Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1435

Vragen van de leden Van Hijum en Van Bochove (beiden CDA) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht dat woningcorporatie Rentree in Deventer heeft aangekondigd de herstructurering van de Rivierenwijk uit te stellen en de plannen te versoberen als gevolg van de kredietcrisis. (Ingezonden 13 januari 2009)

1

Is u bekend dat woningcorporatie Rentree in Deventer heeft aangekondigd de herstructurering van de Rivierenwijk uit te stellen en de plannen te versoberen als gevolg van de kredietcrisis?1

2

Hoe verhoudt het voornemen van Rentree zich concreet tot de afspraken die over de herstructurering zijn gemaakt in het convenant, dat ook mede door uw ambtsvoorganger is ondertekend?

3

Deelt u de inschatting van Rentree dat de risico’s voor de uitvoering en de financiering van het (maatschappelijk breed gedragen) plan zodanig zijn toegenomen, dat uitstel en versobering gerechtvaardigd zijn? Waarom deelt u deze inschatting wel/niet?

4

Speelt dezelfde problematiek ook in andere «prachtwijken» of worden hier de herstructureringsplannen wel onverkort en volgens planning uitgevoerd?

5

Deelt u de mening dat – juist vanwege de kredietcrisis en de oplopende werkloosheid, alsmede het behoud van draagvlak voor de herstructurering – in 2009 gestart moet worden met de uitvoering? Bent u bereid in overleg met Rentree en de gemeente Deventer te bezien hoe zo veel mogelijk kan worden vastgehouden aan de afspraken uit het convenant?

Antwoord

Antwoord van minister Van der Laan (Wonen, Wijken en Integratie) (ontvangen 3 februari 2009)

1

De informatie in het artikel van de Stentor is niet juist t.a.v. de voornemens van Rentree. De projectleider m.b.t. de herstructurering van de Rivierenwijk heeft in een interview met Trouw gemeld dat Rentree intern nagaat welke mogelijke effecten van de kredietcrisis kunnen optreden voor de planning van de herstructurering van de Rivierenwijk. Rentree investeert circa € 250 miljoen in de Rivierenwijk en deels betreft het sloop-nieuwbouw voor de markt (koopwoningen) en bouw van winkel- en bedrijfsruimten. Ingeval van langduriger vraaguitval naar dit soort objecten, is het niet onlogisch dat nagegaan wordt of dit effecten zou moeten hebben voor de planning van het herstructureringsprogramma. Een notitie daarover wordt door Rentree op dit moment opgesteld voor interne besluitvorming. Of er wijzigingen voor de planning uit voortkomen en zoja wat deze zouden inhouden is nog niet bekend.

2

Een en ander heeft geen effect voor de uitvoeringsovereenkomst over de wijkenaanpak zoals getekend tussen de gemeente Deventer en Rentree en het charter zoals getekend tussen de gemeente Deventer en mijn ambtsvoorganger. Die overeenkomst en dat charter betrof het sociale investeringsprogramma van Rentree en de gemeente in de Rivierenwijk en niet het fysieke investeringsprogramma.

3

Uitstel en versobering is op dit moment niet aan de orde. Verder vind ik het normaal dat, net als bij overige organisaties, instellingen en bedrijven, Rentree bij haar plannen rekening houdt met de veranderende financiële situatie en veranderde marktomstandigheden. Rentree heeft aangegeven dat zij zeker wil kunnen stellen dat de huidige economische ontwikkelingen geen negatieve invloed hebben op de voortrekkersrol die zij zal blijven vervullen bij de ontwikkeling van de Rivierenwijk. Daarnaast onderzoekt zij op welke manier zij de ontwikkelingen in de markt voor kan blijven zodat de ontwikkeling van de wijk ten gunste van de bewoners gewaarborgd blijft. In het eerste kwartaal van 2009 verwacht Rentree meer inzicht in een en ander te hebben. In dat kader is het trouwens niet uit te sluiten dat uitstel en mogelijk andere programma’s in sommige gevallen juist kunnen leiden tot een groot maatschappelijk draagvlak, want bijvoorbeeld sloop van sociale huurwoningen en vervolgens langdurige leegstand van de teruggebouwde duurdere koopwoningen, omdat verkoop niet lukt, kan maatschapelijk ook wel eens zeer onwenselijk zijn. Maatschappelijk kan het zeer gewenst zijn dat gewijzigde omgevingsfactoren leiden tot aanpassing van plannen.

4

Ook in andere «prachtwijken», maar ook buiten de prachtwijken, zullen in het licht van de nieuwe omstandigheden planningen van fysieke herstructureringsplannen waarschijnlijk herbekeken worden, omdat overal sprake is van stevige bouw-programma’s voor de markt. Of dit tot plannings- of inhoudelijke planwijzigingen gaat leiden is voorhands onbekend.

5

Wanneer het gaat om te bepalen wat het beste is in een lokale situatie ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de gemeente en haar lokale partners. Of aanpassing van plannen wenselijk is, is ter lokale beoordeling tussen gemeente, corporatie en bewoners van een wijk. In geval van geschillen tussen gemeente en corporatie kan het Rijk, op verzoek, wel een bemiddelende of faciliterende rol op zich nemen. Wanneer wijzigingen in plannen zouden leiden tot andere outcome-resultaten dan afgesproken in het charter met het Rijk, dan is heroverleg met het Rijk wel aan de orde. Ten aanzien van de afspraken uit de uitvoeringsovereenkomst en het charter over de wijkenaanpak is er echter geen wijziging aan de orde. De uitvoerings-overeenkomst is conform de afspraken in 2008 normaal gestart en zal ook in de volgende jaren conform de afspraken uitgevoerd worden. Op 26 januari jl. ben ik trouwens op werkbezoek naar de Rivierenwijk geweest. Daar heeft het onderwerp kredietcrisis in relatie tot de herstructureringsplanning in de Rivierenwijk ook op de agenda gestaan.


XNoot
1

 De Stentor, 7 januari 2009.

Naar boven