Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2339

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Justitie en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een gids met adviezen voor zelfdoding. (Ingezonden 26 maart 2008)

1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Gids met adviezen voor zelfdoding»?1

2

Wat is uw visie op preventie van zelfdoding? Deelt u de mening dat het belangrijk is dat zelfdoding zoveel mogelijk wordt voorkomen? Welke concrete maatregelen neemt u hiertegen?

3

Wanneer krijgt de Kamer het kabinetsstandpunt over het beleidsadvies «Verminderen van suïcidaliteit» van het Trimbos Instituut?

4

Wat is, in het licht van het streven naar preventie van zelfdoding, uw visie op het in het bericht genoemde boek met adviezen voor mensen die zichzelf willen doden? Vind u het een gewenste ontwikkeling dat deze adviezen voor een breed publiek toegankelijk gemaakt worden?

5

Hebt u in het licht van artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden tegen een dergelijke publicatie? Kan een dergelijk boek worden beschouwd als «behulpzaam zijn bij zelfdoding»?

6

Betekent de beschikbaarheid van dit boek niet een ondergraving van een beleid dat uitgaat van preventie?

7

Bent u bereid in de genoemde beleidsvisie tevens in te gaan op de wenselijkheid van boeken of andere publicaties gericht op advisering over zelfdoding, en als het op dit moment niet mogelijk is op te treden te komen met aanscherping van artikel 294 Sr?

8

Wat is uw inzet in het kader van het te sluiten pact rond de geestelijke gezondheidszorg door de Europese Commissie, waar onder andere het thema zelfdoding aan de orde zal zijn?2 Bent u ook voornemens zelf actief bij te dragen aan deze preventie? Wordt op die conferentie ook aandacht besteed aan de genoemde vorm van advisering via boeken?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Albayrak (Justitie), mede namens de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (Ontvangen 16 mei 2008), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 2011, vergaderjaar 2007–2008

1, 2 en 3

Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht «Gids met adviezen over zelfdoding».

Het beleid van de overheid is erop gericht suïcide en suïcidaliteit zo veel mogelijk te voorkomen en ik deel dan ook uw mening op dit punt.

Dit uitgangspunt ligt ook ten grondslag aan het standpunt van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin, naar aanleiding van het Beleidsadvies «Verminderen van suïcidaliteit». De voornemens en maatregelen die de Minister van VWS zal nemen in aanvulling op het huidige suïcidebeleid worden opgenomen in het standpunt naar aanleiding van het Beleidsadvies. Zoals ook aangegeven in antwoorden op vragen d.d. 17 februari 2008 van het lid Voordewind (CU) (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, nr 1959), zal de Minister van VWS dit standpunt zo spoedig mogelijk (uiterlijk medio 2008) aan uw Kamer zenden.

4 en 6

Gelet op het beleid van de rijksoverheid dat erop gericht is suïcide en ander suïcidaal gedrag zoveel mogelijk te voorkomen, acht ik het publiceren van een boek waarin adviezen worden gegeven voor personen die hun leven willen beëindigen ongewenst.

Ook al blijkt uit de website van de Stichting WOZZ dat het boek niet via de reguliere boekhandel verkrijgbaar is, maar uitsluitend via deze stichting te bestellen is, vind ik het een ongewenste ontwikkeling dat deze adviezen voor een breed publiek toegankelijk worden gemaakt.

De beschikbaarheid van dit boek levert geen positieve bijdrage aan het suïcidepreventiebeleid, maar dit betekent nog niet dat het suïcidepreventiebeleid hierdoor wordt ondergraven, sterker nog; het bevestigt de Minister van VWS in zijn oordeel dat suïcidepreventie noodzakelijk is en blijft.

5

Noch het enkel publiceren van het betreffende boek, noch het enkel verstrekken daarvan, in de zin van het louter verstrekken van algemene informatie, is strafbaar op grond van artikel 294 Wetboek van Strafrecht.

Artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding behulpzaam is of hem de middelen daartoe verschaft een strafbaar feit pleegt, indien de zelfdoding volgt. Bij de vraag of iemand behulpzaam is geweest of middelen heeft verschaft zoals bedoeld in artikel 294, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, gaat het erom of diegene het door zijn handelen voor de ander mogelijk of gemakkelijker heeft gemaakt om zichzelf te doden (HR 18 maart 2008, LJN BC4463). De beantwoording van de vraag of de verstrekking van informatie, als geleverd in het boek, aan een individueel persoon die zich suïcideert, in combinatie met bijkomende gedragingen en/of feiten en omstandigheden, onder de reikwijdte van artikel 294 Wetboek van Strafrecht valt, hangt in belangrijke mate af van de omstandigheden van het geval. De weging en waardering daarvan is aan de (feiten)rechter voorbehouden, zoals de Hoge Raad heeft bepaald (zie ook HR 5 december 1995, NJ 1996, 322 en HR 22 maart 2005, LJN AR8225).

7

In het standpunt naar aanleiding van het Beleidsadvies «Verminderen van suïcidaliteit» gaat de Minister van VWS niet in op de strafbaarheid van hulp bij zelfdoding. Hoewel het geen gewenste ontwikkeling is dat deze adviezen voor een breed publiek toegankelijk worden gemaakt, staat, zoals hierboven reeds is uiteengezet, indien sprake is van een strafbaar feit, het reguliere strafrechtelijke instrumentarium ter beschikking. Gelet op het vorenstaande acht ik een nadere aanscherping van artikel 294 Wetboek van Strafrecht niet aan de orde.

8

De Europese Commissie werkt momenteel aan een programma geestelijke gezondheid.

Doelstelling van de Commissie is om met de lidstaten en belangengroepen samen te werken op het gebied van de geestelijke gezondheid. Het gaat daarbij onder andere om de uitwisseling van kennis en «best practices». De Europese Commissie is niet voornemens om hierbij ook juridische instrumenten voor te stellen. In dit kader organiseert de Commissie op 13 juni a.s. een conferentie op hoog niveau. Inzet van de Commissie voor deze conferentie is om een Europees pact te sluiten. Deze ontwikkeling is begonnen met de EU ministersconferentie in Helsinki in 2005. Daar hebben de deelnemende landen een aantal prioritaire onderwerpen benoemd, welke ook centraal staan in het programma. Het gaat dan om geestelijke gezondheid en ouderen, jongeren en onderwijs, geestelijke gezondheid op de werkplek en preventie van depressie en van zelfmoord.

Het programma voor de bijeenkomst op 13 juni a.s. is nog niet bekend, maar specifiek voor het suïcidepreventiebeleid is de inzet van de Minister van VWS om het huidige beleid te continueren en de ervaringen hieromtrent te delen met andere lidstaten.


XNoot
1

 NRC Handelsblad, 22 maart 2008.

XNoot
2

 Kamerstuk 21501-31, nr. 137, blz. 4.

Naar boven