Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3841

Vragen van de leden Arib en Eijsink (beiden PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Defensie over de druk die leden van de Pinkstergemeente binnen diverse instellingen uitoefenen om mensen via healings te «genezen van HIV en homoseksualiteit». (Ingezonden 16 juli 2009)

1

Bent u op de hoogte van het bericht dat leden van de Pinkstergemeente in diverse instellingen, ook binnen het ministerie van Defensie, druk uitoefenen om mensen via healings te «genezen» van HIV en homoseksualiteit?1

2

Wat is uw mening over het feit dat cliënten in een jeugdinrichting of in een medisch centrum op deze wijze benaderd worden? Welke mogelijkheden heeft u op dit moment om dit tegen te gaan? Welke mogelijkheden zijn er om dit tegen te gaan?

3

Klopt het dat Pinkstergeestelijken die voor het ministerie van Defensie werken aan handoplegging doen om militairen van hun homoseksualiteit af te helpen? Deelt u de mening dat het niet acceptabel is dat mensen in dienst van de overheid op deze wijze benaderd worden? Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat dit binnen Defensie absoluut niet meer gebeurt? Hoeveel geestelijken in dienst van Defensie zijn lid van de Pinkstergemeente en hoeveel van hen maken zich hieraan schuldig? Als niet duidelijk is in hoeveel gevallen hiervan sprake is, op welke wijze kunt en gaat u ervoor zorgen dat dit wel duidelijk wordt, dit binnen Defensie bespreekbaar wordt en wordt voorkomen?

4

Bent u van mening dat er nog steeds geen «redelijk vermoeden» ( in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering) bestaat dat de in artikel 96 Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) gestelde norm wordt overtreden in de beschreven gevallen? Zo ja, waarom?

5

Wanneer wordt het resultaat van het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) verwacht? Wat wordt precies onderzocht door de IGZ? Denkt u dat een bronnenonderzoek c.q. bureauonderzoek voldoende is om dergelijke praktijken op te sporen, en op basis daarvan maatregelen te kunnen nemen om deze praktijken voortaan te voorkomen? Bent u bereid dit onderzoek uit te breiden naar jeugdinrichtingen, medische instellingen en Defensie? Op welke wijze kunt u garanderen dat een volledig beeld ontstaat over de wijze waarop en de mate waarin kwetsbare mensen onder druk gezet worden om via healings te «genezen» van HIV of homoseksualiteit?

6

Waar kunnen mensen die op deze wijze zijn benaderd door leden van de Pinkstergemeente of andere religieuze groeperingen terecht? Is er een mogelijkheid klachten in te dienen?

7

Deelt u de mening dat het feit dat kwetsbare mensen onder druk gezet worden om via healings te «genezen» van HIV of homoseksualiteit voldoende aanleiding is om artikel 96 Wet BIG toe te passen, omdat sprake is van het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, waarbij buiten noodzaak een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid wordt veroorzaakt? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat, wanneer artikel 96 Wet BIG onvoldoende grond biedt om deze praktijken te verbieden en strafbaar te stellen, artikel 96 Wet BIG aangepast dient te worden en er een bevelsmogelijkheid jegens alternatieve behandelaren ingevoerd dient te worden? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Karabulut (SP), ingezonden 16 juli 2009 (vraagnummer 2009Z14027).

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris De Vries (Defensie), mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 11 september 2009)

1

Ja, wij zijn op de hoogte van het bericht.

2

De gesprekken tussen cliënten in een zorginstelling en de zorgverleners vinden plaats in beslotenheid en daarmee is nooit voor 100% uit te sluiten dat een aanbod voor een hiv- of homo-healing wordt gedaan. Vanzelfsprekend mogen de individuele overtuigingen van zorgverleners niet de behandeling van cliënten doorkruisen of schaden. Wij hebben geen concrete aanwijzingen dat daar sprake van is. Als dit wel het geval zou zijn dan is het buitengewoon onverantwoord en onprofessioneel. In dat geval zal worden bezien welke maatregelen passend zijn.

