Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

628

Vragen van het lid Crone (PvdA) aan de minister van Economische Zaken over aanhoudende afsluitingen van stroom en gas door de energiebedrijven. (Ingezonden 13 december 2006)

1

Bent u op de hoogte van de berichtgeving over aanhoudende afsluitingen door het energiebedrijf NUON en het kort geding dat de Bijstandsbond hiertegen aanspant?1

2

Waarom handelt NUON in strijd met de op 21 november jl. aangenomen Splitsingswet, die voorziet in een afsluitverbod voor stroom en gas in de periode van 1 oktober tot 1 april?

3

Wanneer zullen de betreffende artikelen in de Elektriciteitswet en Gaswet in werking treden, aangevuld met de daarbij horende ministeriële regeling? Kunt u hier de grootst mogelijke haast achter zetten, aangezien de bovengenoemde (winter)periode immers al is begonnen?

4

Is het waar dat op grond van de bovengenoemde ministeriële regeling reeds afgesloten mensen opnieuw zullen worden aangesloten, gezien uw uitspraken hierover in een algemeen overleg met de Kamer op 19 oktober jl.2? Kan ervan uitgegaan worden dat de heraansluiting kosteloos zal geschieden?

5

Hoe gaat u erop toezien dat NUON en de andere energiebedrijven zo snel mogelijk hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en mensen niet meer in de kou zetten, zodat ook bovengenoemd proces niet meer nodig is?

6

Deelt u de mening dat van een bedrijf als NUON verwacht mag worden dat het zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt en uit eigen beweging in het parlement aangenomen wetgeving in de praktijk brengt, zodat hierover geen processen hoeven te worden gevoerd?

Antwoord

Antwoord van minister Wijn (Economische Zaken). (Ontvangen 16 januari 2007)

1

Ja. Ik heb begrepen dat het kort geding inmiddels van de baan is.

2

Op grond van de ministeriële regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers (Staatscourant, 1 december 2006, nr. 235/pag. 8) is het verboden voor de netbeheerder of de vergunninghouder om een kleinverbruiker in de periode van 1 oktober tot 1 april, zijnde de winterperiode, af te sluiten van gas of elektriciteit, behoudens voor zover de regeling anders bepaalt. Deze regeling is op 4 december 2006 in werking getreden. Zoals ik in de brief van 22 september 2006 en tijdens algemeen overleg met de Kamer op 19 oktober heb aangegeven, geldt het afsluitverbod niet als de kleinverbruiker weigert mee te werken aan een oplossing voor zijn betalingsproblemen of als hij wordt geweigerd door de schuldhulpverlening. Uit de berichtgeving kan ik niet opmaken of er hier sprake is van een overtreding van de geldende regelgeving.

3

Op dit moment geldt op grond van de huidige wettelijke bepalingen de ministeriële regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers. De gewijzigde bepalingen omtrent afsluiting, zoals vervat in de wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb.614) zullen op 16 januari 2007 in werking treden. De ministeriële regeling wordt na inwerkingtreding van deze bepalingen aangevuld met regels over heraansluiting en over het doorgeven van persoonsgegevens zonder toestemming van de kleinverbruiker. De concept-wijzigingsregeling ligt ter consultatie voor aan de betrokken partijen. De aanpassing is tevens aan het College Bescherming Persoonsgegevens voorgelegd in verband met de privacyaspecten. Het College heeft aangegeven aan het eind van januari een reactie te sturen.

4

Het beleid is gericht op het voorkomen van afsluitingen. Op die manier worden ongemak en nog hogere kosten voor de kleinverbruiker voorkomen. Naast het afsluitverbod is in de regeling ook een aantal verplichtingen voor het energiebedrijf opgenomen die er op gericht zijn de kleinverbruiker gedurende de incassoprocedure te informeren over de mogelijkheden om tot een oplossing voor de schuld te komen. Dit houdt onder andere in dat het energiebedrijf duidelijk maakt dat als de kleinverbruiker een aanvraag indient bij een schuldbemiddelaar zoals de sociale dienst, hij gedurende de aanvraag niet wordt afgesloten. Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven, wordt de ministeriële regeling op korte termijn aangevuld met een heraansluitingsplicht voor energiebedrijven. In het traject dat voorafgaand aan de afsluiting wordt veel energie gestoken in het voorkomen van de afsluiting. Om weer aangesloten te worden, zal de kleinverbruiker een oplossing moeten hebben gevonden voor zijn schuld, bijvoorbeeld door inschakeling van schuldhulpverlening. De kosten die moeten worden gemaakt om een kleinverbruiker weer aangesloten te krijgen komen voor rekening van de kleinverbruiker. De dreiging die van heraansluitingskosten uitgaat, stimuleert de kleinverbruiker nog eens extra om tijdig een oplossing te vinden voor zijn betalingsproblemen in plaats van het laten aankomen op een afsluiting. Heraansluitingskosten moeten natuurlijk wel gebaseerd zijn op de werkelijke kosten die de netbeheerder moet maken. NMa/DTe doet momenteel onderzoek naar de hoogte van de heraansluitingskosten. Dit onderzoek maakt deel uit van een breder onderzoek naar de wijze waarop energiebedrijven het afsluitbeleid invullen en hoe ze daaraan uitvoering geven. Naar verwachting zullen de resultaten van dit onderzoek in het voorjaar bekend zijn.

5

De energiebedrijven zijn gehouden om de wet en de ministeriële regeling na te leven. Zoals in antwoord op vraag 4 is aangegeven, doet NMa/DTe momenteel onderzoek en zal zij, indien de uitkomsten daartoe aanleiding geven, actie ondernemen.

6

Ik deel uw mening dat het de verantwoordelijkheid van NUON en andere energiebedrijven is om zich aan de wettelijke regels te houden.


XNoot
1

  http://utilities.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=1272&Itemid=39

XNoot
2

 Kamerstuk 28 240, nr. 65, vergaderjaar 2006–2007.

Naar boven