Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1910

Vragen van de leden Tjon-A-Ten en Wolfsen (beiden PvdA) aan de minister van Justitie over de bestrijding van Kindersekstoerisme. (Ingezonden 19 mei 2005)

1

Hebt u kennisgenomen van het artikel «Zeven jaar voor seks met jochies»?1

2

Wanneer gaat Nederland, nu de wetgeving ten aanzien van mensenhandel is aangepast, het op 12 december 2000 ondertekende Palermo Protocol inzake mensenhandel ratificeren?2

3

Deelt u de opvatting dat Nederland op grond van onder meer het geratificeerde Verdrag inzake de Rechten van het Kind, in het bijzonder artikel 34 en de in 2001 geratificeerde ILO-Conventie 182, naar vermogen alles moet doen om kinderen, ook die buiten Nederland wonen, te beschermen tegen iedere vorm van seksuele exploitatie en of seksueel misbruik? Deelt u de opvatting dat de fysieke en psychische integriteit van kinderen en de bescherming van slachtoffers van seksuele misdrijven van cruciaal belang is en dat dit Nederland bijzonder ter harte moet gaan? En deelt u de opvatting dat Nederland de verplichting heeft om de bewegingsvrijheid van een persoon met de Nederlandse nationaliteit, of met een vaste

woon- of verblijfplaats in Nederland te beperken wanneer gegronde vermoedens bestaan dat hij/zij uitreist met de intentie tot het plegen van seksuele misdrijven of deelneming daaraan met buiten Nederland wonende minderjarigen?

4

Welke mogelijkheden zijn er naast de extra-territoriale jurisdictie binnen het bestaande wettelijke kader om te verhinderen dat de in vraag 3 genoemde personen Nederland verlaten?

5

Deelt u de mening dat de in vraag 4 genoemde mogelijkheden voldoende toereikend zijn om minderjarigen buiten Nederland te beschermen tegen de in vraag 3 genoemde personen?

6

Bent u bereid te onderzoeken of een persoon die in Nederland in de voorafgaande tien jaar meerdere malen onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel in het bijzonder wegens het plegen van, medeplichtigheid aan, of deelneming aan zedendelicten in al hun vormen met een persoon of groep personen die minderjarig was/waren? Bent u tevens bereid te onderzoeken of een persoon tegen wie gegronde vermoedens bestaan dat hij/zij zich buiten Nederland schuldig zal maken aan zedendelicten in al hun vormen met een persoon of groep personen die minderjarig is/zijn, een uitreisverbod kan worden opgelegd door toepassing van artikel 24 van de Paspoortwet of als bijzondere voorwaarde in het kader van een voorwaardelijke veroordeling? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Mededeling

Mededeling van minister Donner (Justitie). (Ontvangen 22 juni 2005)

Bij dezen bericht ik u dat ik nog niet in de gelegenheid ben te antwoorden op de vragen van de leden Tjon-A-Ten en Wolfsen (beiden PvdA) over de bestrijding van Kindersekstoerisme.

Zodra alle informatie voorhanden is, zal ik u mijn antwoord doen toekomen.


XNoot
1

Metro, 29 april jl.

XNoot
2

Wetboek van Strafrecht, artikel 273a.

Naar boven