Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

15

Vragen van het lid Kant (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en aan de staatssecretaris van Financiën over de dubbele ziektekostenheffing over lijfrentes. (Ingezonden 24 augustus 2005)

1

Is het waar dat mensen die reeds een volledige ziekenfondspremie hebben betaald over hun lijfrentepremies nu alsnog de inkomensafhankelijke zorgpremie moeten betalen over hun lijfrente-uitkering? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

2

Deelt u de mening dat de hierdoor ontstane dubbelheffing ongewenst is? Zo ja, bent u bereid deze mensen hiervoor te compenseren? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van minister Hoogervorst (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de staatssecretaris van Financiën. (Ontvangen 21 september 2005)

1 en 2

De Zorgverzekeringswet is een algemeen verplichte verzekering. Anders dan bij de Ziekenfondswet is de verzekeringsplicht niet gekoppeld aan het feit of iemand (een) bepaalde soort(en) inkomen geniet. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage geldt daarom een brede grondslag. Uitgangspunt is dat alle inkomensbestanddelen die als inkomen uit werk bij de inkomstenbelasting in box 1 worden betrokken tot de grondslag van de inkomensafhankelijke bijdrage worden gerekend.

Net als bij de Ziekenfondswet leiden betaalde lijfrentepremies niet tot een verlaging van de heffingsgrondslag voor de inkomensafhankelijke bijdrage.

Dat zowel over de lijfrentepremie als over de lijfrente-uitkering wordt geheven is een logische consequentie van het hiervoor genoemde systeem. Het is niet mogelijk om dit systeem te vervangen zonder dat dit nieuwe problemen oproept. In de eerste plaats zou dat dan met het oog op de juridische houdbaarheid moeten gelden voor alle situaties waarbij deze «dubbele heffing» zich kan voordoen. Er zou dan bijvoorbeeld ook voorkomen moeten worden dat zowel over de betaalde AOW-premie als over de AOW-uitkering1 inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd is. De gevolgen voor de grondslag van de inkomensafhankelijke bijdrage en de premiestelling (lastendekkende premie) zouden dan echter zodanig zijn, dat de voordelen niet meer in verhouding staan tot de gevolgen. Ook uitvoeringstechnisch is dit alternatieve systeem zeer bezwaarlijk en voor het jaar 2006 in ieder geval niet meer mogelijk.

Het bovenstaande geldt – afgezien van de uitvoeringsaspecten – in beginsel eveneens voor alimentatie. Met het oog op het voorkomen van onwenselijke inkomenseffecten ben ik echter voornemens om voor bestaande gevallen tijdelijk een nul-tarief te laten gelden voor de over alimentatie verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage.


XNoot
1

Om misverstanden te voorkomen wordt opgemerkt dat de over de AOW-uitkering verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage volledig wordt gecompenseerd door een verhoging van de AOW-uitkering.

Naar boven