Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

120

Vragen van het lid Nawijn (Groep Nawijn) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de wantoestanden in het Zoetermeese verpleeghuis REC. (Ingezonden 12 september 2006)

1

Heeft u kennisgenomen van het artikel1 waarin dubieuze sterfgevallen in het Zoetermeerse verpleeghuis REC worden beschreven? Zo ja, wat vindt u hiervan?

2

Deelt u de mening dat bij dit verpleeghuis sprake is van falend management en ernstige fouten door het personeel? Zo neen, waarom niet? Zo ja, gaat u tegen de verantwoordelijken maatregelen nemen?

3

Deelt u de mening dat deze wantoestanden ten koste gaan van de kwaliteit in de zorg in het genoemde verpleeghuis?

4

Klopt de informatie1 dat het echtpaar Van der Valk binnen twee maanden is overleden nadat zij in het REC kwamen? Zo ja, wat was de oorzaak van het overlijden?

5

Klopt de informatie1 dat de moeder van de familie Emons in het mortuarium is gestorven terwijl ze nog leefde? Zo ja, bent u bereid om hier een nader onderzoek naar in te stellen?

6

Klopt de informatie1 dat het Openbaar Ministerie in Den Haag de genoemde wantoestanden in onderzoek heeft? Zo ja, bent u bereid de Kamer van dit onderzoek op de hoogte te houden? Zo neen, bent u bereid om het Openbaar Ministerie in Den Haag te vragen een onderzoek in te stellen?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Ross-van Dorp (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). (Ontvangen 10 oktober 2006)

1

Ja. Op basis van alleen het artikel in De Telegraaf wil ik mij geen oordeel aanmeten.

2

Ik acht het vanuit mijn positie en verantwoordelijkheid niet juist om een oordeel te vellen op basis van berichten in de media over de situatie in de Zorgring, of over de incidenten die daar hebben plaats gevonden. De Raad van Toezicht is gehouden toe te zien op het management en is in deze de eerste partij die maatregelen moet treffen. Ik ga ervan uit dat de raad dit ook doet zodra dat nodig is.

3

Als dergelijke incidenten zich daadwerkelijk voordoen dan is dat zorgwekkend. Op basis van de informatie die mij bekend is heb ik ernstige twijfel bij de juiste weergave van de feiten in De Telegraaf. Een oordeel over de kwaliteit van zorg in een instelling reikt verder dan incidenten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft de situatie in het REC onderzocht en heeft noch onrechtmatigheden noch een negatief oordeel over de kwaliteit van de zorg in algemene zin. Op dit moment heb ik geen informatie die aanleiding geeft om een negatief oordeel te vellen over de kwaliteit van zorg in deze zorginstelling.

4

De informatie in De Telegraaf is afkomstig van de kleindochter van het bedoelde echtpaar, de dochter van het echtpaar neemt afstand van het door De Telegraaf geschetste beeld. De dochter heeft de zorginstelling verboden om inzage in het dossier te verschaffen aan derden. De IGZ heeft onderzoek verricht naar de betreffende situatie en geconcludeerd dat er geen sprake is van onrechtmatigheden.

5

Ook naar deze casus is door de IGZ onderzoek gedaan. De IGZ heeft geen enkele grondslag gevonden voor de in het artikel gesuggereerde situatie.

6

Er is door de zorginstelling gesproken met het Openbaar Ministerie. Er is geen sprake van een strafrechtelijk onderzoek, er is door familieleden een aantal klachten neergelegd bij de politie. Deze klachten zijn door de politie voorgelegd aan de officier van Justitie.

De zorginstelling heeft aan de officier van Justitie verzocht een feitenonderzoek te doen. Daar is het Openbaar Ministerie nu mee bezig.


XNoot
1

 De Telegraaf, 9 september 2006.

Naar boven