Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2448
Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over afschot drachtige zwijnen. (Ingezonden 17 april 2008)
1
Kent u het bericht «Dode foetussen van wild zwijn gevonden»?1
2
Kunt u uiteenzetten hoeveel drachtige zwijnen er jaarlijks, al dan niet
doelbewust, worden afgeschoten? Zo ja, kunt u uiteenzetten op welke wijze
het huidige beleid hierop ageert? Zo neen, waarom niet?
3
Bent u van mening dat de «ere-code» van jagers voldoende bescherming
biedt aan drachtige zwijnen en aan zwijnen die pas geworpen hebben? Zo ja,
hoe verklaart u in dat kader dan de berichtgeving uit Ede? Zo neen, kunt u
dit toelichten?
4
Deelt u de mening dat het verlengen van het jachtseizoen, tot eind maart,
de kans op afschot van drachtige zeugen vergroot? Zo ja, bent u bereid het
huidige beleid op dit punt te herzien? Zo neen, waarom niet?
5
Kunt u uiteenzetten of u voornemens bent om stappen te ondernemen om de
controle op afschot van drachtige en/of zogende zwijnen aan te scherpen? Zo
ja, welke en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
6
Kunt u per beheersgebied op de Veluwe uiteenzetten hoe de onderscheiden
geslachtsverhoudingen van de wilde zwijnenpopulatie liggen, te weten voor
Kroondomein, Nationale Park de Hoge Veluwe, gebieden van Staatsbosbeheer,
gebieden van Natuurmonumenten, gebieden van de gemeente Nunspeet en overige
jachtterreinen? Zo neen, bent u bereid daar nader onderzoek naar te (doen)
verrichten, gelet op het grote onderscheid tussen deze gebieden in termen
van afschotrealisatie en gerapporteerde overlast?
7
Bent u bereid de mogelijkheden te onderzoeken om de «ongeschreven
regel» van jagers om geen drachtige of zogende dieren te schieten, om
te zetten in een verbod, waaraan bij overtreding strafrechtelijke sancties
kunnen worden verbonden, en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). (Ontvangen 20 mei 2008)
2
Volgens de door de faunabeheereenheid Veluwe aangeleverde gegevens zijn
in het seizoen 2007–2008 174 drachtige zwijnen geschoten op de Veluwe.
Dat betreft 8% van de afgeschoten zeugen.
Het beleid van de provincie Gelderland en de faunabeheereenheid Veluwe
is erop gericht om tot de beoogde voorjaarstand te komen en een evenwichtige
geslachtsverhouding. Daarvoor is het noodzakelijk dat er in de winterperiode
ook zeugen worden afgeschoten. Het is dan onvermijdelijk dat daarbij ook drachtige
zeugen worden geschoten. Het vermijden of uitsluiten daarvan zou effectief
populatiebeheer onmogelijk maken.
3
De Flora- en faunawet biedt het juridische kader voor beheer en schadebestrijding.
Jagers dienen zich te houden aan de Flora- en faunawet. Dat houdt onder
andere in dat de jager dieren niet onnodig mag laten lijden. Als de houder
van een jachtakte nalatig is te doen wat een goed jager betaamt, kan de jachtakte
worden ingetrokken.
Met de weidelijkheidsregels («ere-code») worden jagers nogmaals
aangesproken op hun houding ten opzichte van dieren.
Dit betekent dat een jager geen zeugen zal afschieten die pas geworpen
hebben, omdat de biggen voor hun overlevingskansen afhankelijk zijn van de
zorg van de zeug.
4
Nee, want in maart zijn er minder drachtige zeugen dan in januari en februari.
Zie tevens mijn antwoord op vraag 2.
5
Nee, zie mijn antwoord op vragen 2, 3 en 4.
6
Ik ben daar niet tot op het niveau van afzonderlijke gebieden van op de
hoogte. Dergelijke gegevens worden door de provincie en de beheerders gebruikt
om het faunabeheer in genoemde terreinen te optimaliseren. De doelstelling
blijft een geslachtsverhouding te hebben van een-op-een onder de volwassen
zwijnen.
7
Nee, zie mijn antwoord op vragen 2, 3 en 4.
XNoot
1 http://www.edestad.nl/index.php?&mod%5B1258%5D%5Bdetail_id%5D=205251