Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3744

Vragen van het lid Ferrier (CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het voorschot dat Surinaamse studenten in het hoger onderwijs moeten betalen. (Ingezonden 1 mei 2009)

1

Bent u bekend met de regelingen en kosten voor het aanvragen van een Machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) voor buitenlandse studenten?

2

Kunt u bevestigen dat het aanvragen van een MVV € 250 kost indien studenten de MVV via hun studie-instelling aanvragen, en dat deze aanvraag alleen gedaan kan worden via de instelling?

3

Is het u bekend dat veel instellingen in het hoger onderwijs aan buitenlandse studenten een voorschot van € 10.000 vragen voorafgaand aan de aanvraag voor een MVV voor het betalen van de visakosten, administratiekosten en collegegelden? Hoe verhoudt zich deze werkwijze tot de informatie op de website van Nuffic waarop onder andere staat vermeld dat een buitenlandse student alleen een recent bankafschrift moet overleggen waaruit blijkt dat hij/zij maandelijkse inkomsten heeft ter grootte van € 634,92 en niet wordt gerept over een aparte geldelijke borg hiervoor? Bent u verder bereid maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat alle betrokken onderwijsinstellingen helder en eenduidig beleid formuleren op dit terrein? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven? Zo nee, waarom niet?

4

Deelt u de mening dat het in het licht van de inwerkingtreding in september 2008 van de wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de uitbreiding van de groep van personen die het collegegeld dat is vastgesteld bij wet, verschuldigd zijn vreemd is aan de Surinaamse studenten nog steeds een bedrag te vragen van € 10.000 nu zij in aanmerking komen voor een lager collegegeld dan andere niet EU-studenten? Zo ja, bent u bereid maatregelen te treffen zodat het bedrag aan borg verkleind kan worden voor deze groep studenten? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Jasper van Dijk (SP), ingezonden 22 april 2009 (vraagnummer 2009Z07774)

Antwoord

Antwoord van minister Plasterk (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de ministers van Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 7 september 2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3033

1

Ja.

2

Ja, indien de onderwijsinstelling de aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) doet namens de student (de zogenoemde verkorte procedure) kost deze aanvraag € 250. De student kan ook zelf een mvv-aanvraag indienen via de reguliere procedure op de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in het buitenland. De kosten daarvan bedragen € 433.

3

Ja, dat is mij bekend. Bij de aanvraag van de machtiging tot voorlopig verblijf moet de buitenlandse student aantonen dat hij/zij beschikt over duurzame middelen van bestaan om de kosten van levensonderhoud en collegegeld te kunnen dragen. Dat wil zeggen, dat moet worden aangetoond dat voor de duur van tenminste een jaar maandelijks zal worden beschikt over het normbedrag voor uitwonende studenten aangevuld met het collegegeld. Dit mag op verschillende manieren worden aangetoond, bijvoorbeeld door te laten zien dat men een beurs ontvangt, door een garantstelling van een natuurlijke of rechtspersoon die zelf heeft aangetoond solvabel te zijn, door periodieke betalingen die anderszins als duurzaam kunnen worden aangemerkt of zoals op de website van Nuffic is beschreven. Aantonen door een storting van een voldoende hoog bedrag in een keer, bijvoorbeeld door een voorschot van € 10.000 vooraf, is eveneens toegestaan. Dit is echter geen van overheidswege verplicht gestelde bewijsmethode. Ik zal dit communiceren naar de onderwijsinstellingen.

Het kunnen beschikken over duurzame middelen van bestaan moet controleerbaar zijn. Het normbedrag waarover de buitenlandse student maandelijks moet kunnen beschikken, is gelijk aan dat voor uitwonende studenten als bedoeld in de Wet Studiefinanciering, aangevuld met het collegegeld. Per 1 januari 2009 is deze norm vastgesteld op € 765,34 per maand voor studenten in het hoger onderwijs.

4

Zie antwoord op vraag 3.


XNoot
1

www.nuffic.nl/international-students/preparation

XNoot
2

 Kamerstuk 31 346.

Naar boven