Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2903
Vragen van het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie)
aan de ministers van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer over het bericht dat teruglevering van decentraal
opgewekte stroom mogelijk fors duurder wordt. (Ingezonden 11
mei 2009)
1
Kent u het bericht «Teruglevering WKK-stroom wordt mogelijk fors
duurder»?1
2
Is de bewering in het bericht waar dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(NMa) u heeft geadviseerd netbeheerders toe te staan om transporttarieven
te heffen over WKK-stroom die door de telers wordt teruggeleverd aan het net?
Zo ja, kunt u dit advies beschikbaar stellen aan de Kamer?
3
Hoe verhoudt dit advies zich ten opzichte van de doelstelling van het
kabinet om toegang tot het elektriciteitsnet voor decentrale, duurzame elektriciteitsproducenten
te vergemakkelijken?
4
Wat zijn de consequenties van invoering van een transporttarief voor decentrale,
duurzame elektriciteitsproductiemiddelen die worden gestimuleerd in het kader
van de regeling voor Stimulering Duurzame Energie (SDE)? Leidt invoering van
een transporttarief tot een verhoging van de «onrendabele top»?
Zo ja, wat is daarvan de invloed op de hoogte van het budget voor de SDE-regeling
en/of het aantal projecten dat aanspraak kan maken op subsidie?
5
Hoe wordt bij invoering van een transporttarief voor decentrale, duurzame
elektriciteitsproducenten omgegaan met reeds bestaande installaties, die zijn
gebaseerd op een business case waarin geen rekening is gehouden met een transporttarief
en waaraan subsidies zijn verleend waarbij evenmin met een dergelijk tarief
rekening is gehouden?
6
Is de suggestie waar dat een eventueel transporttarief alleen van toepassing
zal zijn op decentrale, duurzame elektriciteitsproducenten en niet op conventionele,
grootschalige elektriciteitsproductie? Zo ja, hoe verhoudt een dergelijk onderscheid
zich met het in de Elektriciteitswet vastgelegde principe van non-discriminatie
en met de doelstelling om de energievoorziening te verduurzamen?
7
In hoeverre zijn de argumenten om in 2004 het Landelijk Uniform Producenten
transporttarief op nul te stellen2 relevant voor het invoeren
van een transporttarief voor decentrale, duurzame elektriciteitsproducenten?
8
Kunt u toelichten waarom de toenmalige Dienst uitvoering en toezicht Energie
(DTe) in 2005 van mening was dat decentrale elektriciteitsproductie zou leiden
tot een kostenbesparing3, terwijl nu juist invoering van een
transporttarief voor dergelijke installaties wordt overwogen?
9
Hoe verhoudt het advies van de NMa zich tot de eerder aangekondigde «heroverweging»
van het reguleringskader? Kunt u de Kamer nader informeren over het tijdpad
voor deze heroverweging?
10
In hoeverre kunnen zogenaamde «Smart Grids» het aansluiten
van decentrale, duurzame elektriciteitsproductiemiddelen vereenvoudigen? Hoe
staat het in dit verband met de in het Energierapport aangekondigde Taskforce
Smart Grids?4
Antwoord
Antwoord van minister Van der Hoeven (Economische Zaken) (ontvangen 11 juni 2009)
2
Nee, de NMa heeft mij geen advies op dit onderwerp gegeven en ik verwacht
ook geen advies van deze strekking. In gesprekken heeft de NMa wel medegedeeld
dat de NMa het onderwerp laat rusten totdat op politiek niveau een aantal
besluiten genomen is.
3 t/m 8
De onderwerpen die in deze vragen worden geadresseerd, vergen een brede
beleidsmatige beschouwing gevolgd door een politieke afweging. Ook zie ik
mogelijke effecten op de prijs van elektriciteit, op het investeringsklimaat
(in het bijzonder voor duurzame productie), op de internationale handel.
Juist deze complexiteit, die met de invoering van een producententarief
gepaard gaat, heeft de NMa er toe gebracht het eigen onderzoek naar het producententarief
te staken.
9
Zoals hierboven reeds vermeld, heb ik op dit onderwerp geen advies van
de NMa ontvangen. In het kader van de in het Energierapport 2008 aangekondigde
beoordeling reguleringskader zal ik de voor- en nadelen van een producententarief
analyseren. Zoals het artikel reeds noemt, zal ik u eind 2009 over deze herziening
rapporteren.
10
«Smart grids» zullen in staat zijn vraag en aanbod van elektriciteit
reeds op een lokaal niveau effectief te koppelen. Daardoor kunnen hoofdtransportverbindingen
minder worden belast.
De onderhavige problematiek is echter van een andere orde. De situatie
in het Westland is daarbij illustratief: de lokale vraag is maximaal in de
orde van 200 MW, terwijl er binnenkort voor 800 MW aan WKK-vermogen staat
opgesteld. Dat betekent dat er voor 600 MW aan transportcapaciteit beschikbaar
moet zijn voor de export van de WKK-stroom naar buiten het Westland. Juist
het uitbreiden van deze capaciteit veroorzaakte tot voor kort de aansluitproblemen.
Ik verwacht binnenkort de leden van de «Taskforce Smart Grids»
te kunnen benoemen.
XNoot
1 AgriHolland, 1 mei 2009: «Teruglevering WKK-stroom wordt mogelijk
fors duurder» http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=102275
XNoot
2 Dienst uitvoering en toezicht Energie (2004), «Besluit Landelijk
Uniform Producenten transporttarief» http://www.energiekamer.nl/images/besluit_101685-39_tcm7-4406.pdf
XNoot
3 Dienst uitvoering en toezicht Energie (2005), «Regeling uitgespaarde
netverliezen» http://www.dte.nl/images/12_25680_tcm7-6396.pdf http://www.energiekamer.nl/images/besluit_101726-35_tcm7-111949.pdf
XNoot
4 Energierapport 2008, blz. 81.