Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1126

Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de ministers van Justitie en voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering over de toename van de huwelijksmigratie vanuit Marokko via België naar Nederland. (Ingezonden 27 december 2006)

1

Deelt u de mening dat om ongewenste ontwikkelingen op het gebied van migratie te voorkomen, intensievere Europese samenwerking de beste oplossing is?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op de vragen terzake van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV), ingezonden 20 december 2006 (vraagnummer 2060704700).

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Albayrak (Justitie), mede namens de minister van Wonen, Wijken en Integratie. (Ontvangen 3 april 2007), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 641, vergaderjaar 2006–2007

1

Ja, deze mening deel ik. Het nationale vreemdelingenbeleid kan niet meer los worden gezien van de Europese context. Zelfs op het eerste oog interne maatregelen kunnen gevolgen hebben voor andere lidstaten, zoals wordt aangetoond door het bestaan van de problematiek die door de leden Fritsma en Wilders onder de aandacht werd gebracht. Nederland heeft zich daarom altijd actief ingezet voor vergaande samenwerking binnen de EU op terreinen van het vreemdelingenbeleid en integratie. In mijn brief van 8 december 2005 (Kamerstukken II 2005-06, 29 700, nr. 31) had ik reeds opgemerkt dat naarmate de harmonisering van Europees migratierecht vordert, er van een «België-route» op langere termijn geen sprake meer kan zijn.

Naar boven