2
Aan de beveiliging van de Nederlandse reisdocumenten wordt continu gewerkt.
Er worden steeds beveiligingstechnieken ontwikkeld die in potentie de betrouwbaarheid
van de reisdocumenten kunnen verbeteren. Evenzeer is het zo dat personen die
misbruik willen maken van de reisdocumenten zich inspannen om wegen te vinden
om die technieken te ontkrachten. Ik verwacht niet dat deze «race»,
gelet op de waarde van de reisdocumenten in het maatschappelijk verkeer, ooit
zal ophouden te bestaan. Mijn beleid is er daarom op gericht om in de race
voor te blijven door gebruik te maken van nieuwe technieken als die bruikbaar
zijn gebleken. Ik werk daarin nauw samen met de producent van de Nederlandse
reisdocumenten. De invoering van elektronische reisdocumenten moet u in dat
licht bezien.
De Europese Unie heeft, in technische specificaties, de beveiligingsmaatregelen
vastgesteld voor het opslaan van biometrische kenmerken in de reisdocumenten
(TK 2004–2005, 25 764 nr. 26). De Europese Commissie heeft daarbij gebruik
gemaakt van het werk in de International Civil Aviation Organization (ICAO).
Op basis van de gesprekken met Riscure is mij gebleken dat een analyse
is gemaakt van de sterkte van het Basic Access Control mechanisme. Dit is
een van de door de Europese Commissie voorgeschreven beveiligingsmaatregelen.
Deze analyse is overigens niet gemaakt met gebruikmaking van proeven van het
door mij in te voeren paspoort met biometrische kenmerken. Dergelijke proeven
met de nieuwe generatie elektronische reisdocumenten kunnen nog niet plaatsvinden.
Ik ben immers nog bezig om de eisen te formuleren waaraan de nieuwe generatie
elektronische reisdocumenten moet gaan voldoen.
Riscure is tot de conclusie gekomen dat:
• de vercijferde informatie die, als Basic Access Control wordt gebruikt,
uitgewisseld wordt tussen de chip en documentlezer te bemachtigen is;
• deze informatie te ontcijferen is.
Het gaat dan om de informatie die ook in leesbare vorm in de reisdocumenten
is opgenomen, in casu:
• naam,
• geboortedatum;
• nationaliteit;
• plaats van uitgifte;
• type document;
• sofinummer;
• geldigheidsduur;
• geslacht;
• foto;
• paspoortnummer.
De bevindingen van Riscure laat ik aan de orde stellen in het Artikel
6 Comité van experts. Dit Comité ondersteunt de Europese Commissie
bij het opstellen van de hiervoor genoemde technische specificaties. Naar
verwachting zal het Artikel 6 Comité eind september cq begin oktober
2005 bijeenkomen. Ook in ICAO-verband zal ik dit aan de orde stellen. Dat
zal gebeuren in de komende vergadering van de New Technologies Working Group
die vermoedelijk in september 2005 wordt gehouden.
Ondertussen ga ik ook na of de door de Europese Commissie vastgestelde
technische specificaties ruimte laten aan de lidstaten om aanvullende maatregelen
te treffen. Ik teken daarbij aan dat eventuele aanvullende maatregelen de
interoperabiliteit van de documenten niet mogen aantasten. Immers de documenten
moeten ook in andere landen gecontroleerd kunnen worden.
Overigens heb ik al eerder (zie de antwoorden op de vragen van het lid
Vos van GroenLinks, TK 2004–2005, 23 490 nr. 350) aangegeven dat
ter voorbereiding van de invoering van biometrische kenmerken in de Nederlandse
reisdocumenten grondig zal worden getest of de door de Europese Unie voorgeschreven
beveiligingsmaatregelen voldoen.
3 en 4
Inbraak in systemen waar, centraal of decentraal, gevoelige informatie
is opgeslagen kan leiden tot fraude en misbruik. Dat betekent dat aan de beveiliging
van dergelijke systemen hoge eisen gesteld moeten worden. In mijn brief van
18 april 2005 (TK 2004–2005, 25 764 nr. 26) heb ik de argumenten
uiteengezet voor de vorming van een centrale reisdocumentenadministratie waar
on line de gegevens van de reisdocumenten geverifieerd kunnen worden. Dit
zal in een wetsvoorstel worden geregeld. In dat wetsvoorstel zal naast de
opzet van de administratie, ook de bescherming én de beveiliging van
de administratie aan de orde komen, alsmede welke instanties toegang zullen
krijgen tot deze administratie.