999, 25 403, nr. 25), waarin is vermeld dat
observatie van een persoon met apparatuur die beelden opneemt, altijd geldt
als stelselmatige observatie, ook als de observatie maar kort duurt, tenzij
het gaat om één of enkele foto’s. De context van die brief
was echter een wijziging van het Wetboek van Strafvordering (Wetsvoorstel
bijzondere opsporingsbevoegdheden).
Het is niet op voorhand duidelijk of een bestuursrechter zou besluiten
dat een filmopname niet mag worden gebruikt ten behoeve van het vaststellen
van het recht op bijstand, als voor de opname geen instemming van een Officier
van Justitie verkregen is. Zo heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april
2005 (LNJ: AT4447) een uitspraak gedaan in een zaak die was gebaseerd op observaties
die met behulp van een bij de woning van de bijstandscliënt verdekt opgestelde
videocamera onafgebroken hadden plaatsgevonden over een periode van bijna
vier weken. Zonder zich uit te laten over enige rol van een Officier van Justitie
oordeelde de Raad dat de desbetreffende observaties een wettelijke grondslag
vonden in de Algemene bijstandswet en in het onderhavige geval tevens beantwoordden
aan eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De Raad overwoog daarbij
dat er een gegrond vermoeden van fraude bestond, dat de camera buiten de woning
verdekt stond opgesteld, dat de observaties een bescheiden periode hadden
bestreken en dat door middel van de camera niet méér kon worden
waargenomen dan een toevallige passant ook had kunnen waarnemen.
3 en 4
Het is mij niet bekend hoe sociale diensten elders in Nederland de privacy-regels
ten aanzien van heimelijke controles/waarnemingen naleven. Overigens is de
gemeenteraad als eerste aan zet om te controleren of het College van Burgemeester
en Wethouders zijn taken goed uitvoert. De Wet werk en bijstand bevat geen
verplichting voor gemeenten om de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
hierover te rapporteren. Ik kan daardoor ook niet met stelligheid uitspraken
doen over de overwegingen van gemeenten om betrokkenen in dit soort onderzoeken
niet steeds te notificeren. Het toezicht op de naleving van verplichtingen
van de Wet bescherming persoonsgegevens is voorbehouden aan het CBP. Ik wijs
in dat verband op de procesbeschrijving «heimelijke waarnemingen door
sociale diensten», die door het CBP is goedgekeurd en waaraan sociale
diensten zich moeten houden.
5
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal alle gemeenten
nogmaals nadrukkelijk wijzen op de wettelijke verplichtingen die uit de Wbp
voortvloeien en daarbij vooral op de wettelijke plicht om in het dossier een
schriftelijk bewijs op te nemen waaruit blijkt dat personen die onderwerp
van heimelijke waarneming zijn geweest, hierover door de sociale dienst zijn
geïnformeerd, tenzij de mededeling achterwege kan blijven omdat dit noodzakelijk
is ter opsporing van strafbare feiten (de uitzonderingsgrond van artikel 43,
sub b, van de Wet bescherming persoonsgegevens).
XNoot
1 Tubantia, 26 november 2009: «Enschede filmt stiekem «fraudeurs»»
CBP, 25 november 2009: «Naleving informatieplicht door sociale diensten
nog steeds onvoldoende».