Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1791

Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over problemen met eigenaren van huisdieren. (Ingezonden 10 mei 2007)

1

Kent u het bericht «bijna vijftig katten in zwaar vervuilde woning»?1

2

Bent u bereid, ter voorkoming van misstanden als deze, beleid te ontwikkelen waarin bijvoorbeeld via een meldpunt in samenwerking met GGD, GGZ, politie en/of woningbouwverenigingen registratie van probleemgevallen als deze kan worden bevorderd?

3

Zijn misstanden als deze voor u reden om sluitende identificatie en registratie van huisdieren bij wet te regelen, bijvoorbeeld via een verplichte chip? Zo ja, op welke termijn zal dit plaatsvinden? Zo neen, waarom niet?

4

Kent u de onlangs in werking getreden Britse Animal Welfare Act2, waarin eigenaren van huisdieren onder andere verplicht zijn om hun huisdieren te voorzien in de behoefte om samen met c.q. gescheiden van andere dieren te wonen, in geval van katten in niet te grote groepen? Bent u van mening dat een soortgelijke passage ook in de Nederlandse Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zou moeten worden opgenomen? Zo neen, waarom niet?

5

Vormen incidenten als deze voor u aanleiding om spoedig te komen tot een houdverbod van huisdieren voor mensen van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn hun dieren op deugdelijke wijze te verzorgen?

Antwoord

Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). (Ontvangen 7 juni 2007)

1

Ja.

2

Nee. Wanneer dergelijke situaties worden aangetroffen, dan is er veelal sprake van een bredere problematiek dan uitsluitend het onvoldoende verzorgen van dieren. De ingeschakelde geneeskundige diensten of politie worden als eerste geconfronteerd met onverzorgde dieren en kunnen indien nodig contact opnemen met instanties die van doen hebben met huisdieren. Dat is nu ook gebeurd. Daarnaast kunnen omwonenden/instanties nu ook al melding maken van misstanden bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Ik zie daarom niet de meerwaarde van een nieuw meldpunt of een aparte registratie van mensen die hun huisdieren niet goed verzorgen.

3

In het AO Dierenwelzijn van 14 september 2006 heeft een aantal Kamerleden zich uitgesproken voor een verplichte elektronische Identificatie en registratie (I&R). Ook in de motie-Waalkens c.s. (Kamerstukken II 2006/07, 30800 XIV, nr. 42) van 5 december 2006 komt deze wens terug.

Alvorens een uitspraak te doen over een verplichte I&R voor honden heeft de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit toegezegd hiernaar een onderzoek te laten uitvoeren. Het onderzoek richt zich op de effectiviteit en de efficiency van verplichte I&R. Hierbij is aangegeven dat verplichte I&R voor honden niet wordt ingevoerd als uit het onderzoek blijkt dat het niet of niet voldoende bijdraagt aan de beoogde doelen, mede in relatie tot de administratieve lasten voor de burgers en de uitvoeringskosten. Schijnoplossingen leiden immers nergens toe. Ik wil eerst de resultaten van het onderzoek naar een verplichte I&R voor honden afwachten dat deze zomer gereed zal zijn.

4

Ja, daar heb ik notie van genomen. Ik zie echter geen reden om een dergelijke passage op te nemen in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd). In het Honden- en Kattenbesluit (HKB) zijn regels opgenomen die het welzijn van bedrijfsmatig gehouden honden en katten waarborgen. Wanneer het welzijn van huisdieren ontoelaatbaar wordt geschonden, kan daarnaast worden opgetreden op grond van artikel 36 en 37, Gwwd, respectievelijk het verbod op mishandeling van dieren en de plicht tot verzorging van dieren.

5

Er is reeds een initiatiefwetsvoorstel van het lid Waalkens bij uw Kamer aanhangig (Kamerstukken II 2005/06, 30 511, nr. 2), waarin wordt voorgesteld om de al bestaande mogelijkheid van het opleggen van een houdverbod als bijzondere voorwaarde bij een geheel of ten dele voorwaardelijke veroordeling te verruimen.

Indiener van het initiatiefwetsvoorstel stelt voor om de tijd waarvoor een houdverbod kan worden opgelegd te verruimen van drie naar tien jaren. Het ligt in de rede de verdere behandeling van het initiatiefwetsvoorstel af te wachten.


XNoot
1

 ANP, 4 mei 2007.

XNoot
2

  http://www.defra.gov.uk/animalh/welfare/act/index.htm

Naar boven