Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2105

Vragen van het lid Kant (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het toezicht op privé-klinieken. (Ingezonden 7 juni 2007)

1

Wat is uw reactie op het feit dat iedereen in Nederland een privé-kliniek kan openen en daar operaties kan uitvoeren zolang hij zichzelf daartoe bekwaam acht?1 Wat is uw oordeel hierover?

2

Erkent u dat het toezicht op privé-klinieken niet voldoende is? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?

3

Erkent u dat in Nederland niet bekend is hoeveel privé-klinieken er zijn, waar ze zitten en wie er werken? Erkent u dat dit het toezichthouden van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bijna onmogelijk maakt? Zo ja, bent u bereid een verplicht registratiestelsel in te voeren?

4

Erkent u de voordelen en preventieve werking van kwaliteitscriteria vooraf? Vindt u dat privé-klinieken aan dergelijke kwaliteitscriteria zouden moeten voldoen? Zo ja, bent u bereid een vergunningenstelsel in te voeren, waarbij de vergunning ingetrokken kan worden? Zo neen, waarom niet?

5

Erkent u de uitspraak van de IGZ dat de bestaande ruimte in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) tot riskante situaties kan leiden? Erkent u dit? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?

6

Erkent u dat er een gat in de Wet BIG zit? Zo ja, bent u bereid deze wet op dit punt aan te scherpen?

7

Deelt u de mening dat het ongewenst is dat jonge meisjes steeds vroeger plastische chirurgie ondergaan?2

8

Bent u bereid voor plastische chirurgie een minimumleeftijd van 18 jaar in te voeren? Zo neen, waarom niet?

9

Wilt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Ziekenhuiszorg van 14 juni 2007?

Antwoord

Antwoord van minister Klink (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). (Ontvangen 5 juli 2007)

1

In Nederland kan iemand slechts een patient in een privé-kliniek opereren indien hij bevoegd en bekwaam is, dan wel bekwaam is en een opdracht van een bevoegde beroepsbeoefenaar heeft gekregen. Net als in de ziekenhuizen en zbc’s dienen ook de specialisten werkzaam in privé-klinieken zich onder andere aan de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) en aan de Kwaliteitswet te houden. In de Wet BIG zijn de voorwaarden betreffende voorbehouden handelingen vastgelegd.

2

Voor het goed kunnen uitvoeren van de toezichtstaak heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) meer inzicht nodig in de bestaande privé-klinieken. Ik realiseer me dat hiervoor een zorgvuldige registratie van privé-klinieken van groot belang is en zal overgaan tot verplichte registratie van de privé-klinieken. Ik wil in de komende tijd gaan onderzoeken hoe ik deze plicht in wetgeving kan vastleggen en bepalen wie er bijvoorbeeld toeziet op het naleven van deze plicht. Ik zal u naar verwachting in het najaar van 2007 berichten over de wijze waarop ik de wet zal vormgeven.

3

Zie de beantwoording van vraag 2.

4

Ja, ik erken de voordelen en preventieve werking van kwaliteitscriteria. Oók in privé-klinieken moet kwalitatief goede en veilige zorg zorg worden geleverd. Om die reden heeft mijn voorganger in 2005 er voor gezorgd dat privé-klinieken ook onder de reikwijdte van de Kwaliteitswet en dus onder het toezicht van de IGZ vallen. Ik zal in verband met het invoeren van een registratieplicht tevens afwegen of er een vergunningsplicht dient te komen.

5 en 6

De regels van de Wet BIG die betrekking hebben op risicovolle medische handelingen bieden naar mijn mening voldoende waarborgen voor verantwoorde zorg.

Artsen zijn op grond van de wet BIG zelfstandig bevoegd tot het verrichten van risicovolle medische handelingen. Deze bevoegdheid tot het verrichten van «voorbehouden handelingen» bestaat volgens de Wet BIG alleen voor zover de arts redelijkerwijs mag aannemen dat hij beschikt over de bekwaamheid die vereist is voor het behoorlijk verrichten van deze handelingen. Aspecten die daarbij onder andere een rol spelen zijn voldoende opleiding, voldoende ervaring met het zelfstandig uitvoeren van de handelingen, op de hoogte zijn van ontwikkelingen en risico’s volgens de laatste stand van de medische wetenschap.

Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de arts om vast te stellen of hij in een bepaald geval bekwaam is voor het verrichten van een voorbehouden handeling. Een onbekwame arts is onbevoegd tot het verrichten van deze handeling.

Daarnaast is het mogelijk dat een fysiotherapeut of een andere niet zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar, in opdracht van een zelfstandig bevoegde bepaalde handelingen mag verrichten. Daarbij moet zijn voldaan aan een aantal voorwaarden die de Wet BIG hieraan stelt. Zo moet de arts zich ervan vergewissen dat deze beroepsbeoefenaar over de vereiste bekwaamheid beschikt, moet hij toezien op de uitvoering van de opdracht en moet zijn tussenkomst indien dat nodig is verzekerd zijn. Daarnaast moet degene die de opdracht krijgt voor zichzelf vaststellen dat hij bekwaam is en moet hij handelen volgens de aanwijzingen van de opdrachtgever. Ten aanzien van de bekwaamheid van degene die de opdracht uitvoert, gelden dezelfde aspecten die ik hierboven voor de arts heb genoemd; voldoende opleiding, ervaring, kennis.

Voorts geldt voor alle in de Wet BIG geregelde beroepsbeoefenaren de verplichting om het beroep zo uit te oefenen dat sprake is van verantwoorde zorg. Riskante situaties ontstaan wanneer men zich niet aan de hier omschreven regels van de Wet BIG houdt.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg oefent toezicht uit op een verantwoorde uitoefening van het beroep van de individuele medische beroepsbeoefenaar. Ondermeer op grond van de Wet BIG kan de Inspectie handhavend optreden. Als het in een bepaald geval toch mis is gegaan, biedt de huidige wetgeving voor de Inspectie en de individuele burger mijns inziens voldoende handvatten om in te grijpen en/of te bestraffen. Op dit moment zie ik dan ook geen aanleiding de wet aan te passen.

7

Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar de antwoorden op de kamervragen van het lid Schippers van de VVD over de wenselijkheid van een minimumleeftijd voor niet medisch noodzakelijke cosmetische chirurgie (Ingezonden 25 mei 2007).

8

Zie de beantwoording van vraag 7.

9

Dit is helaas mij niet gelukt.


XNoot
1

 Eenvandaag, 25 mei 2007.

XNoot
2

 Metro, 24 mei 2007.

Naar boven