Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

449

Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over geheime CIA-gevangenissen in Roemenië en Polen. (Ingezonden 7 november 2005)

1

Hebt u kennisgenomen van berichten dat de CIA geheime gevangenissen heeft in Oost-Europa, waar terrorisme-verdachten worden vastgehouden?1

2

In welke landen zijn deze gevangenissen gevestigd? Kunt u het vermoeden van Human Rights Watch bevestigen dat deze gevangenissen waarschijnlijk in Roemenië en Polen zijn gevestigd? Kunt u uw antwoord toelichten?

3

Heeft een mogelijke vestiging van geheime gevangenissen in Roemenië invloed op de toetreding van dit land tot de Europese Unie? Kunt u uw antwoord toelichten?

4

Wat is uw standpunt ten aanzien van de mededeling van Stephen Hadley, Nationale Veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Bush, dat «wij doen wat nodig is om ons land te beschermen tegen terroristische aanvallen en om de oorlog tegen het terrorisme te winnen op elke manier die met onze waarden overeenstemt»?2

5

Acht u het mogelijke gebruik van geheime gevangenissen in overeenstemming met de Nederlandse waarden?

6

Kunt u uitsluiten dat Nederland medewerking verleent aan dit stelsel van geheime gevangenissen in de vorm van overdracht van informatie over de verdachte, uitlevering van de verdachte toestemming tot, gebruik van Nederlands grondgebied en luchtruim, of op andere wijzen?

7

Bent u naar aanleiding van deze berichten en in weerwil van het antwoord op mijn vragen van 11 maart 2005 alsnog bereid om te pleiten voor een internationaal onderzoek onder auspiciën van de VN naar het netwerk van geheime gevangenissen en naar de beschuldigingen van het martelen van de gevangenen?3 Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van minister Bot (Buitenlandse Zaken). (Ontvangen 28 november 2005)

1

Ja.

2 en 3

De in de pers verschenen berichten over het bestaan van geheime gevangenissen worden door de VS niet bevestigd. Zowel de Poolse als de Roemeense autoriteiten ontkennen dat er sprake is van geheime Amerikaanse detentiecentra op hun grondgebied.

4

Los van de vraag of deze uitspraak betrekking heeft op geheime detentie faciliteiten, kan geconstateerd worden dat Nederland – en de EU – in discussie is met de VS over de betekenis van deze waarden in relatie tot de bescherming tegen terroristische dreiging.

5

Als inderdaad zou blijken, dat er ergens – binnen of buiten Europa – personen worden vastgehouden die niet conform de van toepassing zijnde mensenrechtenverdragen en regels van het internationaal humanitair recht worden behandeld, wordt dit door Nederland ten stelligste afgewezen.

6

Nederland verleent geen medewerking aan een eventueel stelsel van geheime gevangenissen. Voor zover valt na te gaan is er in dit kader geen gebruik gemaakt van het Nederlandse luchtruim en grondgebied. Ik verwijs U hierbij tevens naar de antwoorden op Uw vragen van 30 december 2004 met kenmerk 2040505840.

7

In antwoord op uw vragen d.d. 11 maart 2005 heb ik aangegeven, dat de uitlevering van gevangen terroristen aan landen waar foltering zou plaatsvinden, besproken is en marge van de VN-Mensenrechtencommissie. Daarbij is van Amerikaanse zijde verzekerd, dat gevangenen niet worden uitgeleverd, tenzij de verzekering is ontvangen, dat zij niet worden gefolterd. Tegen die achtergrond zie ik geen aanleiding voor een onderzoek als bedoeld.


XNoot
1

 Washington Post, 2 november jl., «CIA Holds Terror Suspects in Secret Prisons».

XNoot
2

 Artikel op de website www.euractiv.com, 2 november jl., «CIA prisons in Poland and Romania?».

XNoot
3

 Aanhangsel Handelingen nr. 1476, vergaderjaar 2004–2005.

Naar boven