3

Nee. Defensie heeft op basis van gesprekken met alle betrokken partijen geconstateerd dat de vier pinkster-krijgsmachtpredikanten niet aan handoplegging doen om militairen van hun homoseksualiteit af te helpen. Hierbij verwijs ik u naar de bijgevoegde gezamenlijke verklaring van de Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht en de desbetreffende zendende instantie Vereniging van Pinkster- Evangeliegemeenten.

4

Toepassing van artikel 96 Wet BIG vindt plaats indien een redelijk vermoeden (in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering) bestaat dat een persoon de in artikel 96 van de Wet BIG gestelde norm overtreedt. Indien dit zo is, is deze persoon verdachte en wordt na overleg met het Openbaar Ministerie een opsporingsonderzoek gestart. Of een redelijk vermoeden van schuld aan overtreding van de Wet BIG aanwezig is in het geval dat een persoon genezingsrituelen onder hiv-geïnfecteerden uitvoert, moet per casus bekeken worden. Criteria die hiervoor aangelegd kunnen worden zijn bijvoorbeeld het hebben ondergaan van een healing, vergezeld met of gevolgd door een genezenverklaring door de «healer», in combinatie met actief afhouden van reguliere zorg door de «healer».

Artikel 96 Wet BIG ziet toe op handelingen in de individuele gezondheidszorg. Het antwoord beperkt zich tot casussen waarin sprake is van hiv-besmetting.

De Inspectie voor de Gezondheidzorg heeft veldonderzoek gedaan in aanvulling op eerder bureauonderzoek. Uit dit veldonderzoek is niets gebleken van personen die «geheald», genezen verklaard en van reguliere zorg zijn afgehouden, zoals hiervoor bedoeld.

5

Het rapport van de IGZ is op 15 juli 2009 aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegezonden. Overigens heeft dit onderzoek zich, conform de opdracht, uitsluitend gericht op hiv-healings, gezien het mogelijke risico van besmetting met het hiv-virus.

Onderzocht is of er termen aanwezig zijn een strafrechtelijk onderzoek tegen personen te starten inzake overtreding van artikel 96 van de Wet BIG. In het onderzoek is gezocht naar personen die in een aangifte kunnen verklaren dat zij besmet waren met het hiv-virus, zijn «geheald», en genezen verklaard en actief van de reguliere zorg zijn afgehouden. Deze personen zijn niet gevonden.

Het op 15 juli 2009 gezonden rapport is samengesteld op basis van veldonderzoek. Het onderzoek van de IGZ richt zich op hiv-healings in het algemeen. In het rapport geeft de IGZ onder meer aan dat het onderzoek wordt voortgezet zodra bij de inspectie personen bekend worden die aangifte wensen te doen in verband met het feit dat zij zijn «geheald», door de «healer» genezen verklaard en door deze actief van de reguliere zorg zijn afgehouden. Aangezien healings doorgaans plaatsvinden in geloofsgemeenschappen acht ik onderzoek buiten deze gemeenschappen niet zinvol.

Een volledig beeld kan niet worden gegeven. Als er al sprake is van druk, zal deze worden uitgeoefend in de beslotenheid van een gesprek tussen gebedsgenezer en gelovige.

6

Personen die op deze wijze zouden zijn benaderd kunnen bij het bureau Opsporing van de IGZ hiervan melding doen. Defensie beschikt over een Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) waar medewerkers een eventuele klacht kunnen indienen.

7

Nee. Artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering objectiveert de verdenking ter zake van een strafbaar feit, i.c. artikel 96 Wet BIG. Van overtreding van dit artikel is, mede gelet op recente rechtspraak, sprake indien personen worden «geheald» en door de «healer» genezen verklaard waarbij zij door deze actief van de reguliere zorg zijn afgehouden.

In het kader van het wetsvoorstel cliëntenrechten zorg beraadt de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zich over passende instrumenten om tegen uitwassen van alternatieve behandelingen adequaat te kunnen optreden. Daarvoor wordt verwezen naar zijn brief van 2 maart 2009 (Kamerstuk 31 476, nr. 8) over effectievere aanpak misstanden in de zorg.


XNoot
1

 Trouw, 14 juli 2009.

Naar boven