Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

887

Vragen van het lid Samsom (PvdA) aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het dumpen van nucleair afval in Rusland. (Ingezonden 30 januari 2007)

1

Klopt het bericht1 dat voor 80% van het door het Nederlands bedrijf Urenco naar Rusland vervoerde materiaal op dit moment alleen een theoretische en geen praktische bestemming is?

2

Is er wel sprake van «nuttige toepassing» van het verarmde uranium, wanneer 80% van dit materiaal geen praktische bestemming heeft?

3

Onder welke omstandigheden wordt (een deel van) dit materiaal in Rusland na verwerking opgeslagen?

4

Kunt u garanderen dat de wijze van opslag voldoet aan de criteria die daaraan in Nederland gesteld worden?

5

Welke mogelijkheden heeft u om via vergunningverlening een adequate opslag van het restmateriaal in Rusland af te dwingen? Heeft u van die mogelijkheden gebruik gemaakt? Zo neen, waarom niet?

6

Waarom geldt bij de uitvoer van bestraalde splijtstof voor verwerking wél een terugname- of zorgplicht van het restafval en bij uitvoer van onbestraalde splijtstof (verarmd uranium) niet?

7

Ziet u mogelijkheden om de uitvoer van onbestraalde splijtstoffen, waarvan een (groot) deel uiteindelijk in het afvalstadium terechtkomt, aan dezelfde voorwaarden te verbinden als die bij de uitvoer van bestraalde splijtstoffen, bijvoorbeeld door een terugname of zorgplicht voor het restafval in de bedrijfsvergunningen vast te leggen of dit via de Kernenergiewet te regelen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ouwehand (PvdD), ingezonden 30 januari 2007 (vraagnummer 2060706680).

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Van Geel (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer). (Ontvangen 23 februari 2007)

1

Urenco Nederland B.V. levert aan de Russische verrijkingsindustrie TENEX verarmd uranium (met een lager percentage 235U dan wat in de natuur voorkomt) in de vorm van uraniumhexafluoride (UF6). Al het verarmde UF6 wordt zonder andere bewerkingen in Russische verrijkingsfabrieken verrijkt tot UF6 met een natuurlijk of hoger dan natuurlijk percentage 235U. Dit product (ongeveer 20% van het van Urenco afkomstige UF6) wordt aan Urenco teruggeleverd en het resulterende verder verarmde UF6blijft in eigendom van de Russische verrijkingsindustrie die verantwoordelijk is voor het verdere gebruik daarvan. Een deel daarvan heeft een directe bestemming als mengpartner in het proces van het terugbrengen van hoogverrijkt uranium naar laagverrijkt uranium voor gebruik als brandstof in kerncentrales. Ook wordt een deel gebruikt voor de fabricage van zgn. mixed-oxide (MOX) splijtstof voor gebruik in kerncentrales.

Het resterende deel van het verder verarmde materiaal dat niet direct wordt gebruikt, wordt, zoals ook bij andere verrijkingsindustrieën gebruikelijk is, opgeslagen ten behoeve van verdere verrijking te zijner tijd en/of ten behoeve van toekomstige snelle kweekreactoren. Verdere verrijking kan met name interessant zijn als de prijs van natuurlijk gewonnen uranium verder stijgt. Een derde mogelijkheid is om het UF6 om te zetten naar uraniumoxide (U3O8) en in deze stabiele vorm op te slaan. Bij de omzetting ontstaat ook fluorwaterstof (HF) dat als grondstof voor de chemische industrie kan worden gebruikt. Voor de bouw van een dergelijke omzettingsinstallatie op basis van Franse technologie heeft TENEX in 2005 een contract met AREVA gesloten.

2

Ja, omdat het verarmde UF6 voor een bewerking, namelijk een verdere verrijking, naar Rusland wordt vervoerd. Het daarbij ontstane natuurlijk of verrijkt uranium wordt weer opnieuw toegepast zoals ik in het antwoord op vraag 1 uiteen heb gezet.

3

Het verder verarmde UF6 van Urenco wordt in internationaal gecertificeerde transportcontainers die geschikt zijn voor opslag op vergelijkbare wijze opgeslagen zoals dit ook bij Urenco en andere verrijkingsfabrieken plaatsvindt.

4 en 5

De wijze van opslag van UF6 in Rusland is een aangelegenheid van de Russische autoriteiten. Rusland is partner bij het ADR wat (internationale) regels en voorschriften voor de verpakking en het (internationale) vervoer van gevaarlijke stoffen voorschrijft. Rusland is tevens verdragspartner van het Non-proliferatieverdrag. Voorts zijn er geen indicaties dat de opslag van UF6 dat van Urenco afkomstig is op een niet adequate wijze plaatsvindt.

6 en 7

In het geval van hoogradioactieve bestraalde splijtstoffen zoals dat van de kerncentrale Borssele naar Cogéma heeft de Franse overheid expliciet de voorwaarde gesteld dat de radioactieve afvalstoffen na opwerking van de bestraalde splijtstof teruggenomen moeten worden. Voor onbestraalde splijtstof zoals UF6 is een dergelijke voorwaarde door Rusland niet gesteld. Hetzelfde geldt voor soortgelijke transporten naar Rusland door de andere Europese verrijkingsorganisaties.

Zoals eerder aangegeven is er geen sprake van radioactief afval. De terugnameverplichting voor bestraalde splijtstof is niet een eis of voorwaarde die uit de Kernenergiewet voortkomt, maar de voorwaarde die de Franse overheid stelt om met transporten naar Frankrijk en de opwerking in te stemmen.


XNoot
1

 Trouw, 29 januari 2007.

Naar boven