Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1338

Vragen van het lid Tang (PvdA) aan de minister van Financiën over het bericht dat DNB de verkoop van Icesave zou hebben geblokkeerd. (Ingezonden 31 december 2008)

1

Bent u bekend met artikel «DNB stopt overname Icesave»?1

2

Is het waar dat de bewindvoerders probeerden Icesave aan een andere bank te verkopen en dat deze pogingen impliciet of expliciet op instemming van de De Nederlandsche Bank (DNB) konden rekenen?

3

Is het waar dat er van andere banken belangstelling was om de spaarders en hun (gegarandeerde) spaartegoeden als klanten van Icesave over te nemen?

4

Is het waar dat DNB uiteindelijk op het laatste moment een overname heeft tegengehouden?

5

Zou zo’n overname in het voordeel zijn geweest van die 469 spaarders, die meer dan 100.000 euro bij hadden staan, en kunt u dit toelichten?

6

Kunt u bij elke reden die in het artikel wordt genoemd voor het stoppen van de overname aangeven of en waarom die reden een rol heeft gespeeld bij het beoordelen van een overname?1

Antwoord

Antwoord van minister Bos (Financiën) (ontvangen 26 januari 2009)

1

Ja.

2

Op 13 oktober 2008 heeft de rechtbank Amsterdam de noodregeling uitgesproken ten aanzien van het bijkantoor van Landsbanki, dat in Nederland onder andere handelde onder de naam Icesave. De door de rechtbank aangestelde bewindvoerders kregen daarbij overeenkomstig de bepalingen uit de Wet op het financieel toezicht zowel de bevoegdheid tot overdracht van het geheel of een gedeelte van de verbintenissen gesloten vanuit het bijkantoor als tot gehele of gedeeltelijke liquidatie van het bijkantoor. De bewindvoerders hebben in dat kader de mogelijkheid tot verkoop verkend, zoals ook blijkt uit de uitspraken van de heer Pannevis in het door u aangehaalde artikel uit het Financieele Dagblad. DNB heeft geen formele of wettelijke rol ten aanzien van een eventuele verkoop. Zij is uitvoerder van het depositogarantiestelsel. Het is de door de rechtbank aangewezen rechter-commissaris die toeziet op het handelen van de bewindvoerders en die beslist over een eventuele verkoop. Er is voor DNB geen reden om bij voorbaat een afwijzende houding aan te nemen tegenover de verkoopinitiatieven van de bewindvoerders, die immers passen in de bevoegdheden die de bewindvoerders van de rechtbank hebben gekregen.

Overigens merk ik op dat in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Icesave spaarders en hun tegoeden ook geen sprake is geweest van een portefeuilleoverdracht. De portefeuilleoverdrachten die in het Verenigd Koninkrijk hebben plaatsgevonden betroffen portefeuilles van in het Verenigd Koninkrijk vergunninghoudende dochters van Kaupthing en Landsbanki, en niet portefeuilles van bijkantoren. Ook in het Verenigd Koninkrijk was het een bijkantoor van Landsbanki dat handelde onder de naam Icesave.

3

Ik heb begrepen dat er vanuit de bancaire sector belangstelling bestond om deel te nemen aan de door de bewindvoerders uit te schrijven tender met betrekking tot de overname van spaarders en hun spaartegoeden.

4

Nee. Zoals aangegeven bij vraag 2 heeft DNB geen wettelijke rol ten aanzien van de overname. Op 10 december 2008 heeft DNB op verzoek van de bewindvoerders per brief gereageerd op het door hen geschetste verkoopscenario. In die brief heeft DNB de bewindvoerders erop gewezen geen wettelijke rol te hebben bij de verkoop. Voorts heeft DNB aangegeven dat zij op korte termijn zou starten met het doen van uitkeringen. Over het starten van uitkeringen heb ik uw Kamer geïnformeerd bij brief van 3 december 2008 (31371, nr. 59). DNB is vervolgens op 11 december 2008 gestart met het doen van uitkeringen aan de spaarders bij Icesave.

5

Van de bewindvoerders heb ik begrepen dat de opbrengst van een portefeuilleoverdracht zoals door hen beoogd, geschat moest worden op EUR 5 – 10 miljoen. Het is onzeker aan wie deze opbrengst ten goede zou komen. Naar ik aanneem zal bij de afwikkeling van de boedel van Landsbanki het beginsel van paritas creditorum worden gevolgd. Dit zou betekenen dat de opbrengst van de overname ten goede zou komen aan de algemene, mondiale, boedel van Landsbanki Islands hf. en vervolgens naar rato zou worden verdeeld over de wereldwijde crediteuren. Het moge duidelijk zijn dat in dat geval het voordeel voor de spaarders met een deposito van meer dan 100.000 euro naar alle waarschijnlijkheid zeer gering zou zijn geweest.

6

In het FD-artikel «acht redenen om Icesave niet aan een andere bank te verkopen»1 speculeert de auteur over de mogelijke bezwaren tegen verkoop van de Icesave-portefeuille. Zoals aangegeven was er geen sprake van een wettelijke rol van DNB bij de overname; de rechter-commissaris was als enige bevoegd om te beslissen op een verzoek tot verkoop. Wel zijn door het ministerie van Financiën en DNB belangrijke onzekerheden onderkend voor het welslagen van een overname. Door de bewindvoerders werden de door het IJslandse en Nederlandse depositogarantiestelsel gedekte saldi ter overname aangeboden. Vanuit juridisch oogpunt waren er kanttekeningen te plaatsen bij een dergelijke overdracht. Het recht op een uitkering uit hoofde van het Nederlandse depositogarantiestelsel is gebaseerd op de betalingsonmacht van de betreffende bank; de spaarders hebben een vordering op die bank en deze vordering wordt door DNB overgenomen nadat zij de spaarder een uitkering heeft gedaan. Ingeval van een portefeuilleoverdracht zouden de spaarders een vordering krijgen op de overnemende bank en niet langer op de betalingsonmachtige bank, daarmee ontvalt de wettelijke voorwaarde voor een recht op uitkering van het depositogarantiestelsel evenals de mogelijkheid van DNB om na uitkering de vordering over te nemen.

De overnemende bank zou dus een portefeuille inclusief spaartegoeden kopen, maar het bijbehorende bedrag kon niet via de uitvoering van het depositogarantiestelsel gefinancierd worden. De bereidheid tot medewerking van de financiers van beide depositogarantiestelsels, te weten de IJslandse autoriteiten en de Nederlandse banken, was dan ook van cruciaal belang voor het welslagen van een overdracht. Dat die bereidheid bestond, is niet gebleken.

Tot slot is ook het tijdsbeslag van de verkoop, gegeven ook de hiervoor geschetste vraagstukken, en daarmee de vertraging in een tijdige uitkering aan de spaarders, als onzekerheid onderkend. Vanzelfsprekend zou DNB een eventuele verkoop aan een onder haar toezicht staande onderneming vanuit haar rol als toezichthouder serieus hebben beoordeeld.


XNoot
1

 Financieele Dagblad, 27 december 2008.

XNoot
1

 Financieele Dagblad, 27 december 2008.

Naar boven