Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2087
Vragen van de leden Koopmans en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over nostalgische treinen. (Ingezonden
11 maart 2008)
1
Kent u het bericht met betrekking tot historisch treinmaterieel en het
probleem dat diverse vrijwilligersorganisaties ondervinden om de nostalgische
treinen aan te passen aan de nieuwste ATB-vereisten?1
2
Deelt u de mening dat deze historische treinen een bijdrage leveren aan
het historische besef van burgers en de (toeristisch-recreatieve) aantrekkelijkheid
van de betreffende regio’s?
3
Kunt u in overweging nemen om de historische treinmaatschappijen uitstel
te geven om deze bijzondere treinen aan te passen aan de nieuwste veiligheidsvereisten?
4
Deelt u de mening dat deze organisaties, die geheel gerund worden door
vrijwilligers, enige steun vanuit de Rijksoverheid verdienen, zodat het historisch
industrieel erfgoed in stand wordt gehouden?
5
Bent u bereid om een eenmalige (stimulerings-)bijdrage te verstrekken
aan de organisaties zodat ze de hoge investeringsbijdragen kunnen opbrengen
om de treinen aan te passen aan de nieuwste veiligheidsvereisten?
Antwoord
Antwoord van minister Eurlings (Verkeer en Waterstaat),
mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (Ontvangen
18 april 2008)
3
De historische treinen waar het hier om gaat moeten uiterlijk 1 januari
2009 voorzien zijn van het ATB-beveiligingssysteem. Deze zogenaamde ATB-plicht
geldt al geruime tijd voor alle treinen op basis van de Spoorwegwet. De invoering
van het ATB-beveiligingssysteem heeft geleid tot een substantiële verhoging
van de railveiligheid. Tot voor kort was er geen geschikt ATB-systeem dat
voor een redelijke prijs in deze historische treinen kon worden ingebouwd,
en gaf de Inspectie jaarlijks een ontheffing van deze plicht.
Omdat de treinintensiteit op het Nederlandse spoorwegnet in de komende
jaren zal groeien is verdere continuering van dit regime van ontheffingen
ongewenst. Voor de realisatie van de doelstellingen voor het jaar 2010 ten
aanzien van railveiligheid, zoals opgenomen in de Kadernota Railveiligheid «Veiligheid
op de Rails», die mijn ambtsvoorganger op 11 november 2004 naar uw Kamer
heeft gestuurd, moeten historische treinen die op het Nederlandse spoorwegnet
rijden, net zoals alle andere treinen, ook uitgerust worden met het ATB-systeem.
Er is dus geen sprake van nieuwste veiligheidsvereisten, maar van stopzetting
van het regime van ontheffingen. Dit is al geruime tijd bekend bij de historische
spoorwegondernemingen.
Inmiddels is speciaal voor en samen met deze doelgroep, en voor spoorwegaannemers
ten behoeve van hun onderhoudsmachines, een vereenvoudigde en goedkope uitvoering
van het ATB-systeem ontwikkeld. Deze vereenvoudigde uitvoering kost ca. € 30.000,
ongeveer een kwart van het reguliere ATB-systeem in «gewone» treinen,
is eenvoudig in historische treinen in te bouwen en biedt hetzelfde veiligheidsniveau
als reguliere ATB.
Overigens begint het toeristenseizoen meestal pas op 1 april, en rijdt
het merendeel van deze historische treinen dan ook niet in de periode tussen
1 januari 2009 en 1 april 2009. De Inspectie heeft de treinmaatschappijen
laten weten dat dit in de praktijk extra uitstel van 3 maanden betekent. Hiermee
rekening houdend zal de Inspectie als datum waarvóór de historische
spoorwegondernemingen een plan en bewijs van levering en inbouw van het ATB-systeem
moeten indienen 1 mei 2008 hanteren.
Vanwege de noodzaak om deze historische treinen uit te rusten met ATB
en omdat de historische spoorwegondernemingen al geruime tijd betrokken zijn
bij de ontwikkeling van dit vereenvoudigde en goedkopere ATB-systeem meen
ik dat de periode die zij tot begin 2009 hebben om dit in te bouwen redelijk
is. Een verder uitstel lijkt mij dan ook niet nodig.
4
Ja. Laat ik allereerst mijn waardering uitspreken voor de vrijwilligers
die er mede voor zorgen dat dit erfgoed bewaard en toegankelijk blijft. Hun
onbetaalde en onbaatzuchtige hulp is uiterst waardevol voor deze organisaties.
De organisaties worden indirect ondersteund via bestaande subsidiemogelijkheden
voor de instandhouding van mobiel erfgoed. De bedoelde subsidiëring geschiedt
aan de hand van het waardestellend kader mobiel erfgoed (ontwikkeld door het
Instituut Collectie Nederland, een onderdeel van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap) en is mogelijk voor voertuigen die zijn opgenomen in
het Nationaal Register Mobiel Erfgoed, dat aangehouden wordt bij de Stichting
Mobiele Collectie Nederland. Voor verdere informatie over deze subsidiemogelijkheden
verwijs ik naar de verschillende regelingen bij de Mondriaan Stichting en
het Revolving Fund bij het Nationaal Restauratiefonds/VSB fonds.
5
Ja, ik zal hiervoor een eenmalige kostendekkende bijdrage aan deze historische
spoorwegondernemingen leveren. Met deze bijdrage kan de vereenvoudigde uitvoering
van het ATB-systeem worden ingebouwd. Hiermee voldoen de historische treinen
aan het gestelde veiligheidsniveau.
XNoot
1 L1, 6 maart 2008, http://www.l1.nl/L1NWS/archief/_rp_links2_expandElementId/1_2310483/_pid/links2