Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2597
Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Justitie
over het openbaar maken van een compositietekening en contracten tussen
het Openbaar Ministerie en de media. (Ingezonden 6 mei 2008)
1
Herinnert u zich de vragen van 28 december 20051, waarop
onder meer werd geantwoord dat er (in dat geval) geen sprake was van exclusieve
afspraken tussen het Openbaar Ministerie (OM) en de media, en dat er in het
belang van het onderzoek werd gekozen voor de eerst mogelijke uitzending van
een contractspartner? Kunt u toelichten waarom er eigenlijk per se sprake
moet zijn van een contractspartner? Wat zijn de risico’s indien een
niet-contractspartner een compositietekening zou plaatsen? Is het denkbaar
dat er een overeenkomst wordt gesloten met alle bijbehorende voorwaarden voor één
concreet geval?
2
Is het waar dat naar aanleiding van een verkrachting in Ermelo in de nacht
van zondag op maandag 7 april 2008 de politie een grootschalig opsporingsonderzoek
is gestart, waarbij ook het voornemen bekend is gemaakt een compositietekening
van de dader te publiceren? Wanneer precies heeft de politie besloten een
compositietekening via de media bekend te maken?2
3
Is het waar dat na het uitbrengen van het persbericht met de mededeling
dat er een compositietekening zou worden vrijgegeven een lokale huis-aan-huiskrant
heeft aangeboden ten behoeve van een snelle opsporing de compositietekening
op een eerder moment (diezelfde week nog) te plaatsen? Waarom is dit aanbod
afgeslagen en is er niet voor gekozen de eerst mogelijke publicatiemogelijkheid
te benutten?
4
Spelen bij dit soort contracten tussen het OM en de media commerciële
overwegingen een rol? Zo neen, welke overwegingen dan wel?
5
Deelt u de mening dat het maatschappelijk belang van het opsporen van
de dader voor moet gaan boven de belangen van de media? Kunt u toelichten
wat het beleid is in situaties zoals deze, en hoe er naar wordt gestreefd
dat de snelheid van de opsporing zoveel mogelijk is gediend?
Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie). (Ontvangen 2 juni 2008), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 2507,
vergaderjaar 2007–2008
1
Ja. Zoals ook blijkt uit de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving van het
College van procureurs-generaal (Strt. 2004, 221) maakt het sluiten van een
contract tussen het Openbaar Ministerie en de wederpartij het onder andere
mogelijk dat opsporingsberichtgeving, zowel in de programma’s van de
contractpartners als in incidentele gevallen, altijd onder regie en verantwoordelijkheid
van het Openbaar Ministerie wordt gemaakt. Gelet op de omstandigheid dat opsporingsberichtgeving
een opsporingsmiddel betreft en het in de regel gaat om het geven van informatie
over een verdachte, dienen afwegingen te worden gemaakt met betrekking tot
het belang van opsporing en vervolging, het belang van de persoonlijke levenssfeer
van de verdachte(n), de belangen van eventuele getuigen en de belangen van
de samenleving. Door het sluiten van een contract kan het Openbaar Ministerie
hierin – ook naar de rechter – zijn (strafrechtelijke) verantwoordelijkheid
nemen. Uiteraard is niet uitgesloten dat andere media de in eerste instantie
door een contractspartner uitgezonden informatie overnemen, maar daarbij kan
sprake zijn van eventuele foutieve of onterechte aanpassingen aan de inhoud
van het eerder uitgezonden opsporingsbericht. Overigens is het denkbaar dat
een overeenkomst wordt gesloten voor één concreet geval.
2
Naar aanleiding van de verkrachting in Ermelo in de nacht van zondag op
maandag 7 april jl., is een grootschalig opsporingsonderzoek gestart. Uit
de verklaring van het slachtoffer kwam een signalement van de dader naar voren.
Hiervan is een compositietekening gemaakt.
De beslissing om de compositietekening in de media te tonen is door de
officier van justitie genomen op 18 april jl. Ter aankondiging van dit opsporingsbericht
met compositietekening is een persbericht uitgebracht.
3
Zoals ik in het antwoord op vraag 1 heb aangegeven, wordt opsporingsberichtgeving
uitgebracht door media waarmee een overeenkomst is gesloten. Met de lokale
huis-aan-huis-krant, die verzocht had de compositietekening te mogen plaatsen,
was geen overeenkomst gesloten.
4
Neen. Zo wordt ook nooit betaald voor opsporingsberichtgeving. Van belang
is wel de doelgroep die door de betreffende contractspartner wordt bereikt
en de mogelijkheid die het Openbaar Ministerie wordt gegeven om bij de opsporingsberichtgeving
zijn verantwoordelijkheid, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1, te
nemen.
5
Ja. Opsporingsberichtgeving is een van de opsporingsmiddelen die de politie
en het Openbaar Ministerie ter beschikking staan bij de opheldering van ernstige
misdrijven. De eerder genoemde Aanwijzing Opsporingsberichtgeving van het
College somt de afwegingen op die bij de inzet van dit middel gemaakt moeten
worden en bepaalt in welke gevallen het opsporingsmiddel kan worden ingezet.
Hoewel het Openbaar Ministerie in dit kader gebaat is bij een goede relatie
met de media en bij continuïteit in die relatie, weegt het opsporingsbelang
altijd het zwaarst.
De Aanwijzing is in 2004 herzien, gelet op de omstandigheid dat er steeds
meer mogelijkheden gekomen zijn om opsporingsberichtgeving onder de aandacht
van het publiek te brengen (te denken valt onder meer aan regionale televisie,
internet, commerciële zenders en geschreven media). De Aanwijzing zal
in de loop van dit jaar opnieuw worden herzien, mede gelet op de steeds grotere
rol die het internet inmiddels speelt bij de inzet van opsporingsberichtgeving.
XNoot
1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2005–2006, nr. 888.
XNoot
2 De Stentor, 23 april 2008: «Compositietekening verkrachter
op tv».