Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2221

Vragen van het lid De Krom (VVD) aan de staatssecretaris van Justitie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in het buitenland. (Ingezonden 27 maart 2009)

1

Bent u bekend met het bericht «Opvanggeld naar gebakken lucht?»1

2

Hoeveel verschillende opvanglocaties voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) in het buitenland worden (deels) gefinancierd door de Nederlandse overheid? In welke landen zijn deze opvangplaatsen gelegen? Welke bedragen gaan hiermee gepaard?

3

Wat is de capaciteit van de door de Nederlandse overheid (deels) gefinancierde opvangplaatsen voor amv’s en welk deel hiervan wordt op dit moment benut?

4

Klopt het, zoals in het artikel beschreven, dat bij terugkeer 22 van de Angolese wezen geen wees bleek te zijn en gewoon door de ouders of andere familieleden1 werd opgehaald? Wat vindt u hiervan?

5

Welk deel van de amv’s verdwijnt vroegtijdig uit deze opvang of komt na vertrek uit Nederland naar een opvanglocatie nooit daadwerkelijk in deze opvang terecht? Is in al deze gevallen sprake van fraude bij de asielaanvraag? Kunt u dit uitgebreid toelichten?

6

Welke gevolgen verbindt u hieraan?

7

Kunt u deze vragen voorafgaand aan het algemeen overleg over vreemdelingen en Asielbeleid op 1 april 2009 beantwoorden?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Albayrak (Justitie), mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 3 april 2009)

1

Ja.

2

Door de Nederlandse overheid wordt op dit moment een financiële bijdrage gegeven aan twee opvanghuizen voor alleenstaande minderjarigen, te weten in Angola en in de Democratische Republiek Congo (DRC). Het betreft hier grotendeels een bijdrage op basis van geleverde diensten. Dit betekent dat wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van de diensten van het weeshuis er, met uitzondering van een aandeel in de vaste kosten, geen bijdrage tegenover staat. De kosten worden betaald door zowel het ministerie van Buitenlandse Zaken als het ministerie van Justitie.

3

In Angola worden maximaal 10 opvangplaatsen door de Nederlandse overheid gereserveerd. In de DRC worden maximaal 5 opvangplaatsen door de Nederlandse overheid gereserveerd. Op dit moment wordt er van deze opvangplaatsen geen gebruik gemaakt.

4

Het klopt dat de Angolese minderjarige vreemdelingen die terugkeerden naar Angola werden opgehaald door ouders of familieleden. Zoals aangegeven in mijn reactie in het artikel in de Telegraaf vind ik het alleen maar positief dat de kinderen uiteindelijk toch door familie worden opgehaald.

5

Sinds de start van de projecten heeft slechts één vreemdeling gebruik gemaakt van het weeshuis in Angola. In totaliteit zijn er sindsdien 168 alleenstaande minderjarige vreemdelingen met behulp van de Internationale Organisatie voor Migratie vertrokken. In 2008 is daarnaast één alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) gedwongen teruggekeerd naar de DRC.

Bij de behandeling van de asielaanvraag door de IND wordt de geloofwaardigheid en de overtuigingskracht van het asielrelaas beoordeeld. Indien het asielrelaas niet geloofwaardig wordt bevonden, komt de vreemdeling in beginsel niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel. Dit geldt ook voor de asielaanvragen van amv’s. Aan de amv van wie de asielaanvraag is afgewezen en van wie aannemelijk is dat hij zich in het land van herkomst niet zelfstandig kan handhaven en dat daar evenmin adequate opvang aanwezig is, kan ambtshalve een verblijfsvergunning regulier worden verleend. Minderjarige asielzoekers van Angolese en Congolese nationaliteit komen niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van dit amv-beleid, nu er door de aanwezigheid van het opvanghuis in Angola en de DRC adequate opvang voorhanden is.

6

Bij iedere subsidieverstrekking wordt afgewogen wat de (financiële) consequenties zijn. Zo ook voor de financiering van de opvangtehuizen in Angola en de DRC. Het hebben van adequate opvang is belangrijk in het kader van het toelatingsbeleid. Daarnaast is er sprake van een toegevoegde waarde op de effectiviteit van het terugkeerbeleid. Door de aanwezigheid van deze opvangtehuizen kunnen alleenstaande minderjarige vreemdelingen in een eerder stadium terug naar het land van herkomst en komen zij niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van het amv-beleid in Nederland. De kosten voor opvang in het land van herkomst zijn aanzienlijk lager dan de kosten voor opvang in Nederland. Hierdoor kan er bespaard worden op de kosten die de opvang in Nederland van deze alleenstaande minderjarige vreemdelingen met zich meebrengt.

7

Zoals aangegeven tijdens het Algemeen Overleg van 1 april 2009 is het mij, ondanks alle inspanningen niet gelukt de beantwoording voor dit Algemeen Overleg aan u toe te zenden.


XNoot
1

 De Telegraaf, 25 maart 2009.

Naar boven