Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2371

Vragen van het lid De Krom (VVD) aan de minister en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de NS en aanbestedingen in het stads- en streekvervoer. (Ingezonden 28 maart 2008)

1

Bent u op de hoogte van het artikel «NS wil ook bus- en tramvervoer»?1

2

Acht u het wenselijk dat de NS mee gaat dingen naar aanbestedingen in het stads- en streekvervoer? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

3

Hoe verhoudt deze beleidskeuze van de NS zich tot de Europese regelgeving ten aanzien van de liberalisering van de spoormarkt in Europa en tot het reciprociteitbeginsel in Nederland?

4

Acht u het wenselijk dat de NS als monopolist en overheidsbedrijf belemmerende maatregelen ten aanzien van private partijen in de regionale spoormarkt kan doorvoeren terwijl zij op hetzelfde moment de concurrentie met deze private partijen in het streekvervoer aangaat? Zo neen, waarom niet?

5

Kunt u aangeven op welke wijze voorkomen wordt dat er kruissubsidiëring plaatsvindt indien de NS zich zou gaan begeven op de markt voor stads- en streekvervoer?

Antwoord

Antwoord van minister Eurlings (Verkeer en Waterstaat), mede namens de minister van Financiën en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. (Ontvangen 19 mei 2008), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 2167, vergaderjaar 2007–2008

1

Ja.

2

Ja. In het kader van een toekomststrategievoorstel van de NS hebben de aandeelhouder (minister van Financiën), de concessieverlener (minister van Verkeer en Waterstaat) en de NV NS afgesproken dat het de NV NS is toegestaan om met het oog op een goede afstemming binnen de transportketen en indachtig de groeiambitie spoor, zich binnen het kader van Europeesrechtelijke (aanbestedings)regels verder te laten ontwikkelen tot een multimodale speler. Dit ten gunste van de reiziger binnen de transportketen.

Zoals eerder aan uw Kamer aangegeven1 vormt daarbij een belangrijk aandachtspunt dat de Nederlandse Spoorwegen zich primair richt op haar kernactiviteiten, te weten het op tijd veilig en comfortabel vervoeren van reizigers via aantrekkelijke stations, en dat de focus van het management hiermee in lijn is. Bij het aangaan van deelnemingen en/of de ontwikkeling van nieuwe activiteiten, mag de continuïteit van de kernactiviteiten geen gevaar lopen. Vanzelfsprekend moeten hierbij altijd de financiële belangen van de Staat adequaat worden geborgd.

3

De keuze van NS om mee te dingen in aanbestedingen in het stads- en streekvervoer staat los van de liberalisering van de spoormarkt. De liberalisering van spoor is uitgewerkt in een Europeesrechtelijk kader. De liberaliseringsrichtlijnen voor spoor (richtlijn 91/440/EEG, richtlijn 2001/14 en richtlijn 2007/58/EG) zien op vervoersactiviteiten per spoor alsook het gebruik van spoorweginfrastructuur en toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en richten zich niet op stads- en streekvervoer (voor andere vervoersmodaliteiten).

Deze keuze past ook binnen het Nederlandse reciprociteitsbeginsel. Het reciprociteitsbeginsel zoals opgenomen in de Wp2000 geldt namelijk niet voor NS.

4

Nee. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) ziet toe op eerlijke concurrentie. NS valt, als onderneming, onder het toepassingsbereik van de Mededingingswet en zal zich moeten houden aan de daarin opgenomen regels. Eventuele klachten kunnen bij de NMa worden ingediend. Ik heb geen aanwijzingen dat de NS belemmerende maatregelen doorvoert.

5

Kruissubsidiëring is op grond van het EG-recht verboden. Op grond van verordening 1191/69 en Verordening 1370/2007 zijn specifieke regels opgenomen over compensaties op het gebied van openbaar vervoer. Verordening 1370/2007 is echter nog niet inwerking getreden (december 2009). De verordeningen eisen dat eventuele compensaties voor het verrichten van openbare vervoerverplichtingen inzichtelijk worden gemaakt en dat deze in verhouding staan met de uit te voeren vervoerplicht. Zo geeft verordening 1370/2007 aan dat daar waar deze de mogelijkheid geeft voor onderhands gegunde contracten deze moeten voldoen aan bepaalde uitgangspunten, deze zijn onder andere neer gelegd in de bijlage bij deze verordening. Hierin wordt aangegeven dat om de transparantie te verhogen en kruissubsidiëring te vermijden een exploitant wanneer hij naast diensten waarvoor hij compensaties voor openbare dienstverlening ontvangt, ook andere activiteiten uitoefent, voor de exploitatie van de openbare vervoersdiensten over een gescheiden boekhouding moet beschikken die aan bepaalde voorwaarden moet voldoen.

In de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet die aan de NV NS is gegund, is opgenomen dat de jaarlijkse financiële verantwoording over de activiteiten op het HRN gescheiden dient te zijn van openbaar-vervoersactiviteiten die niet onder deze concessie vallen.


XNoot
1

 De Telegraaf, stadseditie, 22 februari 2008.

XNoot
1

 Zie door de minister van Financiën beantwoorde kamervragen d.d. 6 juli 2007.

Naar boven