Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
877
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de ministers van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Justitie over het onbestraft laten van milieuovertredingen rond de kernreactor van Petten. (Ingezonden 15 november 2007)
1
Kent u het bericht «Milieuovertredingen rond kernreactor Petten
blijven onbestraft»?1
2
Kunt u uiteenzetten hoe de uitspraak van de Hoge Raad2,
dat Euratom immuun is voor strafrechtelijke vervolging, past binnen het Nederlandse
rechtssysteem?
3
Heeft de uitspraak gevolgen voor het beleid? Zo ja, welke? Zo neen, waarom?
4
Acht u het verantwoord dat omwonenden van de reactor voor hun veiligheid
en gezondheid afhankelijk zijn van maatregelen die al dan niet genomen worden
vanuit Euratom en dat overtredingen niet bestraft kunnen worden? Zo ja, waarom?
Zo neen, waarom niet?
5
Bent u bereid erin te voorzien dat Euratom gehouden is alle in Nederland
geldende milieuvoorschriften na te leven op straffe van intrekking van haar
vergunning? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Antwoord van minister Cramer (Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer), mede namens de minister van Justitie. (Ontvangen
13 december 2007)
2
De Hoge Raad heeft bevestigd dat Euratom zogenaamde functionele immuniteit
geniet. Dat betekent dat Euratom en het daaronder vallende Gemeenschappelijk
Centrum voor Onderzoek (GCO) niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor
gedragingen die onmiddellijk verband houden met de vervulling van de taken
die aan Euratom zijn opgedragen. Deze bescherming is niet absoluut, ze gaat
niet verder dan nodig is voor de vervulling van de taken van Euratom. In dit
geval ging het volgens de Hoge Raad om dergelijke taken, namelijk om naleving
van voorschriften van milieuvergunningen en vergunningen krachtens de Kernenergiewet.
Functionele immuniteit van een internationale organisatie als Euratom
heeft ten doel te voorkomen dat de staat van vestiging – in dit geval
Nederland – het functioneren van de organisatie kan beïnvloeden.
In het collectieve belang van hun leden moeten internationale organisaties
hun taken immers onafhankelijk kunnen uitoefenen.
Deze grondregel geldt in het algemeen voor internationale organisaties.
Voor Euratom geldt hij op grond van artikel 191 van het Euratomverdrag in
verbinding met het Protocol inzake de voorrechten en immuniteiten van de Europese
Gemeenschappen.
Immuniteit betekent niet dat naleving van de Nederlandse wetgeving geen
aandacht krijgt. De Zetelovereenkomst van 25 juli 1961 voor Euratom gaat daarop
in. Daarin is voorzien dat de Europese Commissie die naleving in het Centrum
bevordert. In overleg met of op verzoek van de Commissie kan de Nederlandse
overheid handhavingsmaatregelen nemen. Aan optreden en inspecties verleent
de Commissie de medewerking die redelijkerwijs van haar te verwachten is.
Bij gevaar of vrees voor gevaar of bij ongewone gebeurtenissen moet de leiding
van het Centrum de Nederlandse overheid inlichten, en omgekeerd informeert
de Nederlandse overheid zo nodig de Commissie over de resultaten van controles,
zodat de Commissie direct kan ingrijpen.
3
Nee. De uitspraak zal geen gevolgen hebben voor het beleid.
De Nederlandse overheid heeft geen rechtsmacht op het terrein van Euratom.
De Tweede Kamer is eerder geïnformeerd1 over de positie
van de Nederlandse overheid als gastland van Euratom. Voor zover de immuniteit
niet in het geding komt, zal de Nederlandse overheid de Kernenergiewet en
de Wet milieubeheer evenwel blijven toepassen. Dat betekent dat de betrokken
toezichthouders toezicht blijven houden en zo nodig bij de Europese Commissie
aandringen op passende maatregelen (zie verder het antwoord op vraag 5).
4
Sinds medio maart 2005 is de verantwoordelijkheid voor het bedrijven van
de Hoge Flux Reactor (HFR) te Petten overgegaan van het GCO naar de Nucleair
Research and consultancy Group (NRG) als exploitant van de reactor. De vergunning
geldt voor NRG, terwijl de immuniteit op basis van het Protocol slechts geldt
voor de eigenaar van de reactor, te weten GCO. Omdat de vergunning voor de
HFR in handen is van een vergunninghouder op wie geen immuniteiten van toepassing
zijn, kunnen overtredingen van de vergunning van de reactor, anders dan uw
vraag veronderstelt, wel worden bestraft.
5
Zoals hiervoor vermeld is niet Euratom, maar NRG momenteel vergunninghouder
voor de HFR. Voor zover Euratom betrokken is bij handelingen die door die
vergunning geregeld zijn, zijn er voldoende waarborgen dat Euratom meewerkt
aan een goede uitvoering van de vergunning.
Zowel uit de Zetelovereenkomst van 25 juli 1961 als uit de brief van de
Europese Commissie van 11 mei 20042 volgt dat de Commissie
alle mogelijke medewerking zal verlenen om de Kernfysische Dienst (KFD) in
staat te stellen de op grond van de Kernenergiewet en de daarop gebaseerde
vergunning noodzakelijke inspecties uit te voeren.
Verder bevat ook de vigerende Kernenegiewetvergunning voldoende garanties
om te verzekeren dat de KFD altijd toegang heeft tot de HFR-inrichting. Niettegenstaande
de immuniteit van Euratom/GCO die in het Protocol is vastgelegd, is derhalve
ook via de vergunningverlening een aantal essentiële zaken met het oog
op naleving geregeld.
XNoot
1 http://www.greenpeace.nl/news/milieu overtredingen-rond-kernr.
XNoot
2 LJN: BA9173, Hoge Raad, 01984/07 CW.
XNoot
1 Mondeling vragenuur van dinsdag 7 december 2004 (TK 31-2047).
XNoot
2 DIR/KT/McB/sw D(2004)11785-DIR 265.