Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2746

Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de staatssecretaris van Defensie over het aangepaste koopcontract voor het eerste JSF-testtoestel. (Ingezonden 1 mei 2009)

1

Wanneer is de zogenaamde sideletter, waarin u gaat regelen of geregeld heeft dat Nederland straks de eerste JSF met verlies terug mag verkopen aan Lockheed Martin overeengekomen? Bent u bereid deze aan de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

2

Bent u bereid het amendement op het Memorandum of Understanding dat u getekend heeft om Nederland deel te laten nemen aan de testfase (MoU OIT&E) aan de Kamer te zenden? Zo nee, waarom niet?

3

Herinnert u zich dat u in uw eerdere brief1 meldde dat het stuk vertrouwelijk zou worden aangeboden omdat de toetreding van Italië en Nederland nog niet getekend was? Kunt u dit stuk dus nu openbaar aan de Kamer aanbieden? Zo nee, waarom niet?

4

Kunt u aangeven welke boetebedingingen en/of andere clausules, verplichtingen of restricties er in dit amendement op het Memorandum of Understanding IOT&E staan?1

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris De Vries (Defensie) (ontvangen 25 mei 2009)

1

Op 23 april jl. heeft de Kamer met de aanvaarding van de motie-Hamer c.s. (Kamerstuk 26 488 nr. 178) ingestemd met het aangaan van de verplichtingen die nodig zijn voor de productie van het eerste Nederlandse JSF-testtoestel als onderdeel van de LRIP-3 serie. De side letter die op 6 mei jl. is ondertekend door de Amerikaanse en Nederlandse overheid regelt dat Nederland, indien het begin 2010 zou besluiten niet verder deel te nemen aan de operationele testfase, kan afzien van de werkelijke aanschaf van het eerste testtoestel.

De side letter bied ik de Kamer in bijlage aan.1 Met de Amerikaanse overheid is afgesproken dat in dit bijzondere geval het «For official use only» gemerkte document toch openbaar kan worden aangeboden.

2 en 3

Hierbij bied ik u in bijlage aan het IOT&E MoU, zoals begin 2007 overeengekomen door het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, en tevens het in 2008 door Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten getekende amendement waarin de toetreding van Nederland is overeengekomen. Bij dit eerste amendement was de toetreding van Italië voorzien maar zoals bekend is dit uiteindelijk niet gebeurd. Daarom is een tweede amendement opgesteld, waarbij ten opzichte van het eerste amendement de verwijzingen naar de toetreding en de financiële bijdrage van Italië zijn geschrapt. Voor de deelneming en de financiële bijdrage van Nederland heeft dit geen gevolgen. Zodra een door alle landen getekende versie van het tweede amendement beschikbaar is, zal ik een afschrift aan de Kamer aanbieden.

4

Voor de gedetailleerde afspraken verwijs ik naar de tekst van het MoU en het amendement. Het MoU noch het amendement bevat boeteclausules. De Nederlandse financiële bijdrage van ten hoogste $ 30 miljoen staat vermeld in sectie 5 van het amendement. Sectie 18 van het MoU beschrijft onder meer de afspraken betreffende een eventuele uittreding.


XNoot
1

 Kamerstuk 26 488, nr. 72.

XNoot
1

 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven