Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1032

Vragen van het lid Bosma (PVV) aan staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over het bericht «Leerlingen boos over schooldag op offerfeest». (Ingezonden 19 december 2007)

1

Bent u bekend met het bericht «Leerlingen boos over schooldag op offerfeest»?1

2

Deelt u de mening dat als een school geen toestemming geeft voor een vrije dag, de leerlingen verplicht zijn naar school te gaan? Zo neen, waarom niet?

3

Deelt u de mening dat druk van leerlingen en ouders op de schoolleiding geen reden mag zijn om alsnog toestemming te geven voor een vrije dag?

4

Wat vindt u van het feit dat de schoolleiding van het Rotterdamse Libanon Lyceum eerst geen toestemming gaf voor een vrije dag en uiteindelijk onder druk van leerlingen en ouders wel toestemming gaf voor een vrije dag voor het offerfeest?

5

Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat de afdeling Leerplicht van de gemeente Rotterdam heeft aangekondigd niet actief te controleren of leerlingen echt ziek zijn als ze zich op het offerfeest ziek melden en dat dit een vrijbrief is om ongeoorloofd thuis te blijven? Zo neen, waarom niet?

6

Bent u bereid om vanaf heden geen vrije dagen meer te verlenen voor niet-Nederlandse feesten, om zo een daad te stellen dat allochtonen die hier komen wonen zich aan de Nederlandse waarden en normen moeten aanpassen en niet andersom?

Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). (Ontvangen 11 januari 2008)

1

Ja.

2

In artikel 11 van de Leerplichtwet 1969 zijn de gronden benoemd voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek. Een beroep op vrijstelling wegens ziekte van de jongere of wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging wordt door de ouders gedaan door middel van een kennisgeving aan het hoofd van de school (artikel 12, respectievelijk 13). Anders dan vermeld in de brief aan de Tweede Kamer, 2007–2008, nr. 384, kan het hoofd van de school die gronden weliswaar beoordelen, maar is het aan de leerplichtambtenaar om deze juridisch te keuren. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 en beoordeelt of het beroep op vrijstelling juist is. De leerplichtambtenaar kan een proces-verbaal opmaken als hij of zij het niet eens is met het beroep op vrijstelling wegens plichten voortvloeiend uit godsdienst. Het is vervolgens aan de rechter om hierover een oordeel te vellen. Bij het ontbreken van kennisgeving zijn leerlingen niet vrijgesteld en dus verplicht naar school te gaan.

3

De gronden voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek zijn benoemd in artikel 11 van de Leerplichtwet 1969. Druk van leerlingen en ouders is geen reden voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek.

4

In het geval van een religieus feest is toestemming van het hoofd van de school niet van toepassing. Ouders dienen ten minste twee dagen van te voren aan het hoofd van de school te melden, dat zij gebruik maken van de mogelijkheid om de plichten te vervullen ten aanzien van hun godsdienst (artikel 13). De gemeente Rotterdam heeft in overleg met de schoolbesturen en vertegenwoordigers van de diverse godsdiensten ten aanzien van de Leerplichtwet 1969 een religieuze feestdagenkalender uitgegeven. Het uitgangspunt is dat de aard van de feestdagen schoolbezoek uitsluit, omdat de viering van de feestdagen beschouwd wordt als verplichting van de godsdienst. De gemeente Rotterdam adviseert scholen rekening te houden met de religieuze feestdagen bij de planning van de lessen.

5

Bij het vervullen van plichten voortvloeiend uit godsdienst en bij ziekte geven ouders hiervan kennis aan de school. De gemeente Rotterdam heeft mij laten weten dat er geen signalen van scholen zijn, waaruit blijkt dat ouders hun kinderen op religieuze dagen onterecht ziek melden. De gemeente ziet dan ook geen reden op deze dag actief te controleren op ziekmeldingen.

6

De Leerplichtwet 1969 biedt gronden voor vrijstelling van schoolbezoek ten aanzien van religieuze feestdagen. In overeenstemming met de internationale mensenrechtenverdragen, waaronder het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), hebben mensen recht op vrijheid van godsdienst.


XNoot
1

 AD, Leerlingen boos over schooldag op offerfeest, 18 december 2007.

Naar boven