Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1107

Vragen van het lid Poppe (SP) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over kernafvaltransporten. (Ingezonden 11 december 2007)

1

Kunt u uiteenzetten op basis van welke vergunning de jaarlijkse terugzendingen van gemiddeld 740 ton natuurlijk uranium van Rusland naar Urenco plaatsvinden?1

2

Kunt u garanderen dat het uranium dat teruggezonden wordt afkomstig is uit herverrijking van de 3700 ton verarmd uranium die Nederland jaarlijks naar Rusland stuurt? Zo ja, op basis van welke gegevens? Zo neen, waarom niet en bent u bereid dit uit te zoeken?

3

Bent u verontrust over het feit dat er bij terugzendingen van verarmd uranium naar Almelo kennelijk geen absolute zekerheid bestaat over hoeveelheden, aangezien Urenco tijdens de zitting bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sprak van een hoeveelheid van ongeveer 10%, terwijl u in antwoord op schriftelijke vragen spreekt van 20%?1 Zo neen, waarom niet?

4

Kunt u het verschil uitleggen tussen de hierboven genoemde schatting van gemiddeld 3700 ton geëxporteerd uranium en de 5000 ton jaarlijks in uw eerdere antwoord op schriftelijke vragen?2

5

Kunt u, om de onzekerheden weg te nemen de exacte hoeveelheden per jaar van zowel de export als de terugzending sinds 1996 van natuurlijk uranium naar en van Rusland aan de Kamer toezenden? Kunt u die gegevens ook verstrekken over de export en de terugzending van natuurlijk uranium naar en van Frankrijk? Zo neen, waarom niet?

6

Kunt u garanderen dat het Nederlandse kernafval dat na herverrijking achterblijft in Rusland niet wordt gebruikt voor militaire doeleinden? Zo ja, op basis van welke gegevens en kan de Kamer daar inzage in krijgen? Zo nee, bent u dan bereid hierover met de Russische regering en de eindverwerker afspraken te maken?

Antwoord

Antwoord van minister Cramer (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer). (Ontvangen 23 januari 2008)

1

De transporten vinden plaats op grond van vervoersvergunning nr. 2006/5792 verleend op basis van de Kernenergiewet. Deze vergunning is te vinden op www.SenterNovem.nl/ stralingsbescherming onder het kopje verleende vergunningen – transportvergunningen.

2

De naar Nederland teruggezonden hoeveelheid natuurlijk uranium hoeft niet noodzakelijkerwijs afkomstig te zijn van dezelfde partij die van Urenco naar Rusland is verzonden.

3

Bedoelde zitting betrof de vervoersvergunning van verarmd uranium naar Rusland voor het jaar 2007. Het antwoord van Urenco had dus ook betrekking op 2007. In het geval dat verarmd uranium met een gehalte van 0,2–0,3% 235U wordt verrijkt tot het natuurlijk gehalte van 235U is het percentage ongeveer 20%. In een aantal gevallen wordt (een deel van) het natuurlijke uranium in Rusland verder verrijkt tot ongeveer 4,5% 235U. Vanwege deze «concentratie» is de terug te zenden hoeveelheid in verhouding veel minder.

De hoeveelheid die wordt teruggezonden is dus afhankelijk van het verrijkingspercentage van het uit Rusland terug te ontvangen uranium.

4

De hoeveelheid van 3700 ton heeft betrekking op de laatste jaren (2002–2006) en de hoeveelheid van ca 5000 ton heeft betrekking op de periode vanaf 1996–2006 zoals in dat antwoord was aangegeven. De precieze hoeveelheden per jaar staan bij het antwoord op vraag 5 vermeld.

5

UF6 transporten naar en van Rusland (in het kader van herverrijkingscontract) en UF6 transporten naar Frankrijk voor omzetting naar U3O8 (opgave Urenco)

jaarUF6 [x 1000 kg] Naar Rusland verarmdUF6 [x 1000 kg] Retour van Rusland 0,7% 235UUF6 [x 1000 kg] Retour van Rusland Ca 4,5% 235UUF6 [x 1000 kg]Naar Frankrijk voor omzetting in U3O8
19964146671  
1997563944752 
1998513949745 
199948957075 
2000520973157 
20015147109236 
20026175148105 
20034315595781140
20041910 681625
20052726 1121460
20063779 1032648
20074603416683409

Volgens opgave van COVRA ligt per 1 januari 2008 bij COVRA 5366 ton verarmd uranium in de vorm van U3O8 opgeslagen. Alle door Urenco Nederland BV naar Frankrijk afgevoerde UF6 zal na chemische omzetting tot U3O8 naar COVRA worden afgevoerd. De daadwerkelijke afvoer is afhankelijk van het moment dat omzetting in Frankrijk heeft plaatsgevonden en een transport naar COVRA is vastgelegd.

6

In de tussen Nederland en Rusland in 1995 gesloten notawisseling zijn non-proliferatie afspraken gemaakt. Rusland heeft daarbij op verzoek van Nederland verklaard dat elk materiaal dat naar Rusland wordt gestuurd en elk materiaal dat na bewerking achterblijft uitsluitend zal worden gebruikt voor vreedzame doeleinden en niet zal worden gebruikt voor de productie van enigerlei explosieven (zie bijlage)1. De verrijkingsindustrie Tenex heeft verklaard dat het in Rusland achtergebleven materiaal wordt opgeslagen in afwachting van een verdere verrijking dan wel zal worden gebruikt in bepaalde typen kernreactoren (zie bijlage Kamerstuk 2007–2008, nr. 755)1.

Zoals overigens in de beantwoording van eerdere vragen (Kamerstukken 2007–2008, nr. 755, 2006–2007, nr. 887 en 2006–2007, nr. 1429) is opgemerkt, is er geen sprake van radioactief afval (kernafval) maar van verarmd uranium bestemd voor een bewerking.


XNoot
1

 Aanhangsel Handelingen, nr. 755, vergaderjaar 2007–2008.

XNoot
2

 Aanhangsel Handelingen, nr. 1429, vergaderjaar 2006–2007.

XNoot
1

 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven