Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1771

Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over dubbele nationaliteiten. (Ingezonden 30 december 2008)

1

Bent u bekend met de PvdA-resolutie «Verdeeld Verleden, Gedeelde Toekomst»?

2

Deelt u de mening dat elke band tussen migranten en hun kinderen met het land van herkomst puur op basis van vrijwilligheid mag geschieden?

3

Deelt u voorts de mening dat het de plicht is van de Nederlandse Staat om haar burgers met een dubbele nationaliteit te beschermen tegen ongewenste buitenlandse invloeden? Zo ja, welke taak ziet u daarin, naast die van de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken, voor uzelf weggelegd?

4

Is het u bekend hoeveel Nederlanders met een dubbele nationaliteit slapeloze nachten hebben vanwege de lange arm van het land van herkomst? Zo nee, bent u bereid inzicht te geven in de omvang van deze problematiek? Zo nee, waarom niet?

5

Hebt u kennisgenomen van het nieuws dat het aantal Nederlanders met de dubbele nationaliteit sinds 1995 bijna verdriedubbeld is?

6

Deelt u de mening dat Nederland een thuis is voor iedereen, ongeacht het aantal nationaliteiten, mits de Nederlandse Grondwet boven alles wordt gerespecteerd?

7

Bent u het eens met de uitspraak van de partijvoorzitter van de PvdA dat je «om Nederlander te worden je oude nationaliteit in principe moet opgeven»? Zo ja, waarom wel?1 Zo nee, waarom niet?

8

Deelt u de mening dat dit soort populistische prietpraat een belediging is voor alle Nederlanders met een meervoudige nationaliteit, die dag in dag uit hun steentje bijdragen aan Nederland, zoals bijvoorbeeld de staatssecretaris van Justitie en de vorige staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?

9

Wist u overigens, toen u op vrijdagochtend 14 november 2008 door Hare Majesteit de Koningin benoemd werd tot minister, dat ook zij een dubbele nationaliteit heeft? Zo ja, wat vindt u daarvan? Zo nee, deelt u de mening dat het iemand niet minder Nederlands maakt dan een ander?

Antwoord

Antwoord van minister Van der Laan (Wonen, Wijken en Integratie) (ontvangen 5 maart 2009)

1

Ja.

2 en 3

Ja. Het kabinet stelt zich op het standpunt dat contacten tussen een vreemde mogendheid en haar (voormalige) onderdanen in Nederland louter op basis van vrijwilligheid mogen plaatsvinden en dat deze contacten de integratie niet mogen belemmeren. Indien zou blijken dat contacten onder dwang tot stand komen of integratie wordt belemmerd dan worden buitenlandse autoriteiten daar uiteraard op aangesproken. Voorts ga ik ervan uit dat migranten die zich oriënteren op de Nederlandse samenleving en hier volop participeren weerbaar genoeg zijn om ongewenste beïnvloeding aan de kaak te stellen en indien zij geen contact wensen dat kunnen vermijden.

4

Nee, dat is mij niet bekend. Het is mij wel bekend dat er steeds vaker en steeds meer mensen en organisaties zijn die publiekelijk in het geweer komen tegen verschillende vormen van beïnvloeding vanuit het buitenland. Het Samenwerkingsverband Marokkanen Nederland (SMN) is hiervan goed een voorbeeld. Overigens verwacht ik met de uitvoering van motie Griffith meer inzicht te krijgen over de verschillende migrantengroepen in Nederland die op dit moment kwetsbaar zijn voor ongewenste inmenging vanuit het buitenland (TK, vergaderjaar 2008–2009, 28 844, nr. 27).

5

Ja.

6

Ja. Dit wordt onderbouwd door artikel 1 van de Grondwet «Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld».

7 en 8

De uitspraak is in overeenstemming met de geldende wetgeving. In de brief van de minister van Justitie aan uw Kamer van 12 oktober 2007 heeft het kabinet zijn standpunt neergelegd over meervoudige nationaliteit. Het uitgangspunt van de Rijkswet op het Nederlanderschap is dat bij het verzoek om verlening van het Nederlanderschap de nationaliteit van het land van herkomst wordt opgegeven. Op deze hoofdregel bestaat een aantal uitzonderingen. Opgeven van de nationaliteit van het land van herkomst wordt niet gevraagd indien dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Nederlanderschap bevordert deelname aan het maatschappelijke verkeer. Het zijn eerder overwegingen van praktische en juridische aard die een beperking rechtvaardigen dan vermeende disloyaliteit.

9

Koningin Beatrix beschikt over de Nederlandse nationaliteit en overigens verwijs ik naar het antwoord op de vragen 7 en 8.


XNoot
1

 Algemeen Dagblad, 23 december 2008.

Naar boven