Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1357

Vragen van de leden Boelhouwer en Timmer (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een arbeidsongeval in november 2008 met een gegaste container. (Ingezonden 9 december 2008)

1

Heeft u kennisgenomen van de Argos uitzending over een arbeidsongeval bij de controle op een gegaste container?1

2

Bent u van mening dat een instructie van een halve dag voldoende is om werknemers gasmetingen in gegaste containers te laten verrichten? Zo ja, waarom? Zo neen, deelt u de mening dat er, voor de veiligheid van de werknemers die werken met gegaste containers, een degelijke opleiding moet worden gevolgd alvorens een werknemer over mag gaan tot bemonstering van containers?

3

Is het toezicht op de wijze van werken met gegaste containers door bedrijven die metingen verrichten de afgelopen vijf jaar veranderd? Zo ja in welke zin?

4

Bent u bereid over te gaan tot certificering van bedrijven of om bedrijven met werknemers die werken met gegaste containers te controleren? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van minister Donner (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 28 januari 2009), Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1089

1

Ja.

2

De verplichting tot het doen van onderzoek naar het gevaren voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand- en explosiegevaar (artikel 3.5g Arbobesluit) richt zich op de werkgever die werknemers containers wil laten betreden. Daartoe kan een werkgever een gasmeetdeskundige inhuren, of zijn werknemer(s) laten opleiden en instrueren. Personen die metingen verrichten in de lucht in containers moeten in ieder geval op de hoogte zijn van de gevaren in de containers en de van toepassing zijnde meetmethoden. Afhankelijk van de mate van zekerheid die bedrijven vooraf hebben over de inhoud van de container en de aanwezigheid van gevaren door aanwezigheid van gassen, zal maatwerk toegepast moeten worden in de uit te voeren metingen. Een opleiding en instructie aan personen die de containers bemonsteren kan daar op afgestemd worden. Bij volledige onbekendheid met de inhoud van de container en de aanwezigheid van gassen zal uitgebreid moeten worden gemeten. Een geaccrediteerd gasmeetdeskundige is daartoe geschikt, maar de werkgever kan er ook voor kiezen zelf een werknemer op dit niveau op te laten leiden.

3

In het toezicht door de Arbeidsinspectie op de werkwijze van gasmeetkundige bedrijven, die in opdracht van bedrijven die containers ontvangen, containers op gassen bemeten is de afgelopen 5 jaar geen verandering gekomen. Bij het toezicht op en voorlichting naar deze bedrijven en de bedrijven die containers ontvangen refereert de Arbeidsinspectie aan protocollen die door sociale partners in de logistieke keten zijn opgesteld en die vrij beschikbaar zijn. Daarin treffen bedrijven voorbeelden aan van de wijze waarop ze de risico’s van containers kunnen herkennen en, naar gelang het ingeschatte risico, kunnen indelen naar een onderzoeksregime. De Arbeidsinspectie zet de inspecties bij deze bedrijven in 2009 voort.

4

Het uitgangspunt van het door de overheid gevoerde arbeidsomstandighedenbeleid is de duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en werkgevers en werknemers, en het voorkomen van het introduceren van onnodige administratieve lasten. De vraag naar de bereidheid om over te gaan tot (publieke) certificering bezie ik in dit kader. Certificering specifiek voor metingen in de lucht van containers, zou een nieuwe nationale kop en extra bedrijfslasten betekenen die alleen gerechtvaardigd kan zijn bij zeer ernstige risico’s.1 Ik vergelijk de situatie bij containers met de risicoinventarisatie en -evaluatiebepalingen die in elk bedrijf verplicht zijn bij de kans op blootstelling aan stoffen. Hiervoor geldt een algemeen deskundigheidsvereiste, dat voor containers ook voldoet. In deze vraag wordt voorts gevraagd naar de bereidheid om bedrijven met werknemers die werken met containers te controleren.

Ik verwijs in antwoord hierop naar het antwoord bij vraag 3.


XNoot
1

 Argos, 6 december 2008.

XNoot
1

 Kamerstukken TK 2005–2006, 25 883, nr. 55.

Naar boven