Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1564

Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de staatssecretaris van Justitie over het verlenen van een verblijfsvergunning in het kader van de pardonregeling aan een vreemdeling die aantoonbaar een valse identiteit heeft. (Ingezonden 6 februari 2008)

1

Is het waar dat een vreemdeling in het kader van de pardonregeling een verblijfsvergunning heeft gekregen, terwijl uit een door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) uitgevoerde taalanalyse blijkt dat hij uit een ander land komt dan hij beweert?1 Zo ja, hoe is het mogelijk dat vreemdelingen die aantoonbaar liegen over hun identiteit op een verblijfsvergunning worden getrakteerd?

2

Waarom heeft de betreffende vreemdeling, na het aan het licht komen van het door hem gepleegde bedrog, zijn werkelijke identiteit niet hoeven aan te tonen?

3

Deelt u de mening dat het onacceptabel is om mensen met een valse identiteit in het bezit te stellen van een verblijfsvergunning, omdat het bijvoorbeeld kan gaan om oorlogsmisdadigers, terroristen en andere criminelen die hun ware identiteit willen verbergen?

4

Realiseert u zich dat deze praktijk vele andere nepvluchtelingen aan zal trekken omdat u het signaal afgeeft dat bedrog wordt beloond met een verblijfsvergunning?

5

Bent u bereid om de aan deze persoon verleende verblijfsvergunning zo snel mogelijk in te trekken en hem onmiddellijk uit Nederland te verwijderen? Zo neen, waarom niet?

6

Kunt u er zorg voor dragen dat de IND alle gevallen waarin een verblijfsvergunning is verleend op grond van de pardonregeling goed controleert op een eventuele valse identiteit, en de verblijfsvergunning intrekt van iedereen bij wie dit laatste aan de orde is?

7

Bent u bereid om de pardonregeling helemaal terug te draaien, nu de ongewenste gevolgen voor de samenleving van deze regeling steeds duidelijker worden? Zo neen, waarom niet?

Mededeling

Mededeling van staatssecretaris Albayrak (Justitie). (Ontvangen 5 maart 2008)

Onder verwijzing naar uw brief van 6 februari 2008 deel ik u mee dat de vragen van het lid Fritsma, niet binnen de gebruikelijke tijd worden beantwoord.

Ik verwacht nog informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Ik streef ernaar binnen drie weken de vragen te beantwoorden.


XNoot
1

 IND dossiernummer ondershands aan bewindspersoon gezonden.

Naar boven