Kamervragen (Aanhangsel)
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 2845 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 2845 |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2845
Vragen van het lid Bouchibti (PvdA) aan de minister voor Jeugd en Gezin en de staatssecretaris van Justitie over de beschikking van de rechtbank Amsterdam inzake het (niet) voortzetten van de plaatsing in gesloten jeugdzorg na het bereiken van de meerderjarigheid. (Ingezonden 3 februari 2009)
1
Hebt u kennisgenomen van de beschikking van de meervoudige rechtbank in Amsterdam1, waarbij de rechtbank het verzoek om voortzetting van de plaatsing in de gesloten jeugdzorg na het bereiken van de meerderjarigheid niet toewijst?
2
Weigeren rechters vaker een verzoek tot voortzetting van de plaatsing in de gesloten jeugdzorg na het bereiken van de meerderjarigheid in verband met het gebrek aan adequate behandelmethoden, en/of een te late start van de eigenlijke behandeling, waardoor de feitelijke behandeling pas na het 18e levensjaar begonnen wordt? Zo ja, hoe vaak heeft dit zich voorgedaan?
3
Is het waar dat E. al vanaf medio 2008 op civiele titel geplaatst was in een gesloten setting en dat behandelplanbesprekingen pas plaatsvonden nadat E. in december 2008 de meerderjarige leeftijd had bereikt? Deelt u de mening dat dit veel te laat is? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? Wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
4
Hoelang moeten civiele jongeren gemiddeld wachten voordat een behandelplanbespreking plaatsvindt? Is overwogen om E. over te plaatsen naar een jeugdzorgplusinstelling, zodat er eerder een begin met de behandeling gemaakt kon worden?2 Zo ja, wat waren de redenen om niet tot overplaatsing over te gaan?
5
Deelt u de mening dat alle jongeren nadat zij de jeugdzorgplusinstelling hebben verlaten verplicht nazorg moeten krijgen? Bent u van mening dat de nazorg aan jongeren die op een civiele titel in gesloten setting geplaatst zijn gevaar loopt? Zo ja, welke consequenties trekt u hieruit en wat gaat u eraan doen om te zorgen dat alle jongeren nazorg krijgen?
Antwoord
Antwoord van minister Rouvoet (Jeugd en Gezin), mede namens de staatssecretaris van Justitie (ontvangen 5 juni 2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 2058
2
Inmiddels is door verschillende rechtbanken en gerechtshoven geoordeeld over het afgeven van een machtiging gesloten jeugdzorg op basis van artikel 29a, eerste lid, Wet op de jeugdzorg (Wjz).
Bijvoorbeeld op 26 maart jl. heeft het gerechtshof ’s-Gravenhage, in tegenstelling tot wat de rechtbank Amsterdam in zijn beschikking van 23 januari jl. heeft gezegd, een beroep op de onverbindendheid van artikel 29a, eerste lid, Wjz afgewezen.1
3
De jeugdige is eind april 2008 aangemeld voor een plek in de gesloten jeugdzorg. Op dat moment zat hij op basis van een strafrechtelijke titel in de justitiële jeugdinrichting (jji) De Doggershoek. Half mei is de strafrechtelijke plaatsing omgezet in een gesloten jeugdzorgplaatsing op een opvangplek in de jji. Begin september is de jeugdige van een opvangplek naar een behandelplek binnen De Doggershoek gegaan. Begin december is de jeugdige 18 geworden.
De Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) vereist dat er binnen zes weken na binnenkomst in een behandelinrichting een behandelplan vastgesteld is. In dit geval verbleef de jeugdige vóór zijn overplaatsing naar een behandelplek binnen dezelfde inrichting op een opvangplek. Op de opvangplek had de jeugdige een verblijfsplan. De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft mij geïnformeerd dat De Doggershoek na de overplaatsing naar een behandelplek de behandeling van de jeugdige in eerste instantie heeft gebaseerd op het bestaande verblijfsplan. De besprekingen van het verblijfsplan en het behandelplan zijn conform de Bjj gehouden.
4
Zowel in de Bjj, als in de Wjz is vastgelegd dat binnen zes weken na binnenkomst van de jeugdige een behandelplan c.q. hulpverleningsplan moet zijn vastgesteld.
De zorgaanbieders onder de Wjz dienen jaarlijks vóór 1 juni een verslag ter openbare inzage te leggen, waarin zij onder meer verantwoording afleggen over het beleid dat zij gevoerd hebben ten aanzien van het hulpverleningsplan. Ik heb de gesloten jeugdzorgaanbieders gevraagd mij daarbij ook uitdrukkelijk te informeren over de termijn waarbinnen een hulpverleningsplan voor de jeugdige wordt vastgesteld.
Er is door het bureau jeugdzorg geen verzoek tot overplaatsing van E. gedaan. De jeugdige verbleef immers al op een behandelplek.
5
Ik ben niet van mening dat een jeugdige, nadat hij een gesloten jeugdzorginstelling verlaat, in alle gevallen verplicht nazorg zou moeten krijgen. Ik vind het van groot belang dat ook in de jeugdzorg wordt gewerkt met een trajectaanpak. Binnen een zorgtraject kunnen voor een jeugdige verschillende vormen van zorg noodzakelijk zijn, zowel in een gesloten, als een open of ambulante setting. Als het binnen het traject van de jeugdige past dat hij na zijn verblijf in de gesloten jeugdzorg nog een andere vorm van zorg krijgt, dan zal de jeugdige die vorm van zorg moeten krijgen. Het is echter ook mogelijk dat een jeugdige na zijn verblijf in de gesloten jeugdzorg uitbehandeld is. In een dergelijk geval zou ik nazorg niet willen verplichten.
In het Streefbeeld Jeugdzorg Plus, dat ik op 27 februari 2008 aan uw Kamer heb aangeboden2, hebben de gesloten jeugdzorginstellingen vastgelegd dat zij afspraken maken met de ketenpartners (bijvoorbeeld provinciale jeugdzorgaanbieders of ggz- of lvg-instellingen) over de uitstroom van jeugdigen uit de gesloten jeugdzorg. Als de jeugdige na afloop van zijn verblijf in de gesloten jeugdzorg nog een andere vorm van zorg nodig heeft, dan kan de uitstroom op basis van deze afspraken plaatsvinden. Ik heb er vertrouwen in dat de instellingen met deze afspraken kunnen bewerkstelligen dat de trajectaanpak goed kan worden vormgegeven. Ik ben dan ook niet van mening dat de «nazorg» gevaar loopt.
Kamerstuk 29 815, nr. 182, pagina 12 (citaat afkomstig van de minister): Als een jongere op een opvangplek in een JJI terechtkomt, wat helaas nog te vaak gebeurt, wordt de duur daarvan zo kort mogelijk gehouden. Zodra het kan, gaat betrokkene naar een behandelplek, maar liever nog naar een plaats in een gesloten-jeugdzorginrichting. Zolang men op een opvangplaats zit, wordt de tijd gedurende het wachten op een vervolgstap naar een behandelplaats of een plaatsing in de gesloten jeugdzorg benut om diagnostisch onderzoek te doen en een diagnose te stellen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20082009-2845.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.