Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1290

Vragen van de leden Samsom en Spekman (beiden PvdA) aan de minister van Economische Zaken over afsluiting van gas en stroom in de winter. (Ingezonden 15 januari 2009)

1

Hebt u kennisgenomen van eerder gestelde vragen over afsluiting van gas en stroom in de winter?1

2

Is het waar dat het energiebedrijf Nuon eveneens als Eneco zich niet houdt aan het afsluitingsverbod gedurende de winter?

3

Bent u bereid bij de beantwoording van de eerder gestelde vragen over gas en stroom1 ook de situatie van het energiebedrijf Nuon te betrekken?

4

Zijn bij u ook andere energiebedrijven bekend die zich niet aan het verbod op afsluiting van gas en stroom in de winter houden? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen om het afsluitingsverbod te handhaven? Bent u bereid de betreffende wetgeving aan te scherpen, zodat het niet meer voorkomt dat mensen zonder gas en stoom komen te zitten in de winter?

5

Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden gelet op de omstandigheid dat mensen zonder gas en stroom komen te zitten gedurende de winter?

Antwoord

Antwoord van minister Van der Hoeven (Economische Zaken) (ontvangen 21 januari 2009)

1

Ja, zie de antwoorden op de vragen van de leden Samsom en Spekman (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1289)

2

Zie mijn antwoord op vraag 7. Bij de NMa zijn sinds de inwerkingtreding van de MR geen signalen ontvangen dat energiebedrijven, waaronder dus ook Eneco en Nuon, zich niet zouden houden aan de ministeriële regeling afsluitbeleid. Er is geen sprake van een absoluut afsluitverbod.

3

Ja. Zoals ik u reeds schetste in de Kamer tijdens het vragenuur op 13 januari jl., was er bij de situatie van Nuon in Almere geen sprake van dat zij in strijd met de regeling heeft gehandeld. In het voortraject heeft Nuon de klanten meerdere keren gewezen op de mogelijkheden om afsluiting te voorkomen, middels brieven en persoonlijk contact. Hierbij zijn de stappen doorlopen die de ministeriële regeling voorschrijft. Omdat door deze klanten hier niet op is gereageerd en een afsluiting niet met medewerking van de klanten tot stand kon komen, heeft Nuon om een gerechtelijke uitspraak gevraagd. Door de kantonrechter is bepaald dat de betreffende panden op 6 januari zouden worden afgesloten. Op 6 januari zijn 17 panden afgesloten. 6 van de 17 hebben binnen 1 dag alsnog betaald en zijn heraangesloten. Vanwege de aanhoudende koude is vanaf 7 januari en in overleg met de gemeente Almere besloten ook de overige panden tijdelijk opnieuw aan te sluiten. Inmiddels is op zondag 11 januari de laatste klant weer aangesloten.

Deze casus laat zien dat Nuon niet in strijd met de regeling heeft gehandeld. Wel is de timing van de daadwerkelijke afsluiting, tijdens een vorstperiode, ongelukkig gekozen. Dat heeft Nuon zelf ook ingezien en heeft een dag na de afsluiting haar beleid hierop aangescherpt en de klanten tijdelijk weer aangesloten.

Ik ben er net als u voorstander van dat energiebedrijven tijdens vorstperiodes terughoudend zijn met het afsluiten van kleinverbruikers. Dat is ook naar de geest van de regeling. Ik heb uw Kamer op 13 januari jl., naar aanleiding van het vragenuur, in dit kader toegezegd met de energiebedrijven in overleg te gaan, zodat niet alleen naar de letter maar ook naar de geest van de regeling wordt gehandeld.

Ik vind het tenslotte wel van belang om nog te benadrukken dat, naast de vergunninghouder en de netbeheerder, de kleinverbruiker zelf ook een hele belangrijke verantwoordelijkheid heeft in dit proces. Hij heeft de plicht om tijdig te zoeken naar een oplossing voor zijn schulden en zich gedurende de looptijd van de betalingsregeling te houden aan de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Het is ook in zijn belang om de schulden niet verder op te laten lopen. Komt hij die verplichtingen echter niet na dan is afsluiting de enige stok achter de deur. Het kan immers niet zo zijn dat sommige wanbetalers zonder sancties blijven terwijl het overgrote deel van de kleinverbruikers wel keurig op tijd zijn rekening betaalt. Dit zou een verkeerd signaal geven.

4

Nee, zoals hierboven al gemeld, zijn er volgens de NMa geen signalen dat bedrijven zich niet aan de wet houden en is het ook niet nodig om te handhaven. Ik zie dus ook geen noodzaak om de regeling aan te scherpen omdat die reeds zeer zorgvuldig is opgesteld. De regeling voorkomt dat mensen worden overvallen door afsluiting en draagt er aan bij dat de kleinverbruiker snel hulp zoekt en schulden niet verder oplopen. De kleinverbruiker kan zelf, door schuldhulpverlening aan te vragen, voorkomen dat deze wordt afgesloten. Een absoluut afsluitverbod in de winter is niet wenselijk, zie ook mijn antwoord op vraag 1 in de eerdere set vragen. Wel zal ik, zoals toegezegd op 13 januari, in overleg treden met de bedrijven, zodat niet alleen naar de letter maar ook naar de geest van de regeling wordt gehandeld.

5

Ja.


XNoot
1

 Vragen van de leden Samsom en Spekman, ingezonden 30 december 2009, vraagnummer 2008Z10354/2080908740.

Naar boven