Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2575
Vragen van het lid Anker (ChristenUnie) aan de minister-president
en de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en van Justitie over het oordeel van de commissie
Gelijke behandeling ten aanzien van gewetensbezwaarde ambtenaren. (Ingezonden 16 april 2008)
1
Kent u de uitspraak en het advies van de Commissie Gelijke Behandeling
(GGB) dat een gemeente niet in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving
handelt als zij weigert een trouwambtenaar aan te stellen, die op grond van
zijn godsdienst geen huwelijken wil sluiten tussen personen van hetzelfde
geslacht?1
2
Deelt u de nadere voorwaarden die de CGB stelt aan de buitengewoon ambtenaar
van de burgerlijke stand, namelijk dat de ambtenaar van de burgerlijke stand
alleen andere werkzaamheden verricht en niet inzetbaar is voor het sluiten
van huwelijken, de gemeente organisatorisch waarborgt dat alle personen die
aan de wettelijke eisen voldoen bij de betreffende gemeente in het huwelijk
kunnen treden en dat de gemeente waarborgt dat een eind komt aan de praktijk
van gemeentelijke berichten waarin blijk wordt gegeven van de discriminatoire
opvattingen van ambtenaren?
3
Deelt u de opvatting van de commissie dat als de gemeente aan de bezwaren
van de persoon in kwestie tegemoet zou komen en de persoon in kwestie zou
toestaan om geen huwelijken te sluiten of partnerschappen te registreren,
tussen personen van hetzelfde geslacht, gemeenten daarmee toestaan dat zijn
bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand een door de wet beschermde groep
discrimineert?
4
Hoe verhoudt zich deze uitspraak tot het kabinetsstandpunt dat er in elke
gemeente een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht gesloten moet
kunnen worden en dat er in het personeelsbeleid praktische oplossingen moeten
worden gezocht in de omgang met gewetensbezwaarde ambtenaren?2
5
Kan u aangeven hoe u aan gemeenten duidelijk maakt hoe volgens u moet
worden omgegaan met het sluiten van een huwelijk tussen personen van hetzelfde
geslacht en gewetensbezwaarde trouwambtenaren?
Antwoord
Antwoord van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties), mede namens de minister-president en de ministers van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Justitie. (Ontvangen 29 mei
2008), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 2205, vergaderjaar 2007–2008
2 tot en met 4
De Commissie Gelijke Behandeling oordeelde dat in een concreet geval de
gemeente een gewetensbezwaarde trouwambtenaar niet hoefde aan te stellen,
en werkte dit vervolgens uit in een advies.
Gemeenten houden bij het aanstellen van trouwambtenaren een eigen verantwoordelijkheid
binnen de bestaande (grond)wettelijke kaders. Voorop staat dat elke gemeente
moet waarborgen dat het voltrekken van alle huwelijken in de betreffende gemeente
mogelijk is en dat alle betrokkenen zich aan de wettelijke kaders dienen te
houden. Het kabinet benadrukt tevens dat deze wettelijke taak van gemeenten
ruimte laat voor het aannemen van trouwambtenaren met gewetensbezwaren, zolang
er praktische oplossingen mogelijk zijn. Dit is in lijn met de beantwoording
van Kamervragen uit 2007, dat het beleid ter zake van gewetensbezwaarde trouwambtenaren
tot de autonome bevoegdheidssfeer van de gemeenten rekent.1
Het is aldus in eerste instantie aan een gemeente en een gewetensbezwaarde
ambtenaar om in onderling overleg te zoeken naar oplossingen. De wettelijke
kaders bieden voldoende ruimte om alle huwelijken in alle gemeenten te laten
plaatsvinden, en om aan een zorgvuldige omgang met gewetensbezwaarden tegemoet
te komen.
In een voorkomend geschil kan de rechter een bindende uitspraak doen.
5
Aangezien geen sprake is van een beleidswijziging is er geen aanleiding
om gemeenten te berichten over hoe moet worden omgegaan met gewetensbezwaarde
trouwambtenaren. Uiteraard kunnen gemeenten van deze antwoorden kennis nemen.
XNoot
1 2008-40 en het CGB-advies 2008-04 «Trouwen geen bezwaar»,
15 april 2008.
XNoot
2 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nrs. 1147,
1564 en 1574, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007–2008, nr. 1428.
XNoot
1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nr. 1564.