Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1462
Vragen van de leden Brinkman en Graus (beiden
PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Verbod
krijgt navolging, gemeenten willen circussen met wilde dieren weren». (Ingezonden 29 januari 2009)
1
Kent u het bericht «Verbod krijgt navolging, gemeenten willen circussen
met wilde dieren weren»?1
2
Deelt u de mening dat, mede gezien de brief van de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit d.d. 13 juli 20072 en de antwoorden
gegeven op Kamervragen van het lid Ormel (CDA) over het weren van circussen
waar niet-gedomesticeerde dieren optreden3 en de antwoorden
gegeven op Kamervragen van het lid Ouwehand (PvdD) over circussen met wilde
dieren4, gemeenten circussen met wilde dieren niet kunnen weigeren?
Deelt u de mening dat gemeenten die wel circussen met wilde dieren weigeren,
hierdoor een onrechtmatige daad plegen? Zo nee, waarom niet?
3
Kunt u aangeven in hoeverre gemeenten die circussen met wilde dieren verbieden
aansprakelijk kunnen worden gesteld voor zaken als imagoschade, inkomstenderving
en advocaatkosten waar circussen mee te maken krijgen door deze hetze?
4
Wilt u zo spoedig mogelijk contact opnemen met de wethouder Dierenwelzijn
van Alphen aan den Rijn en met de VNG om hen zo snel mogelijk duidelijk maken
op te houden met de verschrikkelijke hetze tegen circussen met wilde dieren?
Zo nee, waarom niet?
5
Bent u verbaasd dat er een wethouder Dierenwelzijn bestaat in de gemeente
Alphen aan de Rijn? Bent u van mening dat Dierenwelzijn een landelijk vastgesteld
item zou moeten zijn en dat dit zich niet leent voor regelgeving op lokaal
niveau? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hiertegen ondernemen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid
Ormel (CDA), ingezonden 22 januari 2009 (vraagnummer 2009Z01022/2080910520)
Antwoord
Antwoord van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 5 februari 2009)
2 en 3
Zoals aangegeven in bovenvermelde brief en in antwoord op de genoemde
kamervragen hebben gemeenten een autonome regelgevende bevoegdheid, die onder
meer wordt begrensd door regelingen van hogere overheden. De Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren is uitputtend bedoeld voor dierenwelzijnsbeleid.
Uit het gemeenterecht vloeit voort dat gemeenten niet bevoegd zijn om vanuit
een oogpunt van dierenwelzijn autonome regels over dieren te stellen. Gemeenten
hebben wel de bevoegdheid om met andere oogmerken regels te stellen inzake
dieren, mits deze regels niet in strijd zijn met de normen in de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld regels stellen over
circussen in het belang van de openbare orde of veiligheid. In een concreet
geval is het aan de rechter om te beoordelen of een gemeente bij het opstellen
van regels binnen de grenzen van haar bevoegdheid is gebleven. Gemeenten die
circussen met wilde dieren weigeren, plegen dus niet per definitie een onrechtmatige
daad. Of daarvan sprake is en welke schade vervolgens voor vergoeding in aanmerking
komt, is aan de rechter om te bepalen.
4
Het standpunt van de regering is bekend. Wij zien geen noodzaak hierover
contact op te nemen met de gemeente en met de VNG.
5
De portefeuilleverdeling op gemeentelijk niveau behoort tot de gemeentelijke
autonomie. Wij willen dan ook niet treden in de afweging die men bij de collegeonderhandelingen
in Alphen aan den Rijn op dit punt heeft gemaakt. Dit neemt niet weg dat op
het terrein van dierenwelzijn gemeenten dienen te handelen binnen de wettelijke
kaders van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
XNoot
1 AD.nl, 28 januari 2009.
XNoot
2 Inbreng verslag schriftelijk overleg richtlijnen circussen (www.minlnv.nl/cdlpub/servlet/CDLServlet?p_file_id=20023)
XNoot
3 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nr. 180.
XNoot
4 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nr. 773.