Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1182
Vragen van de leden Karabulut en De Wit
(beiden SP) aan de minister van Justitie over het niet optimaal functioneren
van bewindvoerders. (Ingezonden 19 november 2008)
1
Deelt u de mening dat voor bewindvoerders onafhankelijk vastgestelde normen
zouden moeten gelden bij de sanering van schulden, bijvoorbeeld maximale bedragen
voor bepaalde activiteiten, zoals intakegesprekken? Zo ja, welke maatregelen
gaat u treffen? Zo neen, waarom niet?1
2
Welke opleidings- en toelatingseisen zouden volgens u moeten gelden voor
bewindvoerders?
3
Wat is uw reactie op de tekortschietende controle van bewindvoerders door
de kantonrechters vanwege gebrek aan kennis en mogelijkheden?
4
Vindt u het wenselijk dat de branchevereniging voor bewindvoerders haar
eigen leden controleert? Zo ja, acht u deze controle afdoende? Zo neen, welke
maatregelen gaat u treffen opdat onafhankelijke controle van overheidswege
wordt gerealiseerd?
5
Deelt u de mening dat niet de bewindgestelde maar de kantonrechter de
wettelijke taak moet krijgen om de bewindvoerder te controleren? Zo ja, op
welke wijze gaat u hiervoor zorgen? Zo neen, welke wijze van controle zou
wat u betreft wel wenselijk zijn? Ziet u mogelijkheden om de bewindvoerder
te laten controleren door het Bureau Financieel Toezicht (BFT)? Zo ja, op
welke wijze wilt u dit (wettelijk) vastleggen? Zo neen, waarom niet?
6
In hoeverre hebben de maatregelen uit 2005 en 2006 orde in de «bewindvoerdersbende»
gebracht? Welke aanvullende maatregelen gaat u nemen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden
Heerts en Wolbert (beiden PvdA), ingezonden 19 november 2008 (vraagnummer
2008Z07115/2080905670).
Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) (ontvangen 12 januari 2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009,
nr. 867
1
Voor de beloning van de activiteiten van bewindvoerders zijn, uitgesplitst
naar de aard van die activiteiten, in de aanbevelingen meerderjarigenbewind
van het Landelijk Overleg van Kantonsectorvoorzitters (LOK) maximale bedragen
vastgesteld.
2
Jegens de bij haar aangesloten bewindvoerders hanteert de Branchevereniging
van Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) een Reglement
van kwaliteit. Dit reglement bevat eisen inzake de toetreding van nieuwe leden,
zoals de overlegging van een bedrijfsplan, en voorziet bijvoorbeeld ook in
integriteiteisen met betrekking tot de leden van de Branchevereniging en hun
personeel en voorts in kwaliteitseisen, zoals omtrent de bereikbaarheid en
de minimaal aanwezige kennis en vaardigheden.
Voorts worden eisen gesteld die betrekking hebben op de financiële
werkprocessen, terwijl uitdrukkelijk is voorgeschreven dat er een strikte
scheiding dient te zijn tussen cliëntgelden en gelden van de organisatie.
Tot de kwaliteitseisen behoren ook een audit ter gelegenheid van de toetreding
en jaarlijkse externe accountantscontrole en waarborgen voor de continuïteit
van de organisatie.
Het wetsvoorstel dat thans bij mijn ministerie in voorbereiding is zal
een wettelijke grondslag bevatten waardoor bij algemene maatregel van bestuur
kwaliteitseisen zullen kunnen worden gesteld aan alle bewindvoerders die niet
uit de directe familiekring van de rechthebbende afkomstig zijn. Bij het stellen
van kwaliteitseisen zal ik mij zeker doen inspireren door bedoeld Reglement
van kwaliteit.
3
Zie in het bijzonder het antwoord op vraag 10 van de leden Heerts en Wolbert
(2080905670)
4
Wij hebben geen reden om te veronderstellen dat de controle die geldt
voor de activiteiten van bij de Branchevereniging aangesloten bewindvoerders
onvoldoende zou zijn. Integendeel, de bewindvoerder wiens activiteiten in
de uitzending aan de orde kwamen is door de Branchevereniging geroyeerd. De
bewindvoerders die in het verleden failliet gingen, waren zonder uitzondering
niet aangesloten bij de Branchevereniging. Het is dan ook op goede grond dat
in de Aanbevelingen meerderjarigenbewind van het LOK een uitdrukkelijke voorkeur
wordt uitgesproken voor bij de Branchevereniging aangesloten bewindvoerders.
Ik herhaal overigens dat mij, ter verzekering van de nakoming van de bij algemene
maatregel van bestuur te stellen kwaliteitseisen, een jaarlijkse accountantscontrole
voor ogen staat.
5
Zowel de rechthebbende wiens goederen onder bewind staan, indien deze
voldoende wilsbekwaam is, als de kantonrechter hebben de taak om de bewindvoerder
te controleren. Voor wat betreft de bedrijfsvoering zullen naar hiervoor is
aangegeven, kwaliteitseisen worden gesteld, terwijl het voldoen aan die eisen
door een jaarlijkse accountantscontrole zal worden verzekerd. Toezicht door
het Bureau Financieel Toezicht (BFT) wordt om die reden dan ook niet overwogen.
6
Het rechtsgebied van meerderjarigenbewind, mentorschap en curatele is
bij de kantonsectoren voorwerp van intensievere aandacht. In verschillende
rechtbanken zijn binnen deze sectoren in de afgelopen periode bewindbureaus
gevormd. Daarin is het toezicht op het beheer van alle kantonlocaties binnen
het arrondissement geconcentreerd. Onderling is er incidenteel contact tussen
de verschillende bureaus, waarbij ervaringen over werkwijzen worden uitgewisseld.
De controle op de verantwoordingen is daardoor verbeterd. Deze geschiedt systematisch
en er wordt tijdig gerappelleerd indien een bewindvoerder zijn verantwoording
niet heeft ingestuurd. Ook de beoordeling van de aangevraagde machtigingen
voor bepaalde handelingen is meer uniform.
Voor wat betreft mijn voornemens op het terrein van de regelgeving verwijs
ik naar het antwoord hiervóór op vraag 2 en in het bijzonder
ook naar het antwoord op vraag 10 van de leden Heerts en Wolbert.
XNoot
1 Zembla – «de bewindvoerdersbende» – 16 november
2008.