Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
612
Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de ministers
van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de conclusie van de commandant
van ISAF dat de inzet van artillerie bij Chora in strijd is met het oorlogsrecht. (Ingezonden 12 oktober 2007)
1
Stelt het rapport van de commandant van ISAF (COMISAF) dat de inzet van
de pantserhouwitser zonder directe waarneming op het doel niet in overeenstemming
is met het oorlogsrecht, omdat daardoor mogelijk onvoldoende onderscheid wordt
gemaakt tussen militaire doelen en civiele objecten?1
2
Wilt u dit rapport aan de Kamer toezenden? Zo neen, waarom niet?
3
Waarom onderschrijven de Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) en de
secretaris-generaal van de Navo deze conclusie niet? Op welke punten wijkt
hun opvatting af van die van COMISAF?
4
Wie heeft het laatste woord in de rapportage over gevechtshandelingen
van ISAF? Kunnen SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo een conclusie
van COMISAF zomaar terzijde leggen? Onder wiens jurisdictie vallen de gevechtshandelingen
van ISAF?
5
Deelt u de conclusie van COMISAF? Zo ja, welke consequenties verbindt
u daaraan? Zo neen, waarom niet?
6
Waarom is de pantserhouwitser ingezet zonder dat voldoende onderscheid
gemaakt kon worden tussen een militair doel en een civiel object, terwijl
de secretaris-generaal van de Navo in juli 2007 beloofd heeft dat de Navo
minder burgerslachtoffers zou maken?
7
Wat behelzen de aanvullende maatregelen die de secretaris-generaal van
de Navo op 30 juli 2007 heeft aangekondigd? Hoever is de Navo met de uitvoering
van elk van deze maatregelen?
Antwoord
Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken),
minister Van Middelkoop (Defensie) en minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking). (Ontvangen 12 november 2007)
1 en 3
Zoals in de brief aan de Kamer van 24 september 2007 (uw kenmerk 27 925,
nr. 272) is gemeld, stelt het rapport van de commandant van ISAF dat de inzet
van de artillerie gedurende ongeveer twee uur in de nacht van 16 op 17 juni,
zonder directe waarneming op het doel, niet in overeenstemming met het oorlogsrecht
zou zijn geweest, omdat daarbij onvoldoende onderscheid zou zijn gemaakt tussen
militaire doelen en civiele objecten.
Op grond van de analyse van de juridisch adviseur van de Navo onderschrijven
SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo de conclusie van COMISAF niet.
Volgens SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo ondersteunt de feitelijke
informatie in het rapport van COMISAF niet de conclusie dat het handelen van
de Commandant van de TFU zou indruisen tegen het oorlogsrecht. Het rapport
bevat volgens hen derhalve geen aanwijzingen dat de Commandant van de TFU
onjuist heeft gehandeld.
2
Het rapport van de door COMISAF aangesteld onderzoekscommissie bevat operationeel
gevoelige informatie, is derhalve geclassificeerd, en kan niet openbaar gemaakt
worden.
4
COMISAF is verantwoordelijk voor de feitelijke rapportages over gevechtshandelingen
van ISAF. SACEUR is, als hoogste operationele commandant van de NAVO, eindverantwoordelijke
voor ISAF. SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo kunnen zich een eigen
mening vormen naar aanleiding van deze rapportages en derhalve ook een eigen
(juridische) beoordeling doen opstellen.
ISAF opereert onder mandaat van de VN. COMISAF is als operationeel commandant
verantwoordelijk voor het toezien op de naleving van de Rules of Engagement
die in het inzetgebied gelden. Ook kan, indien er sprake is van een (onmiddellijk
dreigende) aanval, door eenheden een beroep gedaan worden op het inherente
recht op zelfverdediging.
Nederlandse militairen vallen onder het Nederlandse straf- en tuchtrecht.
5
De regering heeft aan de Navo medegedeeld zich niet te herkennen in de
conclusies van het rapport van COMISAF. Zoals hierboven gesteld onderschrijven
ook SACEUR en de secretaris-generaal van de Navo deze conclusies van COMISAF
niet.
Zoals eerder gemeld in de brief aan uw Kamer van 24 september 2007 (uw
kenmerk 27 925 nr. 272) hebben wij grote waardering voor de bijzondere
prestatie van de Nederlandse eenheden bij de gevechten rondom Chora.
6
Zoals eerder vermeld, is er bij de inzet van de pantserhouwitser onderscheid
gemaakt tussen militaire doelen en civiele objecten. De inzet van de pantserhouwitser
had tot doel te verhinderen dat de Taliban naar het districtscentrum zou oprukken.
De pantserhouwitser heeft in de nacht van 16 op 17 juni gedurende ongeveer
twee uur vooraf vastgestelde stellingen en vermoedelijke aanvoerlijnen van
de Taliban onder vuur genomen.
Om de kans op burgerslachtoffers te verkleinen is de bevolking herhaalde
malen door de TFU en lokale autoriteiten gewaarschuwd voor het dreigende geweld
en is de bevolking gemaand het gebied te verlaten.
7
Door de secretaris-generaal van de Navo is een aantal aanvullende maatregelen
aangekondigd. Zo zullen onze ISAF-partners lichtere vliegtuigbommen gaan gebruiken,
waardoor de kans op nevenschade zal afnemen. Tevens worden Afghaanse militairen
aan de staf van het hoofdkwartier van ISAF toegevoegd en zijn de procedures
voor het melden van incidenten verbeterd.
Op 28 juni 2007 is door COMISAF een aanvullende operationele richtlijn
uitgevaardigd om de kans op burgerslachtoffers te beperken. Deze richtlijn
is gericht op het aanscherpen van de Standard Operating
Procedures van ISAF, het betrachten van een grotere terughoudendheid
bij huiszoekingen en het verbeteren van de coördinatie met de Afghaanse
veiligheidsdiensten.
XNoot
1 Kamerstuk 27 925, nr. 272, vergaderjaar 2007–2008.